Speech Dodenherdenking burgemeester Nieuwland

Algemeen
Burgemeester Sebastiaan Nieuwland.
Burgemeester Sebastiaan Nieuwland. (Foto: archief)

“De Dodenherdenking heeft altijd een sober karakter. Maar zo sober als de afgelopen twee jaren - zonder publiek, zonder muziek - hebben we het nog nooit meegemaakt. Nu ik voor het eerst voor u sta op 4 mei, in deze kerk, voel ik pas hoe groot dat gemis is geweest. Het is bijzonder om weer bij elkaar te zijn.

De twee minuten stilte zullen straks misschien nóg stiller voelen dan vorig jaar, juist omdat we samen zijn. Een gedeelde stilte, waarin onze gedachten naar de oorlogsjaren gaan. Naar de verschrikkingen die hier tussen 1940 en 1945 zijn voorgevallen. De meesten van ons hebben het niet meegemaakt, gelukkig, maar we kennen wel de verhalen. We weten welke offers zijn gebracht.

Bij de herdenking van de vliegramp in februari bracht ik de term offers ook al ter sprake. In mijn ogen betekent dat: ik geef opdat u iets teruggeeft. Dat voert voor mij verder dan de levens die zijn gegeven voor de vrijheid. Het gaat ook over de risico’s die individuele burgers nemen, de mogelijke gevolgen die hun daden kunnen hebben.

Denk aan de jonge Jacob Tromp, die op zijn zeventiende al illegale kranten rondbracht, maar werd verraden en omkwam in Kamp Neuengamme – nog maar negentien jaar oud. Zomaar een naam van de plaquettes bij ons gemeentehuis, waarachter een heel leven verborgen ligt. Zoals achter alle namen op plaquettes échte mensen, levens en verhalen schuilgaan.

De mensen die in het verzet gingen, staken hun nek uit in de wetenschap dat het hun leven zou kunnen kosten. Maar óók het leven van hun familieleden kon in gevaar komen. Of dat van willekeurige burgers, die soms als vergelding voor verzetsacties werden omgebracht. Dat bracht een grote verantwoordelijkheid met zich mee.

Denk aan de mannen die bij hier de spoorlijn werden gefusilleerd, als vergelding voor een actie van het lokale verzet. Drie willekeurige gevangenen die werden gedood. Zonder proces, zonder pardon. Dit als waarschuwing van de bezetter: zit ons niet dwars. Vanmiddag hebben we daar al bij stilgestaan, bij het monument langs het spoor.

We kennen de verhalen over de onderdrukking, de rechteloosheid, de angst. Over de blijdschap op D-Day, toen de bevrijding zo dichtbij leek, maar Uitgeest moest eerst nog een Hongerwinter doormaken. We kennen de verhalen over de geallieerde soldaten die vochten om ons te bevrijden. Over het Amerikaanse toestel dat in februari 1944 werd beschoten en hier om de hoek in een weiland neerstortte. Wildvreemde mannen, die ver van huis het leven lieten voor onze vrijheid. Zij hebben het hoogst denkbare offer gebracht.

Dit kunnen we doortrekken naar de tijd van nu: ook vandaag de dag worden militairen uitgezonden op vredesmissies. Zij geven hun partner en kinderen een knuffel en stappen op een vliegtuig, op weg naar een oorlog in een ander land. In de wetenschap dat ze hun partner voorlopig alleen via facetime spreken en geen verhaaltjes aan hun kinderen voorlezen, op de rand van het bed. Ze realiseren zich dat hun bestaan maandenlang onder hoogspanning zal staan, dat ze misschien makkers verliezen en ze weten zelf niet of ze gezond en wel terugkomen. Alleen al dat niet-weten is al een ontzagwekkend groot offer.

Soms klinkt de vraag: waarom zou je die verhalen over de oorlog nog vertellen? Het is al zo lang geleden. Er zijn steeds minder mensen die het zelf hebben meegemaakt. Dan denk ik altijd aan mijn geschiedenisleraar, die zei: ‘Je kunt het heden alleen begrijpen als je de geschiedenis kent.’ De geschiedenis herhaalt zich namelijk altijd. Wie zich verdiept in het verleden, kan daar iets van leren en is beter voorbereid op de toekomst.

We zien op dit moment dat de geschiedenis zich herhaalt, op drie uur vliegen van Uitgeest. Elke avond luchtalarmen boven steden. Wegen vol tanks. Lege winkels. Mensen op de vlucht. Vaders die hun vrouwen en kinderen omhelzen, voor ze op de trein stappen. Levenloze lichamen op de weg. Stukgeschoten huizen. Roofpartijen. We volgen het via het nieuws, alsof het een film is.

Maar het is geen film, het gebeurt echt. Het is geen kwestie van de tv uitzetten en doorgaan, het raakt ook onze levens. Kijk maar naar de vluchtelingen die naar ons land komen, ook hier in Uitgeest.

Deze vluchtelingen offeren hun huis en haard op voor veiligheid. Het beste offer dat wij kunnen brengen, is een beetje inschikken en plaats maken voor deze mensen. Ze een gastvrij welkom geven, onderdak, het gevoel dat ze erbij horen. Gelukkig zie ik dat ook gebeuren: de vluchtelingen worden met open armen ontvangen. Dat typeert ons dorp. Op deze vierde mei zijn ook de Oekraïense mensen die bij ons wonen in mijn gedachten. Ik denk aan wat zij hebben achtergelaten, aan wat zij zijn verloren.

Er is de afgelopen jaren veel gesproken over vrijheid. In lijn daarmee koos het Nationaal Comité 4 en 5 mei dit jaar voor de Dodenherdenking als thema Vrijheid in Verbondenheid. Natuurlijk hebben we ingeleverd – noem het gerust een offer voor de gezondheid van ons allen. Voor de bescherming van de meest kwetsbaren.

Toch ebt dat gevoel van onvrijheid razendsnel weg wanneer ik zie wat er nu gebeurt in het oosten van Europa. Waar landsgrenzen niet gerespecteerd worden en een land zijn buurland met bruut geweld probeert te onderdrukken. Waar de vrijheden die inwoners na de Koude Oorlog hebben herwonnen steeds verder worden teruggeschroefd. Dat is onvrijheid op een ander niveau.

Oorlog is niet iets van lang geleden. Oorlog is niet iets van ver weg. Juist daarom is het van groot belang om de verhalen levend te houden in ons eigen dorp. Ervan te leren. Ons te realiseren hoeveel vrede en vrijheid waard zijn. En ook: wat het soms kost. Vrede en vrijheid zijn nooit gratis, er wordt altijd voor betaald met risico’s, met mensenlevens, met kapotgeschoten steden.

Ik nodig u uit om eens stil te staan bij onze vrede en vrijheid en bij de offers die daarvoor zijn gebracht. Een mooie plek daarvoor is één van de monumenten in ons dorp: dat bij het gemeentehuis of bij het weiland van de vliegramp. Of bij het veteranenplantsoen dat we hebben aangelegd, dat onlangs een prachtige nieuwe inrichting heeft gekregen.

Misschien wilt u ook nadenken over de offers die u zelf kunt brengen. De vrede die u op uw eigen vierkante meter kunt realiseren. Dat klinkt zwaar, maar deze opgave is gemakkelijker dan u misschien denkt. Het gaat om kleine gebaren. Mensen respecteren, zonder vooroordelen benaderen, het gesprek aangaan met andersdenkenden. Of misschien nog eenvoudiger: door gewoon samen te wonen, te werken en te leven met anderen. Zo simpel is het. Vrede en vrijheid beginnen altijd klein.”