Alex Boogers: ‘Onverzettelijkheid zit in de grond van Vlaardingen geharkt’

Algemeen
Alex Boogers is de bekendste Vlaardingse schrijver van deze tijd.
Alex Boogers is de bekendste Vlaardingse schrijver van deze tijd. (Foto: Lenny Oosterwijk)

Boekhandelaar Gerben de Bruijn rekent hem tot de meest gewaardeerde schrijvers van dit moment. Alex Boogers leest op donderdag 6 april voor uit eigen werk in boekwinkel Post Scriptum in Schiedam.

Door Kor Kegel

Onlangs kwam van de 52-jarige schrijver uit Vlaardingen een nieuw boek uit, ‘Wij zijn van diamant’. Hierin gaat hij in op de geschiedenis van Schiedam en Vlaardingen en in het bijzonder op het Geuzenverzet in de Tweede Wereldoorlog. “Ik ben altijd gefascineerd geweest door de Geuzen, als kind al,” zegt Alex Boogers. “Het heeft mij altijd verbaasd dat men vaak denkt dat het in het alom bekende gedicht ‘Het lied der achttien dooden’ van Jan Campert slechts draait om de Februaristakers uit Amsterdam. Feitelijk gaat het om drie Februaristakers in het gedicht. De overige vijftien waren Geuzen die op de Waalsdorpervlakte werden gefusilleerd. Toen ik in ‘Wij zijn van Diamant’ een volkse familie beschreef en daarin terugging in de tijd, kwam ik vanzelf in de oorlog terecht. Het leek mij vanzelfsprekend dat de Geuzen een plek zouden krijgen in de roman.”

Hij is een kwart eeuw na de Tweede Wereldoorlog geboren, maar wie groeit er niet op met de verhalen? “Ik stel me zo voor dat er in elke familie verhalen bestaan die van ouder op kind gaan. Dat is bij mij niet anders,” zegt hij. “Toch heb ik voor ‘Wij zijn van Diamant’ veel research gedaan, zonder mij overigens te laten gijzelen. Het blijft een roman. Het verhaal telt. Niet elk historisch feit hoeft meteen een plek te krijgen.”

In de boekbespreking noemt Gerben de Bruijn het een ijzersterke roman. Het begint in Vlaardingen waar een jongen woont bij de Afrol. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt en de bommen op Rotterdam vallen, besluiten ze bij familie in Amsterdam te gaan wonen. Tante Freya en oom Edu staan echter anders in het leven. Ze proberen zich tegen de overheersing van de Duitsers te verzetten. Wat zich dan afspeelt, geeft het boek een extra morele geladenheid, schrijft Gerben de Bruijn. De Geuzen kwamen voornamelijk uit Vlaardingen en Schiedam en omstreken. Het was de eerste verzetsgroep. Ze weerden zich tegen de vijandelijke overheerser.

Slag bij Vlaardingen

“Onverzettelijkheid zit in de grond van Vlaardingen geharkt. Dat gaat helemaal terug tot de Slag bij Vlaardingen in 1018. Het stroomt onvermijdelijk ook in mijn DNA,” zegt Alex Boogers. Hij beoefent de vechtkunst. Schrijven en de vechtkunst beoefenen zijn voor hem twee helften van een geheel, waarbij, zegt hij, “het ene als vanzelf in het andere overloopt, en zich tegelijk autonoom beweegt, zoals bij een yin-yangsymbool. In het oude Japan was het vanzelfsprekend dat een samoerai zowel het zwaard als het penseel hanteert.”

In zijn eerste boeken omschrijft hij Vlaardingen als Het Naamloze Gat. Dat heeft niets te maken met een haat-liefdeverhouding tot de stad, maar het komt voort uit verbazing: “Toen ik als twintiger regelmatig in Amsterdam was omdat ik bezig was met mijn literair debuut, werd mij vaak gevraagd waar ik vandaan kwam. Niemand wist waar Vlaardingen lag. Dat verbaasde me. Iedereen kende natuurlijk Rotterdam. Ik werd in die beginperiode steeds vaker de schrijver uit een naamloos gat, onder de rook van Rotterdam. Voor mij was Vlaardingen geen onbekende stad, wel voor anderen. Ik besloot Het Naamloze Gat als geuzennaam te gebruiken. Nederland bestaat uit veel naamloze stadjes, maar ze herbergen verhalen, gebeurtenissen, geschiedenissen. Daar wil ik over schrijven.”

Alex Boogers bracht zijn eerste levensjaren door in de Kornelis Speelmanstraat 36. “De huizen zijn afgebroken, ook mijn ouderlijk huis. Er zijn andere woningen voor in de plaats gekomen. Er staat nu ook een foeilelijke parkeergarage. Vroeger was er een stenen trap, die naar de Hoogstraat leidde. Het leek daardoor alsof onze straat lager lag dan de rest van de stad, alsof we in een soort goot leefden. Wel een levendige goot, overigens. Nachtbar Intiem zat op de hoek. Als kind hoorde ik het tumult. Daar viel ik mee in slaap.”