Op de pijp met... Jeroen Verspeek

Algemeen
Afbeelding

Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken. Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. Deze keer praten we met: Jeroen Verspeek.

Tekst: Esdor van Elten / Foto: Ton van Zeijl

Jeroen Verspeek (44) was zeeman en werkt nu bij het Loodswezen in Hoek van Holland. Daarnaast is hij vrijwilliger bij de KNRM. (Tijdens dit interview werd hij weggeroepen voor een incident op de Nieuwe Waterweg). Hij maakt ook deel uit van het 4-mei comité in De Lier. “Vrijheid is niet vanzelfsprekend.” Jeroen woont samen met zijn vriendin Brendie en drie jongvolwassenen in De Lier.

Waar kom je vandaan? 

Ik kom uit Naaldwijk. De middelste zoon in een tuindersgezin. Uiteraard werkte ik als jongere wel in de tuin, maar ik wilde daar zeker mijn werk niet van maken. We zagen dat de tuin het middelpunt was van ons gezin en ik zag mezelf niet 6 dagen in de week in dienst staan van de tuin.

Wat wilde je dan wel? 

Molenaar. Op mijn vijftiende ging ik werken bij de korenmolens in Schiedam. Geschiedenis, oude techniek, windkracht, dat vond ik interessant. Dat heb ik, naast school, tot mijn twintigste gedaan. School, daar kwam ik het liefst zo weinig mogelijk. Maar na de Bernadetteschool en het Westland College moest ik natuurlijk wel een opleiding kiezen. Een molenaarsopleiding bestond niet. Toen werd ik getipt voor de open dag van de zeevaartschool. Daar leerde je onder andere over meteorologie. Belangrijk voor molenaars. Dat sprak me aan. Ik ging die opleiding doen en vond het super interessant.

Wat was er zo leuk aan de opleiding? 

Je wordt heel breed opgeleid, voor stuurman of machinist en moet van beide wat weten. Navigatie, elektrotechniek, motortechniek… Er was geen aanwezigheidsplicht, dus dit was goed te combineren met de molens en zeilles geven in Rotterdam.

En toen was je verkocht… 

Uiteindelijk koos ik toen voor de zee en heb ik de molens vaarwel gezegd. Na mijn opleiding heb ik dertien jaar wereldwijd gevaren. Naderhand nog een paar jaar op vrachtferries tussen Engeland en Ierland. Daarna heb ik even een walbaan geprobeerd, maar dat ging echt niet. Het water trekt. Ik ben met offshore tenders gaan werken. We voeren mensen en materialen van de wal naar schepen voor de kust en naar windmolenparken. Leuk, maar wel druk. Als je vijf keer per week moet bellen dat je niet thuis komt eten, dan word je dat wel zat. Toen zag ik een vacature bij het loodswezen. Voor 36 uur. ‘Da’s de helft’, dacht ik.

Wat doe je daar? 

Ik maak deel uit van het technisch team dat de loodsboten onderhoudt. We hebben er landelijk 24, gestationeerd in IJmuiden, Vlissingen, Rotterdam, Den Helder, Harlingen en de Eemshaven. Het hoofdkantoor zit in Hoek van Holland en daar werk ik ook. Ik ben verantwoordelijk voor de communicatie- en navigatieapparatuur en de veiligheidsmiddelen aan boord.


Verantwoordelijk werk… 

Zeker. Het wordt ook steeds complexer. Vroeger had je een kompas, een radar en een marifoon, maar tegenwoordig zijn het volledig geïntegreerde navigatiesystemen. We trainen mensen ook in het gebruik ervan. Een tablet is tegenwoordig net zo onmisbaar aan boord als een reddingvest.

Wat is eigenlijk het nut van zo’n loods? Zeeschepen hebben toch ook allemaal apparatuur? 

Ja, maar apparatuur is niet genoeg. Voor het laatste stukje van de reis heb je lokale kennis nodig. Stroming, wind, actuele situatie. Alles verandert voortdurend. Iedere dag moet je zien hoe je het kunstje deze keer weer doet. De loods ontzorgt de kapitein en zorgt dat de schepen veilig binnen en naar buiten komen.

En wat doe jij met die zeeën van tijd die je ineens overhield? 

Ik ben zzp-er als kapitein, we hebben in coronatijd het huis verbouwd en verder ben ik een enthousiast sporter: hardlopen, wielrennen, tennis. We maken graag tourritten in onze oude Amerikanen en ik zet me graag in voor anderen, onder andere als opstapper bij de KNRM in Hoek van Holland.

Dat past wel bij jou als zeeman…

Het leuke is dat je dat werk met allerlei mensen doet. Jongens uit de tuin, mensen uit de zorg, defensiepersoneel, een hele diverse en gedreven vrijwilligersgroep. Alleen onze schipper is beroeps. Dat vraagt om training en om inzet, want het blijft serieus en soms gevaarlijk werk. Je moet respect hebben voor de zee en tegelijkertijd kunnen vertrouwen op de techniek en op je collega’s. Je maakt mooie dingen mee als je mensen kunt helpen, de keerzijde is dat er incidenten zijn waar alle goede inzet niet meer mag baten. Ook dat gebeurt en dan merk je ook dat je als groep hecht bent en sterk.

En doe je ook iets in het beroemde Lierse verenigingsleven? 

Ik ben actief lid van carnavalsvereniging De Theebukkers. En voorzitter van het 4-mei comité in De Lier. We verzorgen jaarlijks de dodenherdenking in het dorp. Dat doe ik inmiddels al acht jaar. We zijn nu met vier vaste comitéleden en allerlei mensen waar we op terug kunnen vallen voor extra hulp. Onlangs hebben we er een jongere bijgekregen en dat is fijn. Zo is er weer perspectief voor de toekomst.

Waarom vind je dat belangrijk? 

Ik vind het belangrijk is dat we beseffen dat vrijheid niet vanzelfsprekend is en offers kost. En tijdens corona hebben we gemerkt hoe ingrijpend vrijheidsbeperking is. Herdenken is onderdeel van de bewustheid wat vrijheid precies is. Wel kun je de vraag stellen hoe lang we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog nog moeten blijven herdenken. In ieder geval tot die generatie er niet meer is, denk ik.

Zolang er belangstelling is… 

Die is er. Sterker nog. Tijdens de gastlessen die we met veteranen en oorlogsslachtoffers op scholen geven merken we dat kinderen de Tweede Wereldoorlog veel interessanter vinden dan bijvoorbeeld recente vredesmissies. Blijkbaar is dat toch ver van hun bed, dat verbaast mij ieder jaar weer.

Hoe is de herdenking in coronatijd gegaan? 

Niet op de gewone manier. We waren natuurlijk beperkt in de mogelijkheden en hebben het anders in moeten vullen. Dat heeft best mooie dingen voortgebracht. Zo was er het taptoesignaal vanaf de Dom en op andere plekken in het dorp, en de erewacht bij het monument. Het eerste jaar door de vrijwilligers van Erepeloton Waalsdorp, het tweede jaar door Westlandse veteranen. Dat had best iets moois: kleine groepen die na elkaar de krans kwamen leggen, met alleen die erewacht. Heel plechtig eigenlijk. Dat zijn elementen die we nu ook willen bewaren.


En wat gebeurt er verder dit jaar? 

De belangrijkste wijziging is dat we de herdenkingsbijeenkomst niet in de Dom houden, want die wordt gerestaureerd. We zijn heel blij dat we kunnen uitwijken naar de Priva Campus. Die ligt op haast dezelfde afstand van het monument. We drinken daar na afloop ook koffie. Andere oude elementen blijven: het dragen van de kransen door de scouting, het loslaten van duiven, het leggen van bloemen door belangstellenden. We zijn ook druk bezig om van iedere school twee kinderen te krijgen die bloemen willen uitdelen of bijvoorbeeld een gedicht willen voordragen. Zo begint het programma vorm te krijgen. We gaan een muzikale herdenking houden. Het wordt zeker mooi.

Toch maak je je zorgen… 

We merken dat het wat moeilijker gaat dan voorheen. Misschien komt dat door de coronaperiode, ik weet het niet. Maar het is lastiger om mensen te vinden; sprekers, muzikanten. Mensen die materialen beschikbaar willen stellen. Ik ken niemand die bijvoorbeeld 250 klapstoelen heeft staan, dus die moeten we dan huren. Ook geluidsversterking is een kostenpost. We hebben subsidie van de Gemeente Westland, maar die raakt snel op aan dit soort noodzakelijkheden. Door dit beperkte budget vragen we vaak veel voor weinig. En als ik dan het ene jaar van een kweker bloemen geschonken krijg, wil ik hem dat het jaar erop niet weer vragen. We hebben ook mensen nodig voor praktische zaken zoals stoelen klaarzetten en koffie schenken. Het gaat, maar moeizaam. Dus we zoeken sponsoren. Mijn eigen kennissenkring is groot, maar niet onbeperkt.

Nog meer wensen? 

We zijn erg op zoek naar ideeën. Naar mogelijkheden om te vernieuwen. Zoals ik al zei: het is steeds belangrijker dat we verder kijken dan de Tweede Wereldoorlog. Maar hoe creëer je betrokkenheid daarbij? Wat slaat aan bij mensen Want een herdenking moet gedragen worden door de hele samenleving. Dus heb je ideeën voor vernieuwing of zin om je in te zetten? Neem contact op met ons per e-mail: delier4mei@gmail.com.