Het Schiedam van Kor Kegel: Zó raken wij ook verbonden!

Op de lijst van ingekomen stukken aan de Schiedamse gemeenteraad stond eergisteren onder ‘oktober’ nog geen enkel document. Niet zo vreemd. Het was maandag en pas de tweede van de maand. Toen keek ik onder ‘september’ en ik raakte opgetogen, want net vóór en net ná het weekend had het college van burgemeester en wethouders een paar brieven aan de raad geopenbaard, waaruit blijkt dat het college goed in staat is om naar de politiek en de samenleving te luisteren.
Het gaat bovendien om onderwerpen, die voor heel veel Schiedammers en bezoekers van Schiedam belangrijk zijn. Om met het straks meest fysiek waarneembare te beginnen: het Stadserf. Er was een plan voor herinrichting met veel groen, maar door prijsstijgingen – onder andere als gevolg van Poetins oorlog tegen Oekraïne – moet dat plan versoberd worden en toch wil het college er het beste uit slepen. In dat plan wordt de ruïne van het Huis te Riviere ofwel het kasteel van gravin Aleida – weer beter zichtbaar. Die camouflerende bebouwing eromheen wordt gelukkig gesloopt. Het college blijkt ook – mede op advies van een aantal fracties uit de gemeenteraad – nog steeds te voelen voor een eigen entree van Theater aan de Schie aan de zijde van de Broersvest. En dan wordt er ook aangekoerst op een groene omgeving: een mooi plein, dat een jaloers makend visitekaartje aan deze toegang tot Schiedam-Centrum kan worden. Het past in de ambitie om de verbinding tussen de historische binnenstad en station Schiedam-Centrum te verbeteren.
Ik vind het fijn om dit te vernemen en nu maar hopen dat het haalbaar is – maar als je echt wilt, kom je een eind. Het andere is ook al wat helemaal in de rede ligt, als een gemeentebestuur de ogen en oren opent voor wat de gemeenschap wil. De sportclubs hadden eerder dit jaar bezwaar gemaakt tegen een Europese aanbesteding voor het beheer en de exploitatie van de Schiedamse sportparken. Daarop stelde sportwethouder Antoinette Laan een ‘aanbestedingspauze’ in en gingen haar ambtenaren in overleg met de sportclubs, tezamen en afzonderlijk. Het leidt tot een voornemen, waarin de lokale sportwereld zich kan herkennen. Niet een commerciële marktpartij gaat het doen, maar een zogenaamde verbonden partij. Dat kan een stichting zijn of een gemeenschappelijke regeling, maar in elk geval een constructie waarin de gemeente een flink bestuurlijk en financieel belang heeft. Zo voorkom je dat iemand van buitenaf ineens idiote tarieven gaat hanteren of zaken op z’n beloop laat.
Iedereen blij, maar wat ik óók belangrijk vind is dat er uit deze brieven van het college spreekt dat het wel degelijk kan helpen als je je mening laat horen. Dat het niet uitmaakt wat je zegt omdat die bestuurders toch hun eigen zin doordrijven, dat is hier heel duidelijk niet zo.