John Volkers: ‘Vaak is geld een slechte keuze’

Nieuws
John tijdens een boekpresentatie in Amsterdam.
John tijdens een boekpresentatie in Amsterdam. (Foto: aangeleverd)

WAARLAND – “In de sportjournalistiek moet je oppassen op bewonderen, maar je moet je wel voortdurend verwonderen. Én begeesterd zijn.” Aan het woord is de in Waarland geboren en getogen John Volkers. Met zijn 68 jaar mag de journalist zich inmiddels ‘pensionado’ noemen, nadat hij in zijn arbeidzame leven vele sportcoryfeeën portretteerde in zowel regionale als landelijke media en daarvoor de halve wereld over vloog.

Sportjournalistiek bracht gepassioneerde John Volkers ver buiten de landsgrenzen

“Sport is een passie van me, ik ben altijd sportief geweest. Op jonge leeftijd leek het me wel wat om gymleraar te worden, maar na een operatie heb ik dit idee laten varen. Na een zoektocht van een jaartje of twee besloot ik te solliciteren bij het Noord-Hollands Dagblad (NHD red.) waar ik werd aangenomen als leerling-journalist. Dat was in ’77, mijn opleiding genoot ik dus bij het NHD. Omdat ik met vrienden al eens naar de TT in Assen was geweest, zei men bij het NHD: ‘Dat is wel iets voor jou’. Motorsport was door de zege van Wil Hartog op de TT plots belangrijk geworden. Ik ging direct naar de grote races in het buitenland. Een gelukje.” De eerste schreden op het pad van de sportjournalistiek waren gezet.

In 1981 verhuisde Volkers naar het ANP. Daar zochten ze een motorsportverslaggever die vervolgens een Olympische verslaggever werd. In dat jaar gold windsurfen als een nieuwe sport op de Spelen. (De Nederlandse) Stephan van den Berg uit Hoorn deed mee. “Ik kwam uit die omgeving en ik kende Stephan, meervoudig wereldkampioen, al een beetje.” Zo deed zich een nieuwe uitdaging voor op het pad van de ambitieuze journalist. Stephan won goud op de Pacific bij Los Angeles, iets dat Volkers al voorzag. Met zijn verslag was hij de eerste, dat hoorde bij het werk van het ANP: John Volkers maakte naam.

Kansen grijpen

Bracht de Noord-Hollandse journalist voorheen verslag uit over het Alkmaarse AZ; na de glans van de Olympische Spelen in 1984 opende zich een nieuw hoofdstuk in zijn carrière. Volkers kreeg de kans de arena te betreden als sportjournalist. Hier bleef het niet bij; de volgende mijlpaal bereikte hij in 1988 met het Nederlands elftal. Nederland werd Europees Kampioen en John was er bij met een volledig journalistiek verslag. “Tja, en toen kwam de Volkskrant om de hoek kijken. Het is niet alléén geluk. Je hebt een beetje geluk en een beetje talent nodig. In mijn beleving moet je in dit beroep ijverig zijn en niet te vaak ‘nee’ zeggen. In je aanloopjaren moet je de meeste klussen aanpakken.” John heeft 33 jaar, tot aan zijn pensioen, volgemaakt bij de Volkskrant. Als het aan hem had gelegen werkte hij daar nog steeds.

Als sportjournalist ben je vaker van huis dan thuis. Volkers was de meeste tijd op pad. Enkel de maandagen was hij aanwezig op het kantoor in Amsterdam om te vergaderen en onderwerpen uit te diepen. “Mijn complimenten voor mijn vrouw en kinderen. Ik was niet vaak thuis, zij konden daar goed mee omgaan. Je moet alle kansen grijpen, ik heb ze gekregen en gepakt. Dat is de reden dat ik als journalist vijftien Olympische Spelen heb bezocht.” Maar tijden veranderen en ook John ziet dat in. “De sportredactie is in de loop der jaren aardig verkleind. Vroeger was alles per sector ingedeeld, nu spreek je van een grotere algemene verslaggevingsafdeling.”

Nog één keer

Hoewel Volkers zich pensionado mag noemen pakt hij in juli zijn koffers voor zijn zestiende Olympische Spelen als freelancer. Zijn aanwezigheid tijdens dit sportevenement in 2021 in Tokio heeft John niet ervaren als bijzonder. “Het was in de tijd van lockdowns, beslist geen leuke periode. De eerste drie dagen zaten we opgesloten in een hotelkamer. We dienden telkens een speekseltest te doen door in een pijpje te spugen. Dat werd in een gesealde enveloppe naar de receptie gebracht. Drie spannende dagen, je kon er zo uitgekieperd worden.” Hij gaat het nog één keer overdoen.

In zijn loopbaan interviewde Volkers vele bekende topsporters. “Je moet er goed over kunnen schrijven en begeesterd zijn. In de sportjournalistiek moet je oppassen op bewonderen, maar je moet je wel voortdurend verwonderen.” Hij verhaalt over journalisten in Zuid-Europese landen. Daar zijn journalisten de supporters, een valkuil als je het John vraagt. Toen het Nederlands elftal in 1988 tijdens het EK van Duitsland won heeft Volkers de Nederlandse journalisten overigens wél geëmotioneerd gezien. De emotie die toen voelbaar was ging veel dieper. Deze wedstrijd droeg de naweeën van de Tweede Wereldoorlog. Dat sportmoment bracht een oude emotie naar boven.”

DNA

Wanneer John dit moment aanhaalt benoemt hij de nodige veranderingen in het huidige medialandschap. Dat is ook de directe reden waarom Volkers uit de voetbalwereld is gestapt. “In die tijd kon je dicht bij de voetballer komen. Ik heb eens na die overwinning op de Duitsers in de kleedkamer van het Nederlands elftal gezeten. Twee spelers rookten een peuk onder hun bankje. Twaalf jaar later in 2000 was ik er opnieuw bij. Nederland verloor van Italië met strafschoppen. Alle spelers, op Frank en Ronald de Boer na, kregen we niet te spreken, ze liepen ons straal voorbij. De bondscoach bleek zijn ontslag te hebben ingediend, wij als journalisten wisten dat niet. Erop terugkijkend kan ik zeggen dat ik de mooiste tijd heb meegemaakt.”

Een van de redenen dat John zo gedreven was in de journalistiek rondom de Olympische Spelen is dat die wereld volgens hem nog onbedorven en eenvoudig was. De sporters kon hij bellen en een persoonlijke afspraak mee maken. Afgelopen week bezocht hij zelfs nog drie vrouwelijke (voormalige) topsporters. “Schrijven kan ik nog niet laten hoor”, lacht hij. Het is onderdeel van zijn DNA. Als klein jongetje lag hij thuis al op zijn buik de kranten door te pluizen en later bracht hij in zijn dorp 40 Volkskranten en 60 edities van de Telegraaf rond. Met de Volkskrant links en de Telegraaf rechts in zijn tas.

Epke Zonderland

Tijdens de Olympische Spelen van Tokio in 2021 werd Epke Zonderland 23ste. In de laatste jaren van diens carrière is veel gebeurd. Lees: coronaperiode, voedingskwesties en een schouderblessure. Toch kan Epke spreken van een geweldige carrière waarin hij zich ontwikkelde tot olympisch kampioen. Op een goed moment appte Volkers de manager van de topturner voor een afspraak, waarna een zoektocht voor een uitgever begon. John Volkers startte namelijk een nieuw project: het schrijven van een ontwapenende biografie over Epke Zonderland. In het boek komen anekdotes voor waarin Zonderland telkens in een quote vertelt wat het bedrijven van topsport met zijn lichaam en geest heeft gedaan. “Het gaat erom hoe hij zijn sport beleefde en hoe je dat moet doormaken. Wanneer ik sporters interview leren zij zichzelf nóg beter kennen. De journalist stelt vragen, de sporter gaat het proces door. Alles heeft een functie en daar denk je heel diep over na.”


De omslag van het boek ‘Epke’.- Foto: aangeleverd

Inmiddels zijn alle wensen van John vervuld, want als hij dat nu nog zou moeten doen, heeft hij naar eigen zeggen iets niet goed gedaan. “Ik moet zeggen dat ik nooit de persoon ben geweest met een zogenaamde bucketlist. Het is door de jaren heen gewoon zo gelopen. Ik ben een bevoorrecht mens dat dit mij is gelukt. Het kan namelijk ook mislukken. Een gebeurtenis kan jou zomaar terugwerpen op iets wat je niet direct nastreefde. Dit zijn bevestigingen dat je met inlevingsvermogen ver kunt komen. In mijn hele carrière heb ik keuzes gemaakt op gevoel en nooit voor het geld. Onthoud die goed”, besluit John Volkers.

Na de Olympische Spelen in juli 2024 kunnen we nog genieten van de sportjournalistiek van zijn hand. In het wekelijkse blad de W4 (Wat Waarland Wekelijks Weet red.) zal de naam van John Volkers nog vaak terug te zien zijn bij zijn columns.