Drie honkbaltoppers zwaaien af

Algemeen
Sander Bol, Roelof Offermans en Leon Korpel speelden hun laatste en winnende thuiswedstrijd en werden met bloemen en een persoonlijk portret uitgezwaaid. (Foto: UWM/gsv)
Sander Bol, Roelof Offermans en Leon Korpel speelden hun laatste en winnende thuiswedstrijd en werden met bloemen en een persoonlijk portret uitgezwaaid. (Foto: UWM/gsv) (Foto: )

Alsof ze in hun lange honkballeven al niet genoeg innings volgemaakt hadden. Leon Korpel, Roeland Offermans en Sander Bol hangen de knuppel aan de wilgen, maar zaterdag kreeg hun laatste thuiswedstrijd een extraatje en hun aanwezigheid in de hoofdmacht een verlenging. 

Tegen Saints waren de reguliere negen innings namelijk niet voldoende om een winnaar aan te wijzen. Pas drie rondes later konden de Schiedamse handjes bij 13-12 juichend de lucht in en de huldiging van de afzwaaiers beginnen.

Inmiddels had Leon Korpel, net als in 2018, toen hij de bal de bomen injoeg en Schiedam de winst en het kampioenschap van de eerste klasse bezorgde, wel weer een homerun bezorgd waarmee hij na een 0-6 achterstand de basis legde voor de latere winst. “Maar die homerun in de kampioenswedstrijd was wel indrukwekkender”, merkt hij op nadat voorzitter Monique Zagwijn de heren bedankt had voor hun diensten. Die diensten duurden voor twee van hen twintig of meer jaar en voor de ander veertien jaar. Ooit was er als jonkies een tijd van komen en nu als plus-dertigers een tijd van gaan. “Het is mooi geweest. We hebben prachtige jaren meegemaakt, maar hebben nu ons gezin en werk dat ons bezig houdt.” Wellicht gaan ze in een lager team door. “In het derde? Nou dat moeten we eerst maar eens zien”, lachen twee man uit dat oude-rotten-team. “Daarvoor moet je uitgenodigd worden.” Die barrière lijkt echter met een biertje-aan-de-bar best wel te slechten.

Hoofdcoach Richard Brown moet het nu zonder die drie sterkhouders stellen. Hij fronst de wenkbrauwen, maar bekijkt het van de positieve kant. “We gaan natuurlijk ervaring en routine missen. Hun vertrek wordt ingevuld door talentvolle jeugd en dat maakt het gat met de mannen, die nu weggaan, niet zo groot.”