‘Dit is de verdienste van het collectief’

Algemeen
Ricky van den Bergh (links) doet nog graag en fanatiek mee met een rondootje en ontkomt er niet aan om regelmatig in het midden terecht te komen. (Foto: UWM/gsv)
Ricky van den Bergh (links) doet nog graag en fanatiek mee met een rondootje en ontkomt er niet aan om regelmatig in het midden terecht te komen. (Foto: UWM/gsv) (Foto: )

Stel dat Cion niet met drie nederlagen en twee gelijke spelen gestart was en net, zoals het erna wel deed, met een reeks overwinningen had geopend. Wellicht had er dan meer in gezeten, dan een periodetitel. Toch toont trainer Ricky van den Bergh zich tevreden. “We hebben eruit gehaald wat er in zat.”

Door GERARD S. Verver

Het seizoen begon en eindigde nogal ongelukkig. Cion miste aanvankelijk doelman Bryan Struis, die later in de met 1-2 gewonnen derby tegen CWO, de onverbiddelijke man-of-the-match was, en verloor in de periode-wedstrijd tegen Zuidland in extremis zijn 0-1 voorsprong en uiteindelijk in de verlenging zicht op een verder verblijf in de nacompetitie. Vooral dat laatste zit de Hagenaar nog steeds niet lekker. “Geeft die scheidsrechter in de slotfase geen rood aan een tegenstander, maar wel de tweede gele aan één van ons. Dan gaan we met een man minder de verlenging in “terwijl die andere tien al op hun tandvlees lopen.”

Het wijzigt zijn kijk op Cions eerste complete seizoen in de 2e klasse niet. “Dat we de periode pakten verbaasde me niks. De winst bij CWO zorgde vanaf november voor een extra positieve flow. Ik geef toe: we speelden niet altijd goed, maar gaven weinig tot niets weg en slaagden er steeds in de buit te pakken. Zo bleven we acht keer achter elkaar ongeslagen en hielden acht wedstrijden achterin  de nul.” Van den Bergh ziet het als de verdienste van het collectief.

Het ontbreekt aan doorstroming vanuit de jeugd

“Het is een vriendenteam. Ze gaan top met elkaar om, lopen samen festivals af, maar gaan ook op de training en op zaterdag voor elkaar door het vuur.” Of dat nog lang een vervolg krijgt, is de vraag. “Het zijn veelal bijna-dertigers”, constateert Van den Bergh. Nieuw en vooral jonger bloed is wenselijk. “Natuurlijk proberen we versterking te halen. Dat is, gezien de beperkte financiële middelen, niet altijd even makkelijk. Bovendien willen we het Cion-gevoel bewaken en de groep het liefst aanvullen met Vlaardingse jongens.”

Wel met de aanvullende aantekening, dat eigen jeugd daarbij zou helpen. “Er is doorstroming nodig, maar het ontbreekt aan de twintig jeugdelftallen, die daarvoor kunnen zorgen. Uiteindelijk denk ik, dat Cion ooit moet fuseren met een club die dat wel heeft. Anders blijf je recreatief bezig en genoegen gaan nemen met een plek in derde of vierde klasse.”