Ouderenhuisvesting is een hot item

Algemeen
42% van alle hoofdhuurders is 65 jaar of ouder.
42% van alle hoofdhuurders is 65 jaar of ouder. Foto: Leszek Glasner

REGIO - In de nieuwsbrief van ZZWW staat een artikel over Ab Gieling, directeur van woningcorporatie De Woonschakel. De redactie wil dat haar lezers niet onthouden.

“Mensonterend vind ik het: dan ben je meer dan vijftig jaar getrouwd en word je van elkaar gescheiden omdat je partner naar een verpleeghuis moet. Daarom ben ik zo blij dat we in het vernieuwde woonzorgcomplex Martinus in Medemblik ook appartementen voor twee mensen maakten. Dan denk ik trots: zo voegen we als woningcorporatie echt iets toe”, zegt Gieling. “Natuurlijk is het dan wel de bedoeling dat de achterblijvende partner na het overlijden van zijn of haar echtgenoot of echtgenote in het appartement mag blijven wonen. Dat moet wel goed geregeld worden, anders is het nog altijd vreselijk.”

Ouderenhuisvesting is één van de belangrijkste onderwerpen die hem na aan het hart ligt. “Het is namelijk een hot item. Ik merk dat aan de signalen die we bij De Woonschakel binnenkrijgen. Bovendien zie ik ook de vergrijzingscijfers regelmatig voorbij komen.”

Cijfers

De Woonschakel heeft 5.900 zelfstandige huurwoningen in Westfriesland. De gemiddelde leeftijd van alle hoofdbewoners is 57,4 jaar. Maar liefst 42% van alle hoofdhuurders is 65 jaar of ouder. In de standaardwoningen met vier of vijf kamers wonen 1.200 hoofdhuurders met een gemiddelde leeftijd van 74,7 jaar. In de duizend seniorenwoningen is de gemiddelde leeftijd van de hoofdhuurder 78,6 jaar. De Woonschakel heeft zeven woonzorgcomplexen/seniorenwoningen met zorg dichtbij voor ouderen in de regio en is bezig om Knarrenhofjes in de regio te bouwen (waarbij senioren voor elkaar zorgen). Als duizend mensen in een gehuurde eengezinswoning wonen, terwijl ze boven de 65 zijn, dan blijkt dat de doorstroming op de huurmarkt stokt. Komt dat omdat er te weinig woonzorgcomplexen en huurwoningen voor zelfstandig wonende ouderen zijn, zoals aanleunwoningen? “Ja, dat is zeker een oorzaak, al hebben we helaas geen goed inzicht in de wachtlijsten. Maar er is zeker veel behoefte aan, dat weten we wel.”

Meer bouwen

Kan De Woonschakel niet meer seniorenwoningen of woonzorgcomplexen bouwen in bijvoorbeeld in Hoorn en Stede Broec? “Daar zijn verschillende redenen voor. Op de eerste plaats werkt de marktwerking tegen ons. Grote zorgaanbieders willen geen langlopende contracten van twintig jaar meer aangaan. Ze zijn bang dat ze een aanbesteding verliezen bij een gemeente voor de thuiszorg die ze aan zelfstandig wonende ouderen bieden. Contracten met ziektekostenverzekeraars voor de intensieve zorg in woonzorgcomplexen zijn ook kortlopend. Ik heb veel begrip voor de zorgaanbieders die geen langlopende contracten willen, hoor. Maar wij moeten miljoenen investeren, dus we willen ook zekerheid”, verzucht Gieling.

Ab Gieling, directeur De Woonschakel

“Een ander aspect is dat de gedachten over hoe je zorg geeft, veranderen in de loop der jaren. Van grootschalige instellingen, zoals de vroegere verzorgingshuizen, naar kleinschalige woongroepen voor mensen met dementie bijvoorbeeld. Niet elk gebouw kan die veranderingen aan. Daarom willen zorgaanbieders het contract soms niet verlengen.” Het derde punt volgens Gieling is dat zorgaanbieders de 24-uurszorg wegens personeelsgebrek in kleine woningcomplexen niet kunnen garanderen. Daarvoor willen ze dan juist grotere woonzorgcomplexen. “Als die later te groot blijken en een woonzorgcomplex leeg komt te staan, kunnen we ze wel ombouwen voor starters, maar ja, dat kost geld. En we moeten dan ook vaak de huren verlagen.”

Verder speelt volgens Gieling bij het bouwen van seniorenwoningen waarin mensen zelfstandig wonen dat gemeentes soms wat huiverig zijn. “Ze zijn bang dat nog meer senioren dan een beroep doen op de gemeente voor vervoer of huishoudelijke hulp.”

Knarrenhofjes

Er gloort toch enige hoop. Er zijn toch drie Knarrenhofjes in de regio in de maak? “Jazeker”, beaamt Gieling. “Goed idee. Die woningen zijn weliswaar bestemd voor mensen die hun huis verkochten, dus levert het geen doorstroming op de huurmarkt op, maar ik ga zien hoe die Knarrenhofjes over tien jaar functioneren. De pioniers trekken erin met veel enthousiasme en die worden op een gegeven moment zo oud, dat het de vraag is of het zorgen voor elkaar, wat de bedoeling is van een Knarrenhofje, nog steeds lukt.” Kortom, nieuwe huurwoningen voor senioren (met of zonder zorg) bouwen is vrij ingewikkeld, wil Gieling maar zeggen.

Hulp voor de tuin

Overigens er niet alleen behoefte aan nieuwe woningen. Veel mensen blijven graag in hun huis wonen. “Vaak wordt op een gegeven moment voor onze oudere huurders de tuin een probleem. We proberen daar nu een oplossing voor te vinden door tuinonderhoud aan te bieden. Daarbij zetten we mensen in die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben, zodat het mes aan twee kanten snijdt. Dat betekent wel dat we creatief moeten zijn om dit te regelen, want wij hebben vanuit de overheid een opdracht gekregen om huisvesting te bieden en daar past strikt genomen tuinonderhoud niet in. En dat is dus precies wat ik juist zo belangrijk vind: dat je als organisatie kijkt naar hoe je iets wel kunt realiseren en niet bij elke beer op de weg meteen roept ‘dat kan niet, hoor’. Of: ‘We doen het al jaren zo, dus blijven we het zo doen’.”

Denk in oplossingen

Dat zoeken naar creatieve oplossingen is zijn hoop voor het project ‘Langer gezond thuis’ in Stede Broec: de gemeente, Omring en de seniorenraad bedenken met elkaar oplossingen. “Een van de zaken die naar voren is gekomen is dat er eigenlijk een plek binnen ‘schuifelafstand’ moet zijn waar buurtgenoten - jong en oud - elkaar ontmoeten. Samen eten of andere activiteiten ondernemen, zeker nu veel buurthuizen gesloten zijn. Als wij als woningcorporatie gevraagd worden om een dergelijke ruimte beschikbaar te stellen, dan werken we daar zeker aan mee.” Gieling hoopt dat andere gemeenten een vergelijkbaar project als in Stede Broec oppakken. Om gemeentes te prikkelen, vraagt De Woonschakel weleens naar de actuele woonzorgvisie bij gemeenteambtenaren of wethouders. “Die hebben ze niet of hij is verouderd of is te beperkt. Daarom wil ik gemeentes oproepen om in elk geval minimaal een woonzorgvisie te ontwikkelen en telkens te actualiseren. En die kan dan als basis dienen voor het prestatieconvenant.” Gieling pleit ervoor dat bestuurders van gemeenten, zorgorganisaties, welzijnsorganisaties en woningcorporaties jaarlijks gezamenlijk in een prestatieconvenant concreet afspreken wat ze gaan doen om de ouderenhuisvesting en ouderenproblematiek komende jaren op te lossen. “Dus niet alleen een betere overlegstructuur optuigen, zoals ZZWW voorstelt. Daar ben ik ook voor, want dat ontbreekt nu. Maar met zo’n prestatieconvenant gaan we een stap verder. Na een jaar vinken we af wat er wel en niet is gebeurd en waarom. En dat werkt vooral goed als iedereen bereid is om mee te werken.”

Ab Gieling.

Lees nu de laatste editie van de digitale krant

Agenda