Mooi 55e lustrum van de Historische Vereniging Vlaardingen in Grote Kerk

Algemeen
Stand van de stichting Geuzenpenning Vlaardingen.
Stand van de stichting Geuzenpenning Vlaardingen. ((Foto: Frans Assenberg))

Met alle soorten van genoegen togen zaterdag vele Vlaardingers naar de Grote Kerk op de Markt. Daar werd de 55e verjaardag gevierd van de Historische Vereniging Vlaardingen, de HVV. Er waren geen nors kijkende veiligheidsmensen, geen QR-codes, geen onzinnige inschrijvingen. Iedereen kon gewoon binnenlopen en genieten van een gezellig samenzijn.

Door Frans Assenberg

Heel veel lokale en andere organisaties waren aanwezig om dit leuke lustrum te vieren. Meteen bij binnenkomst kon de bezoeker kennismaken met de geheime van het enorme Van Pethegem-orgel. In zijn binnenste trof men in de houten pijpen heel oude documenten aan. Een reconstructie toont hoe dat in elkaar stak. Bij de stand van de AWN, de Archeologische Werkgroep Nederland is het druk. Leden van de lokale onderafdeling, Helinium, demonstreren hoe kleine vondsten dienen te worden schoongemaakt.

Vanuit een emmer met zwart water tovert een medewerkster schoongemaakte scherven. Ze blijken te komen uit de omgeving van het water de Zweth. Namelijk perceel 7 en 8. Een briefje spoort de bezoeker aan kaarten mee te nemen: “Neemt u gerust een pakje kaarten mee. Een kleine vergoeding stellen wij op prijs.” Even verderop kan de argeloze geïnteresseerde zonder te betalen een mooi boekje van de historie van Maassluis het zijne noemen. Het zijn leden van de Historische Vereniging Maassluis die het goed naar het z’n blijken te hebben in het Vlaardingse. Niet zonder trots horen de Vlaardingers van de westerburen dat er in hun stad heel mooie huizen zijn gebouwd. 

‘Weet je nog, oudje? Vroeger in Vlaardingen’

Ik heb een ontmoeting met de weduwe van Wout den Breems, Gera. Mijn goede vriend Wouter was tijdens zijn leven lange tijd voorzitter van de HVV. Hij overleed in januari 2019. Met tomeloze inzet stond hij pal voor het behoud van ‘zijn’ Vlaardingen en de panden die gevaar liepen te worden gesloopt. Gera zegt tegen mij: “Ik wil je iets laten zien.” Uit haar tas haalt zijn een mooi boek dat ik meteen herken. Het gaat om het boek ‘Barak 88, dwangarbeid tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Duitse Wildau’ door Wout den Breems. Wout schreef dit boek over het werk van zijn vader Jo in Duitsland. Een indringend werkstuk. De moeite die de familie Den Breems zich getroostte om het boek in het Duits vertaald te krijgen zijn gelukt. Gera zegt: “Een universiteit in Duitsland heeft het vertaald. Nu kunnen ook Duitse kinderen lezen hoe het was om dwangarbeid te ondergaan. Een exemplaar ervan geef ik nu aan archivaris Luth hier.” “Ik mis Wout, zeg ik tegen haar. “Ja Frans, ik ook.” En wij vervolgen onze werk in de kerk.

Op een tafel ligt een stuk papier. Het is geheel bedekt met teksten. Het blijkt een heel lang gedicht te zijn. Er boven staat ‘Weet je nog, oudje? Vroeger in Vlaardingen.’ Er staat geen naam op van de schrijver. Het moet een oud iemand zijn geweest. Maar hoe komt het op die tafel? ‘Ik liep in de dertiger jaren door Vlaardingen heen/ en ging via de Hoogstraat, de Afrol naar beneen./ Achter die Afrol lag de Blauwe Poort/ Daar woonden dove Mag en Brammetje van Seel/ welke Vlaardinger heeft daar nooit van gehoord?’ Ondertussen komen er steeds meer bezoekers. Een feest van ontmoeting, zo lang elkaar niet gesproken te hebben. Als ik klaar met met mijn rondgang zie ik in de hal van het kerkgebouw een groepje mensen staan. Zij gaan de toren beklimmen. Een oud en echt Vlaardingse ritueel. Vroeger was bij ons en bij velen anderen geen geld voor vakantie, ‘hier heb je een duppie zei mijn moeder tegen ons. Ga de toren maar beklimmen.’ Tja, dat komt bij mij en een paar andere klimmers weer naar boven als we de vele trappen beklimmen onder leiding van een gids. Het weer is prachtig helder en we genieten van de stad onder ons. Een mooie dag van een mooie club, die HVV, al 55 jaar!