Wisseltentoonstelling en boek over Anderhalve eeuw Waterweg

Algemeen
Tentoonstellingssamensteller Sleepvaartmuseum Nico Ouwehand met het boek wat hij bij de expositie schreef over Anderhalve eeuw Waterweg.
Tentoonstellingssamensteller Sleepvaartmuseum Nico Ouwehand met het boek wat hij bij de expositie schreef over Anderhalve eeuw Waterweg. (Foto: CW)

“De Nieuwe Waterweg mocht gegraven worden van de Tweede Kamer op voorwaarde dat ook Amsterdam een verbinding met zee kreeg. Dus het graven van de Nieuwe Waterweg was onlosmakelijk verbonden aan het graven van het Noordzeekanaal.”

Chrit Wilshaus

Voor de nieuwe wisseltentoonstelling van het Nationaal Sleepvaartmuseum Anderhalve eeuw Waterweg, gezien vanuit het perspectief van sleepvaart en berging, verdiepte Nico Ouwehand zich grondig in de geschiedenis van voornoemde vaarweg. Dat leverde niet alleen een expositie en een tentoonstellingswijzer met informatie op maar ook een boek met dezelfde titel als de expositie. Burgemeester Edo Haan ontvangt zaterdag bij de opening van de tentoonstelling het eerste exemplaar. Het boek, uitgegeven bij de Walburgpers, werd gefinancierd door Boskalis. “De Nieuwe Waterweg heeft niet weinig betekend voor de scheepvaart in Nederland”, weet de schrijver van het boek. “Rotterdam heeft feitelijk zijn bestaan als betekenisvolle haven aan deze waterweg te danken.”

Grootste scheepsramp ooit

Hoewel hij volgens eigen zeggen al over een redelijke hoeveelheid documentatie beschikte, kwam hij naarmate hij ermee bezig was nog veel meer informatie tegen. “Vooral details, die ik eerst nog niet wist.” Een voorbeeld van een verhaal wat in het boek voorkomt, gaat over de grootste scheepsramp die ooit op de Nieuwe Waterweg heeft plaatsgevonden: de ramp met veerboot de Berlin, die in 1907 bij Hoek van Holland verging en waarbij 129 mensen omkwamen. “Aan boord was een jongetje dat was toevertrouwd aan een steward toen het schip uit Harwich in Engeland vertrok. Die steward zou dat jongetje naar zijn familie in Duitsland brengen maar allebei verdronken ze en spoelden aan. Toen de steward gevonden werd, had hij het kind nog in zijn armen; dat vind ik wel heel erg tragisch. Kranten uit die tijd schrijven trouwens lyrisch over de betrokkenheid en het meeleven van prins Hendrik, echtgenoot van de toenmalige koningin Wilhelmina, bij de reddingsoperatie. Zo ging hij mee op de sleepboot Wodan. Hendrik was sterk onder de indruk van wat hij zag.”

Ladder

“Wat ik niet wist”, gaat Nico Ouwehand verder, “was dat zich op een gegeven moment het probleem voordeed, dat het niet mogelijk was door de storm om de Berlin met een reddingsboot te benaderen omdat die daar dan op stukgeslagen zou zijn. In plaats daarvan zijn toen vier man in een sloepje naar het schip geroeid dat deels al was weggezakt in de Waterweg en deels op de pier was gesmakt. Aan die kant hebben ze toen een ladder neergezet. In eerste instantie durfden veel opvarenden daar echter geen gebruik van te maken. Uiteindelijk lukte het toch om veel mensen te redden. Ook was er een vrouw die zichzelf liet vallen en op het allerlaatste moment kon worden opgevangen. Niet echt prettig om over te lezen.”

De Faustus

“Sommige scheepsongelukken die op de Nieuwe Waterweg gebeurden, hadden grote gevolgen. Zoals met de Faustus, een met kolen geladen vrachtschip dat in 1952 door hevige wind op de Noorderpier liep en midden op de Waterweg zonk. Om de scheepvaart weer snel te kunnen hervatten, werd toen besloten om zand onder het schip weg te zuigen, zodat het verder kon zinken. Dat hebben ze tot drie keer toe gedaan. En voor zover nog aanwezig hebben ze ook de bovenbouw van het schip afgebrand. Het scheepswrak ligt er nog steeds maar het schijnt niet nodig te zijn om het weg te halen.

Moeite met mijn en dijn

In het boek vertelt Nico Ouwehand ook over de zogenaamde blazers. “Dat waren vissersschepen uit Goeree en omgeving die hielpen als er een schip was vastgelopen om het gedeeltelijk te lossen. Later zijn dat soort schepen ook bergingsschepen geworden, de zogenaamde bergingsblazers. De bemanning die daarop voer, had enerzijds een prima reputatie wat betreft het lossen van schepen maar anderzijds was bekend dat ze moeite had met het begrip mijn en dijn als het om die lading ging.”

Met de hand

De Nieuwe Waterweg is in eerste instantie gegraven met kruiwagen en schop. Nico Ouwehand daarover: “De toenmalige prins van Oranje heeft met een verzilverde schep de eerste spade in de grond gezet. Verder was het zo dat ze in die tijd nog geen zuigers hadden maar wel al emmerbaggermolens. Omdat die duur waren, werden die voorzichtig ingezet. Maar het meeste graafwerk gebeurde destijds nog met de hand. Toen op een bepaald moment zuigers in beeld kwamen, ging het een stuk sneller. Zij het, dat de diepte die deze zuigers opleverden niet zo florissant was als ingenieurs hadden berekend. Daarbij had men geen rekening gehouden met de werking van de stroming. Er werd wel zand afgevoerd maar dat resulteerde in een zandbank, vlak voor de Waterweg, de Westbank genaamd. Omdat schepen ontzettend uit moesten kijken daar niet op te stranden, werd besloten de Westbank weg te halen. Daarna ging het een stuk beter. Maar schepen van de Holland Amerika Lijn legden in eerste instantie in Hoek van Holland aan bij de Harwichsteiger om daar een deel van de lading te lossen en om de passagiers op de trein te laten stappen, die daar speciaal voor was gearrangeerd. Dan kwam een schip hoger te liggen en kon het doorvaren naar Rotterdam. Niettemin zijn er ook schepen van de HAL aan de grond gelopen bij gebrek aan radar, want die was toen nog niet uitgevonden, vooral bij mist. Later heeft de HAL zelf een steiger aangelegd ten oosten van de Harwichsteiger. Aanvankelijk was de Nieuwe Waterweg overigens smaller en minder diep dan nu.”

De tentoonstelling Anderhalve eeuw Waterweg is te bezichtigen van 7 mei t/m 6 november dit jaar. Het Sleepvaartmuseum is geopend van dinsdag t/m zondag van 13.30 tot 16.30 uur.

Zie voor meer informatie: www.nationaalsleepvaartmuseum.nl.