Peddelend langs elf Friese steden
‘It giet oan’, hoort bij het verleden. ‘It kan net’ is voor schaatsers meer anno-nu. De Friese Elfstedentocht kent echter inmiddels vele varianten. Het kan per auto, lopend, op de fiets, zwemmend, of varend. Met een gehuurde sloep. Of met de eigen kano, zoals een Natsec-ploeg deed.
Tweehonderdendrie kilometer. Het was niet de eerste keer, dat een equipe van de Vlaardingse kanovereniging via de bekende halteplaatsen van Leeuwarden naar Leeuwarden peddelde en uiteraard het wereldberoemde en ook dit keer weer volgepakte bruggetje van Barthlehiem aandeed. Net als de meer dan 150 kajaks, drie roeiboten, windsurfers en enkele motorboten. “Het is puur recreatie en heel gezellig. Af en toe werd er gezongen”, beschrijft Natsec’s Ruud Oosterhof, die voor de tweede maal meeging, de sfeer op de Friese wateren. “Maar zes dagen peddelen is ook best wel een uitdaging”. Sommigen bemanden al vier of zelfs vijf keer de Natsec-boot: een Canadese C11, waarin maximaal veertien kanoërs passen. Die grote boot, die in twee delen op een trailer wordt vervoerd en later met bouten aan elkaar wordt gekoppeld, was ook nu weer een bijzondere verschijning en werd, merkte de bemanning, erg veel gefotografeerd.
Zes dagen
De route wordt afgelegd in zes dagen. In een totaal van 32 vaaruren en met een voorlaatste en langste etappe van 44 km. “Dat is te doen”, vindt Oosterhof. ‘En mocht één van ons even een break willen dan vangen de anderen dat op. Die blijven wel peddelen”
De dames en heren gaan overigens niet ongeoefend het Friese water op. “We trainden wekelijks op dinsdag op de clubavond. Even heen en weer naar de Foppenplas bijvoorbeeld. Tien kilometer” Over drie jaar is de volgende Elfstedentocht. Weer of geen weer. Die van Natsec zijn er dan vast en zeker weer bij.
