Een zomereik geplant als herinnering aan Albert Maat

Algemeen
Ina Bezemer-Maat (tweede van links) kijkt samen met Maria Maat toe hoe haar man Wim Bezemer(links) samen met Cor Maat de zomereik ter nagedachtenis aan de omgekomen brandweerman Albert Maat in het herinneringsbos plant. Foto: UWM/PS
Ina Bezemer-Maat (tweede van links) kijkt samen met Maria Maat toe hoe haar man Wim Bezemer(links) samen met Cor Maat de zomereik ter nagedachtenis aan de omgekomen brandweerman Albert Maat in het herinneringsbos plant. Foto: UWM/PS (Foto: )

Ina Bezemer-Maat kan het zich nog als de dag van gisteren herinneren. De deur van het klaslokaal van de Da Costaschool ging open en zij werd gevraagd om heel snel naar huis te komen. De 14-jarige Vlaardingse pakte haar fiets en snelde naar huis. “Er is wat met mijn moeder,” dacht ik onderweg in eerste instantie, maar toen ik thuis kwam zag ik mijn moeder in tranen.”

DOOR PETER SPEK

“Ik hoorde dat mijn broer Albert op 28-jarige leeftijd, samen met nog vier brandweermannen, was omgekomen bij een ongeluk met een brandweerwagen bij de Koningin Wilhelminahaven en dat zorgde in Vlaardingen voor heel veel verdriet. Het leed van dit verlies heeft ons in de familie altijd achtervolgd,” zegt Ina Bezemer-Maat en zij hoorde vorig jaar dat in het Krabbepark een herinneringsbos werd ingericht. “Dat was een mooi moment om mijn broer Albert met het planten van een boom te herdenken en zijn naam in ere te houden.” Het was 9 februari 1951 rond half elf. De vrijwillige brandweer was opgeroepen voor een brand aan de Koningin Wilhelminahaven. Een dikke laag ruwe olie dreef op het water van de Koningin Wilhelminahaven en nog om onbekende reden vloog de olie in brand. “De chauffeur van de Vlaardingse brandweerwagen, met daarin mijn broer Albert Maat en nog vier collega’s, werd verblind door een dikke rookwolk. De brandweerauto schoot het water in en de vijf brandweermannen achterin de auto zaten als ratten in val. Zij konden de brandweerauto niet meer verlaten en verdronken. De chauffeur en de bevelvoerder, die voorin zaten konden zich ternauwernood uit de brandweerauto redden en konden op de kant gehaald worden door toegesnelde helpers,” weet Ina Bezemer-Maat zich nog goed te herinneren. 

Het verdriet was groot en met veel eerbetoon werden de omgekomen brandweermannen begraven

Het verdriet was groot in Vlaardingen en met veel eerbetoon werden de omgekomen brandweermannen op 13 februari 1951 begraven. “Ik heb dat intens meegemaakt als jong meisje. Al die huilende mensen maakte een grote indruk op mij bij de begrafenis.” De overleden brandweermannen werden vanaf de net geopende brandweerkazerne aan de Hoflaan, via een route door het centrum, naar de begraafplaats gereden. Langs de kant stond een grote mensenmassa, die op deze manier aan de omgekomen brandweermannen de laatste eer bewezen. “Vooral het verdriet zien van je vader en moeder heeft veel indruk op mij gemaakt. Ook de periode daarna was zwaar. Mijn ouders  hebben dat verlies eigenlijk nooit kunnen verwerken,” kijkt Ina Bezemer-Maat terug op die bewogen tijd. “Onze familie was nauw verbonden met de brandweer. Mijn vader was een vrijwillige brandweerman en gaf dat gevoel door aan mijn broer Albert, die al op jonge leeftijd de brandweerkazerne instapte om ook brandweerman te worden. “Mijn vader wist daarom als geen ander, wat hij meegemaakt heeft in die minuten, dat de brandweerwagen het water inreed van de Koningin Wilhelminahaven.” Voor dat fatale ongeluk leek het leven van de familie Maat weer een beetje een zonnige kant te krijgen. “Mijn vader was door de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog opgepakt en tewerkgesteld in Dresden. “Wij waren uiteindelijk blij dat hij die deportatie ternauwernood had overleefd.” Onlangs was het moment om de boom, een zomereik, in het herinneringsbos in het Krabbepark te planten samen met de broer van Ina Bezemer-Maat, de inmiddels 89-jarige Cor Maat. “Dat was wel een even een emotioneel moment. Ik heb daarbij wel een traantje gelaten,” besluit Ina Bezemer-Maat.