Schiedammers strijden mee om poëzieprijs

Voor de 4e keer op rij wordt op 29 oktober het Groot Gouds Stadsdichtersgala gehouden. Een jaarlijks feest vol poëzie. Waarbij deelnemers strijden om de Grote Prijs van Gouda: de landelijke onderscheiding voor de beste Stadspoëzie.
Zo’n 32 stads-, dorp-, streek- en provinciedichters gaan deze poëtische strijd met elkaar aan in Gouda, waaronder maar liefst 2 Schiedammers: Yvette Neuschwanger-Kars (Provinciedichter Zuid-Holland en voormalig stadsdichter Schiedam) en Jarle Lourens, de stadsdichter van Schiedam. Tijdens het gala strijden de dichters om de Grote Prijs van Gouda: via een spannende voorronde komt het uiteindelijk tot een winnaar van deze landelijke prijs. De jury, onder leiding van schrijver Ronald Giphart, bepaalt welke 9 dichters doorgaan naar de halve finale. Daarna ligt het lot van de dichters in handen van het publiek: als toeschouwer geniet je dus niet alleen van een hele middag vlammende, maar bepaal je ook wie uiteindelijk met de Grote Prijs van Gouda naar huis gaat!
Wil je Yvette en Jarle zien optreden en steunen? Tickets voor het gala zijn verkrijgbaar via de website van de Goudse Schouwburg. Naast de poëtische hoofdprijs wordt nog een aantal prijzen uitgereikt. Zoals de Marianka Peters Persprijs, voor de meest aansprekende dichter op het festival. Ook is er de Gildeprijs, voor de meest talentvolle afvaller van de voorrondes. Deze wordt aangewezen door een jury bestaande uit oud-stadsdichters. Tot slot krijgt aan het eind van het gala een van de dichters de sleutel tot Forteiland Pampus overhandigd en mag zich voortaan eilanddichter van Forteiland Pampus noemen.
De voorrondes met alle 32 dichters vindt plaats van 14.00 tot 17.00 uur. De halve finale en finale zijn van 19.00 tot 22.00 uur. Met het toegangsticket heb je toegang tot het gehele programma en dus de mogelijkheid om Yvette en Jarle te steunen. Yvette (die in 2019 het tot de finale wist te schoppen) ziet het in ieder geval wel zitten: “Voordragen voor publiek blijft iets magisch. Maar het wordt nog net iets toffer als er ook stadsgenoten in de zaal zitten.”
