Ambassadeur: ‘Vlaardingen bedankt’

“Slava Ukraina”. Burgemeester Bert Wijbenga gebruikte zijn beste Oekraïens om de lijfkreet van de door een oorlog getroffen natie bij de opening van de Vlaardingse wijk Mrija de juiste invulling te geven.
“Plus de droom”, voegde ambassadeur Oleksandr Karasevychen eraan toe, “dat alles in mijn land weer snel normaal wordt en we onszelf kunnen zijn. Nu vooral dank aan Vlaardingen, dat zo goed voor onze mensen wil zorgen.” Ze kwamen destijds met duizenden. Op de vlucht voor het oorlogsgeweld. Met de bus, de trein of de auto. Weg van huis en haard en op weg naar een onzekere toekomst. Op de bonnefooi. Met hun kinderen. Een ‘kak di la’ (hoe gaat het) leverde meestal nog wel een opgewekt klinkend ‘goroshi’ (prima) op, maar de ogen straalden verdriet uit. En heimwee. Naar de vaders, grootmoeders en andere achtergebleven familieleden.
Als baboeshka (grootmoeder) dan een foto whatsappt van door bommen uit de sponningen geblazen ruiten, die met karton provisorisch zijn gedicht om de winterse kou buiten te houden, levert dat op duizenden kilometers afstand emoties op. Nederland begreep de pijn en zorgde ervoor dat deze ontheemden onderdak kregen. Een alternatief thuis. Zoals Vlaardingen op een postzegel ongebruikt weiland voor elkaar kreeg en zich daarmee een boegbeeld van de Nederlandse gastvrijheid toonde.
In de afgelopen vijf maanden verrees een compleet dorp. Met appartementen en voor gezinnen een Tiny House. Bewoond door duizend toevallig in deze stad en directe omgeving terecht gekomen halve gezinnen. Maandag kwam demissionair staatssecretaris Veiligheid en Justitie Eric van der Burg naar hier om de wijk Mrija (dat voor zowel droom als hoop staat) samen met burgemeester Bert Wijbenga en de Oekraïense ambasadeur te openen. Het zorgde voor emotionele momenten.
Trots gevoel
Voor wethouder Ivana Somers van Wonen vormde de opening een mijlpaal. Het is bovendien, zoals burgemeester Wijbenga vertelde (in verband met het internationale gezelschap in het Engels) een wonder, dat het allemaal zo snel voor elkaar gekomen is. Somers: “Normaal kost een dergelijk project vele jaren en vele ambtelijke hindernissen. We hebben die drempels creatief omzeilt.” Financieel was er voor het arme Vlaardingen, zoals Wijbenga de staat van de lokale schatkist beschreef, geen risico.
Den Haag zou alle rekeningen tot aan de laatste cent betalen. “Het geeft een trots gevoel, dat we dit project zo snel konden realiseren”, stelt Somers. “Met dank aan de gemeenteraad en de bij de bouw betrokken bedrijven. Iedereen is continue bezig geweest met het zoeken naar binnen de wet en regelgeving passende oplossingen. Er waren natuurlijk regelmatig best wat hobbels te nemen, maar ik zei steeds: doorgaan. Het was fantastisch om dit project voor Vlaardingen en vooral voor de Oekraïners te mogen doen.”