Pauline Broekema doet met lezing in Geuzenmaand haar oom Pieter recht

Algemeen
Pauline Broekema houdt een lezing en later in de maand een voorstelling met The Amsterdam Consort.
Pauline Broekema houdt een lezing en later in de maand een voorstelling met The Amsterdam Consort. (Foto: )

Het thema van de Geuzenmaand sluit goed aan bij waar ze in haar schrijverschap naar streeft: ‘Recht doen’. Op donderdag 10 maart geeft journaliste en schrijfster Pauline Broekema een lezing in de Harmonie in Vlaardingen.

Door Kor Kegel

De familiekroniek ‘Het Boschhuis’ staat daarin centraal. “Recht doen, dat heb ik met dat boek geprobeerd te doen. Recht doen aan mijn oom Pieter ter Beek, de jongste broer van mijn moeder. En andere mannen en vrouwen die in het verzet zaten en dat met de dood of een levenslang trauma moesten bekopen.” De basis voor het boek vormde het familiearchief van haar grootvader. Ze schreef het boek toen ze nog verslaggever was bij het NOS Journaal. Daar werkte ze 34 jaar. “Dat schrijven deed ik tussen de bedrijven door en om het te kunnen afronden heb ik enkele maanden onbetaald verlof genomen.”

Toen haar oom Pieter op 24-jarige leeftijd in november 1944 door de Duitsers werd gepakt, haalden ze zijn ouderlijk huis leeg. Dat was Het Boschhuis in Bilthoven. “Ze roofden alles wat los en vast zat,” zegt Pauline Broekema. “Mijn grootouders wisten te ontkomen en onder te duiken. Vrienden hebben de papieren van mijn opa weten te redden. Pieter is vastgezet in de Wolvenpleingevangenis in Utrecht en verhoord door de Sicherheitsdienst. Enkele dagen later is hij met vijf andere verzetsmensen gefusilleerd.”

Pauline Broekema beschrijft in haar lezing welke sporen zo’n geschiedenis achterlaat. “Na de oorlog betrokken mijn grootouders Het Boschhuis weer. Ik heb er als meisje gelogeerd. Ik vond het daar eigenlijk altijd een beetje eng. Er hing ‘oorlog’. Je voelde als kind al dat vóór de bezetting het leven goed was geweest en dat het na de Bevrijding nooit meer werd als toen. Dat zullen veel nabestaanden van andere verzetsmensen ook hebben meegemaakt. Maar er zijn meer voorbeelden van de manier waarop de bezetting doorwerkt.”
Ze geeft zo’n voorbeeld: “Onze kinderen hebben we van jongs af aan meegenomen naar herdenkingen. Zonder ze te overvoeren met verhalen over de oorlog. Op vakantie in Noord-Groningen wees ik ze op het huis waar twee jonge verzetsmensen ondergedoken zaten. Ze werden verraden en sloegen op de vlucht voor de SD. Van de bewoner mochten we mee naar de achtertuin. Hij wees de kinderen op het slaapkamerraam, waardoor de jongens waren ontsnapt. Maar na een vuurgevecht in een akker verderop zijn ze in elkaars armen gestorven. Dat maakte diepe indruk op de kinderen. En op ons.”

Voordat ze haar boek ging schrijven, deed Pauline Broekema langdurig onderzoek in allerlei archieven. “Dat ook is een onderdeel geweest van iemand recht doen. Ik wilde weten hoe mijn oom tot zijn verzet kwam. Wat de praktijk van het verzet inhield. Hoe hulp aan geallieerde piloten in zijn werk ging. Hoe werd een overval voorbereid om aan bonkaarten voor onderduikers te komen? Ik zocht naar verhalen over de spanning die het leven van die mannen en vrouwen beheerste. Bij Het Nationaal Archief in Den Haag nam ik de dossiers door van de mannen die mijn oom verhoorden en ombrachten. Ik zag hun foto’s, na de oorlog genomen in burgerkleding. Een van hen was berucht om zijn wreedheden tijdens de verhoren. Nu zag ik de gezichten van de daders. Ik keek ze als het ware in de ogen.”

Ze werd geconfronteerd met het verschil tussen vrijheid en onvrijheid. “Ik zal in de lezing vertellen over een briefje dat ik tussen de papieren van mijn grootvader vond. Het illustreert goed wat onvrijheid betekent. Het bracht me inzicht in een aspect van het verzet dat ik niet kende.” 

Welke consequenties trekt zij uit de verhalen van toen? “Dat je ook in een wereld waarin conflicten steeds weer oplaaien tóch moet proberen goed voor elkaar te zorgen. Voor de mensen om je heen en ver weg. Je moet er zijn voor de ander. Dat is het minste waarmee je de mensen recht kunt doen over wie we het in de Geuzenmaand hebben.”

Voorstelling

Ze geeft niet alleen een lezing. Later in de Geuzenmaand komt Pauline Broekema nog een keer naar Vlaardingen. In de Stadsgehoorzaal geeft ze op dinsdag 22 maart met The Amsterdam Consort een voorstelling rond haar boek ‘Het uiterste der zee’. “Zij spelen en ik ben de verteller. Het is het verhaal van het joodse meisje Sara, dat gescheiden van haar moeder in onderduik de oorlog overleeft. Ik heb op basis van mijn boek de tekst geschreven. En wel zo dat wie het boek niet kent het verhaal toch kan volgen. De musici kozen er prachtige muziek bij. Ravel, Sjostakovitsj... het is, vind ik zelf, een bijzondere voorstelling.”

Pauline's opa Jules ter Beek en oma Adriana ter Beek-Kreuger met hun kinderen. De jongste jongen is Pieter ter Beek. Het jongste meisje is haar moeder Joke.