Frans de Winter laat de kwetsbare mens door een barricade heen breken

Algemeen
Belangstellende Vlaardingers, onder wie nachtburgemeester Leonardus IJdo, observeren het monument dat zojuist onthuld is door Frans de Winter en Lianne van Kalken, links en rechts op de foto.
Belangstellende Vlaardingers, onder wie nachtburgemeester Leonardus IJdo, observeren het monument dat zojuist onthuld is door Frans de Winter en Lianne van Kalken, links en rechts op de foto. (Foto: Paul Meuldijk)

Je kunt aan het monument wel zien dat het een veldslag was om het te maken. Enorm bewerkelijk door de toepassing van ringvormen, die tezamen doen denken aan een maliënkolder. Frans de Winter zag het monument vrijdag onthuld: 29 juli, in Vlaardingen de Dag van de Slag.

Door Kor Kegel

Cultuurwethouder Lianne van Kalken onthulde het monument voor de Slag bij Vlaardingen, de veldslag in 1018 die bepalend was voor het ontstaan van Holland. Frans de Winter heeft er dag en nacht aan gewerkt, nadat hij dit voorjaar de opdracht kreeg. Hij werkt het liefst met cortenstaal. Deze staallegering is weerbestendig. Het ontwikkelt een roestlaag op de huid, die een patina vormt dat corrosie tot in de kern tegenhoudt.

Wedstrijd

De 45-jarige kunstenaar liet zich inspireren door een beeldje, waarmee de 12-jarige scholier Osman een wedstrijd onder leerlingen van twee basisscholen had gewonnen. ‘Een onbreekbare muur’ heet het beeldje. Bij alle oorlogen en veldslagen zou je behoefte hebben aan ondoordringbare muren, waar de vijand niet doorheen kan. Tegelijk is het in het intermenselijke verkeer niet wenselijk dat er muren opgeworpen worden. Een open omgang met elkaar helpt je verder.

Daarover nadenkend kwam Frans de Winter uit bij filosoof Emmanuel Levinas (1906-1995). Deze Litouwer, die in 1930 de Franse nationaliteit aannam, werd in de Tweede Wereldoorlog als Frans militair krijgsgevangen gemaakt door het Duitse leger. Ondanks zijn Joodse afkomst werd hij gespaard omwille van zijn talenkennis. Hij functioneerde voor de Duitsers als tolk.

Holocaust

Frans de Winter: “Zijn hele familie in Litouwen is als gevolg van de Holocaust omgebracht. Dat hakte er bij Levinas in. Als filosoof bracht het hem ertoe om in zijn wereldbeschouwing niet het Ik centraal te stellen, maar de Ander. Daarmee was hij de eerste in de westerse filosofie. In de relatie tussen de Ik en de Ander doe je een beroep op elkaar. Ook in een conflict, juist in een conflict. Kijk me aan, dood mij niet.”

De onbreekbare muur, die als vertrekpunt gold, vertaalde hij in een mensfiguur met een ‘huid’ die doet denken aan een krijgsuitrusting, een maliënkolder. Hij vond echter dat de mensfiguur ook iets kwetsbaars moest krijgen, vanwege dat beroep van de Ander op de Ik (kijk me aan, dood mij niet). “Ik deed dat door ter hoogte van de ogen twee ronde openingen te maken. Ik heb het gezicht als het ware opengewerkt. De Ander niet kunnen aankijken, wat brengt dat teweeg?”

De kwetsbare mens, die toch door een onneembare barricade heen breekt – dat is de paradox. Hoewel cortenstaal een lange levensduur heeft, is het monument niet gemaakt voor de eeuwigheid. Toen hij de opdracht van de gemeente Vlaardingen kreeg, begreep Frans de Winter dat het monument vijf à tien jaar zal standhouden. De bedoeling is dat tegen die tijd een andere kunstenaar de opdracht krijgt een nieuw monument te maken, dat de Slag bij Vlaardingen vanuit een ander perspectief belicht.

Het perspectief, waarvoor Frans de Winter gekozen heeft, is dat de Slag bij Vlaardingen heeft plaatsgevonden toen de stad Vlaardingen nog niet gesticht was, maar wel plaatsvond op grond die later de geboortegrond van tienduizenden Vlaardingers werd. Onze grond. Vervolgens kiest de kunstenaar voor een bredere blik: “Veldslagen zijn van alle tijden, met winnaars en vooral met verliezers, slachtoffers en ontheemden. Het monument is ter herinnering aan 1018, maar ik zie een parallel met het heden. Het grote verschil vind ik dat de Industriële Revolutie de keerzijde heeft dat de wapens van onze tijd tot grotere verwoesting leiden dan in de Middeleeuwen het geval was. En dat gebeurt altijd op de geboortegrond van vele mensen, daar waar het fundament van hun bestaan is. Ik koos voor de titel ‘Gegrond’. Dat vond ik passend.”