‘We herdenken nu onze gesneuvelde stadgenoten nog steeds’

Algemeen
Wout Wetters demonstreert tijdens Koempoelan in De Windwijzer de werking van een oud Indisch strijkijzer.
Wout Wetters demonstreert tijdens Koempoelan in De Windwijzer de werking van een oud Indisch strijkijzer. (Foto: Frans Assenberg)

Ondanks de regen waren afgelopen maandag de bijeenkomsten op begraafplaats Emaus en in De Windwijzer in het kader van de Indië-herdenkingen indrukwekkend.

door Frans Assenberg

De Vlaardingse Indië?-herdenking is in juni 2020 door de stichting Indisch Belang Vlaardingen geadopteerd en van 4 mei verhuisd naar 16 augustus. Deze datum doet volgens Wout Wetters veel meer recht aan de toenmalige reden tot uitzending (van Nederlandse militairen red.) na de Japanse capitulatie in het verre oosten en het definitieve einde van de Tweede Wereldoorlog.

Een handjevol mensen namen op Emaus de moeite het neerleggen van zonnebloemen bij te wonen bij het Indië-monumenten. Daaraan vooraf gingen enkele vloedvolle speeches van Joop Teunisse, voorzitter van genoemde stichting, mede-organisator Wout Wetters, beiden mannen zijn hoogbejaard, en burgemeester Bas Eenhoorn. De eveneens hoogbejaarde Lilly Touwen opende de bijeenkomst met poëzie. Zij is een overlevende van het Japanse Interneringskamp voor vrouwen en kinderen in Batavia (Indië?) in de Tweede Wereldoorlog. Teunisse: ‘We herdenken nu onze gesneuvelde stadgenoten nog steeds, zoals dat al jaren gebeurd. Het is een eerbetoon aan de omgekomen militairen en het is van belang om ons te blijven herinneren wat er tijdens en direct na de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië? is gebeurd.’

Een dag eerder, 15 augustus, werd in Den haag bij het Indië?-monument de Nationale Indië?-herdenking gehouden. Joop Teunisse werd in Indië? geboren en zijn familie werden naar Nederland gerepatrieerd. Wout Wetters ging in 1946 als een jongen van 20 jaar naar Nederlands-Indië?. Wetters: ‘Ik ging er heen om voor koningin en vaderland orde en recht te handhaven. Nog steeds worden Nederlandse militairen over de hele wereld uitgezonden om een bijdrage te leveren aan internationale en lokale veiligheid.’ Met de adoptie van de herdenking is volgens Wetters een verdieping verkregen in het besef aangaande de morele verantwoording die dergelijke immens belangrijke regeringsbesluiten tot militaire uitzending hebben op het leven van troepen.’

De bijeenkomst in De Windwijzer had een serieus en een vrolijke component. Joop Teunisse opende de goed bezochte Kompoelan (Indonesisch voor ‘vergadering’) waarna historica en publiciste Vilan van de Loo een indrukwekkende exposé naar voren bracht over het boek Anak Kompenie en over schrijfster Lin Scholte. Anak Kompenie was de dochter van een Hollandse militair en een Javaanse vrouw. Het grote publiek leerde haar kennen als Lin Scholte, schrijfster van romans en verhalen over het oude Indië?, over het kazerneleven waarin zij was opgegroeid, en over wat daarna kwam. Een kind van de ‘Compagnie’ was ze en bleef ze, Anak Kompenie. Indrukwekkende verhalen die recht doen aan de problemen die zowel Nederlanders als Indiërs ondervonden.

Voorzitter Joop Teunisse memoreerde in zijn toespraak de op 22 mei 2021 in Vlaardingen overleden Arie van de Water. Hij was Nieuw-Guinea-veteraan en van 2000 tot 2016 een van de drijvende krachten van de Indië-herdenking op Emuas. Tevens was Arie van de Water voorspreker met betrekking tot de mensenrechtensituatie op West-Papoea Guinea en drager van van het Nieuw-Guinea Herdenkingskruis.