‘Jongeren hebben aan de vrijheid geproefd en laten zich die niet afnemen’

Algemeen
Minka Nijhuis krijgt een lift, onderweg in Myanmar.
Minka Nijhuis krijgt een lift, onderweg in Myanmar. (Foto: Jeanne Hallacy)

Stichting Geuzenmaand had graag Minka Nijhuis willen strikken voor een lezing over Myanmar. Maar ze verblijft momenteel in Bangkok, hoofdstad van Thailand. Telefonisch via Signal kon ze wel ingaan op de verschrikkelijke toestanden in Myanmar.

Door Kor Kegel

De aanleiding is dat de Geuzenpenning vorige week in Vlaardingen werd uitgereikt aan de Myanmarese mensenrechtenorganisatie Assistance Association for Political Prisoners (AAPP). Er zijn in het land duizenden politieke gevangenen en AAPP zet zich in om hun lot te verbeteren. Minka Nijhuis schrijft als journalist onder meer voor De Groene Amsterdammer en NRC Handelsblad. Ze werkt al dertig jaar in oorlogsgebieden en beschrijft hoe bewoners onder zulke omstandigheden leven, maar ze verzet zich tegen de bewieroking van oorlogsverslaggevers: “Het is gewoon een specifieke tak van sport binnen de journalistiek. Laten we het niet groter maken dan het is. Ik hou niet van valse heroïek. De stille krachten in een land, die werken aan verbetering en voor vrijheid vechten, daar moeten de verhalen over gaan.”

In de berichtgeving over het Aziatische land valt haar vaak op dat de situatie wordt omschreven als een burgeroorlog zonder uitzicht, maar ze vindt het juister om te spreken van een massale volksopstand tegen een hard optredende militaire junta, waar doorheen allerlei etnische conflicten spelen. Er is overal verzet en het militaire regime schuwt geen middel om het verzet te breken. Dat kost het regime meer moeite dan het gedacht had, want de bevolking is zeer gemotiveerd. Het verzet is nog steeds sterk, al is de prijs hoog. Doden, gewonden, politieke gevangenen – met als gevolg armoede en ontheemding. De bevolking ziet het leger niet als een macht die ten dienste staat van het land. Ik hoorde het een bewoner omschrijven als een moordenaarsbende – en zo is het inderdaad.”

Volksopstand

“Ik noem het een volksopstand, maar wat het ingewikkeld maakt is dat het ook bestaat uit verschillende etnische minderheden die met kleine legers ook elkaar bestrijden. Het leger moet op veel fronten actief zijn en is daarom overgegaan op luchtaanvallen, gericht tegen de eigen bevolking. Het is een gecompliceerd krachtenveld en het is onvoorspelbaar hoelang het gaat duren, maar stel dat het leger verliest, dan zal er in het land nog altijd een grote verdeeldheid zijn. Krijgt de schaduwregering voldoende vertrouwen?”

Het ‘buitenland’ reageert vooral met woorden op de situatie in Myanmar, zegt Minka Nijhuis. “China steunt om economische en geopolitieke belangen de junta, maar wedt eigenlijk op twee paarden. India kijkt wat China doet en Japan kijkt mee. Amerika steunt de oppositiegroepen, maar alleen met woorden, niet met inzet van materieel zoals in Oekraïne. De Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties, de ASEAN, dit jaar voorgezeten door Indonesië, zit in zijn maag met het zwarte schaap Myanmar, maar heeft de junta slechts in bewoordingen duidelijk gemaakt dat het het geweld moet beëindigen.”

“Vooralsnog moet de druk op het militaire regime dus van onderop komen. De jonge generatie van twintigers en dertigers zijn daarbij zeer gemotiveerd. Sinds een eerder militair bestuur in 2011 prille hervormingen begon door te voeren, zijn de jongeren in Myanmar opgegroeid in tamelijke vrijheid, want er was een redelijke democratie, ook al hield het leger een deel van de macht in handen. Dankzij internet en een bescheiden middenklasse zagen ze wat het is om bij de wereld te horen. Na de staatsgreep van 2021 is er veel veranderd, maar de jongeren hebben aan de vrijheid geproefd en laten zich die niet afnemen. Ze willen niet terug naar een onderdrukking zoals hun ouders hebben meegemaakt.”

Onlangs kwam een nieuw boek uit van Minka Nijhuis: ‘Gekkenwerk, de zorgvuldig bewaarde geheimen van een oorlogsjournalist’.