Column ‘Herman vindt er wat van’

Algemeen
Afbeelding
(Foto: )

High-End

Al sinds jaar en dag proberen verkopers hun waar te slijten met een extraatje. Die zit vooral in de verpakking, of in de taal. Ik kan me een visboer herinneren in Heiloo die zijn paling luidkeels aanprees als ‘Het Goud van de Zuiderzee’. 

Paul van Vliet had in zijn beroemde sketch als De Boer het lumineuze idee om plakken koeienstront te verkopen als placemats. Plee-smets, leuke dingen voor de mensen. Ik heb zelf een achtergrond in marketing, dus ik weet wat de kracht van het woord kan zijn. Moet je een beugel? Of mag je een beugel?! Zo boog ik als reclameman de gehate verplichte bril om tot het fashion statement ‘oogmode’, waarbij het bijna noodzakelijk lijkt om er meer dan een te hebben zodat het matcht met je outfit.

Het nieuwste van het nieuwste is echter de toevoeging High-End. Ik kende de term al vanuit de hoek van geluidsfetisjisten. Misschien ken je ze wel: van die audiofielen, die zonder blikken of blozen € 75,- uitgeven voor een gouden plug, omdat daar de geluidskwaliteit van hun koptelefoon van € 1000,- mee zou verbeteren. Maar nu kom ik de term werkelijk overal tegen. Toen ik laatst in een hoedenwinkel was, grapte ik tegen mijn vrouw: “Is deze hoed wel high-end?”, waarop de verkoopster zich haastte om te zeggen dat het zéker het geval was. Naast high-end apparatuur heb je dus high-end makelaars, high-end fashion, high-end havermout en wellicht ook high-end plakband. Ofzo. Maar onthoud: een mooie verpakking zegt nog niets over de kwaliteit. En ik dichtte: als consument/trek je vaker aan het kortste end/dan aan het haaiste end.

reacties@hermandejager.nl