Op de pijp met... Ingrid Duijnisveld

Algemeen
Afbeelding
(Foto: )

Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken. Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. Deze keer praten we met Ingrid Duijnisveld.

Tekst: Esdor van Elten / Foto: Ton van Zeijl

Ingrid Duijnisveld (59) zei samen met haar man 25 jaar geleden de tuin vaarwel. Samen maakten ze van hun hobby hun werk: een evenementen- en communicatiebureau. “Op D-day komt alles samen.” Ingrid is getrouwd met Ruud en samen hebben zij “twee kanjers van dochters.” Ze wonen in Poeldijk.

Ben jij een Poellukse? 

Nee, sterker nog. In mijn jonge jaren zei ik: ik ga nooit met een tuinder trouwen, en ik ga nooit in Poeldijk wonen. Maar ik heb het allebei gedaan en geen spijt. Ik ben een tuindersdochter uit Wateringen, opgegroeid aan de Noordweg, met twee oudere zussen en een jongere broer. Op zaterdagochtend vroeg de tuin in (anthuriums). Dat vond ik nooit echt leuk, maar tegelijkertijd ben ik er wel trots op. Je bent toch familie. De mentaliteit ‘niet lullen maar poetsen’, die heeft me gevormd en verder gebracht. Na een bescheiden begin.

Bescheiden begin? 

Ik ben een laatbloeier. Op mijn lagere school, de Mariaschool, hadden de zusters geen grote verwachtingen van mij. Vooral één van de zusters kon me dat goed duidelijk maken. Dat was niet leuk en het deed me geen goed, maar tegelijkertijd wakkerde het wel een gevoel in me aan van ‘ik zal ze eens een poepie laten ruiken’. Na de lagere school ging ik naar de leao. Beatrijs in Den Haag. Daar was de sfeer en de begeleiding heel anders. Motiverend, met waardering voor wat je wel kunt. Dat heeft me uiteindelijk veel meer gebracht. Hoe je behandeld wordt heeft echt veel invloed. Vervolgens deed ik de mavo en het VHBO (voorbereidend HB) – EvE) en ik sprokkelde in de loop der tijd nog allerlei certificaten en diploma’s bij elkaar, Secretaresse-opleiding en communicatietrainingen. Mijn eerste baan was bij Philips in Voorburg. Ik begon als uitzendkracht en ben er zes jaar blijven hangen. In die tijd groeide ik door naar officemanager van het opleidingsinstituut.

Je zette dus mooie stappen... 

Ja, maar na die zes jaar was ik toe aan iets anders en ik wilde niet vast komen te zitten. Ik ben toen als uitzendconsulent bij Vedior gaan werken. Dat was leuk werk waar ik me goed bij voelde. Je hebt met heel veel mensen en partijen te maken, en je moet je voortdurend aanpassen aan diegenen met wie je werkt. Dat kan ik goed. In dat opzicht ben ik een soort kameleon.

Maar blijf je dan toch wel jezelf? 

Jawel. Want het is een rol die je speelt, ten dienste van je werk. Maar mezelf blijven, dat vind ik één van de belangrijkste dingen die er zijn. Soms is dat moeilijk, maar ik wil niet fake zijn. Je weet bij mij wie en hoe ik ben.

En wie ben je dan? 

Ik ben een kreeft. Dat betekent dat ik creatief ben, sociaal. Ik vind mijn gezin belangrijk. Ik hou van gezelligheid en leuke dingen doen met mensen die mij positieve energie geven. Ik hou van hoeden en één van mijn motto’s is: het leven moet niet vliegen maar fladderen. Ik hou van de rust die ik vind in onze tuinkamer, en er is niks mooiers dan ‘s avonds met een wijntje met Ruud de afgelopen dag doornemen.

Uiteindelijk zijn jullie samen iets heel anders gaan doen... 

Toen ik in 1992 met Ruud trouwde en de kinderen kwamen ben ik parttime gaan werken. In 1992 hadden we een grote overstroming in de tuin. Dat bracht ons ertoe om het helemaal anders te gaan doen. Veel mensen willen dat maar doen het nooit, wij wel. Vanuit het niets hebben we een muziek- en organisatiebureau opgezet dat uiteindelijk is uitgegroeid tot een volwaardig evenementenbureau.


Hoe kwam je op dat idee? 

We hadden al wel eens dingen georganiseerd, schuurfeesten en dergelijke, maar dat was in de privésfeer, en dan is het toch anders dan als je er je werk van maakt.

Wat is het verschil? 

Dan ligt de lat hoger. Mensen verwachten meer van je, Ze betalen ervoor, dus je moet wel leveren.

Werkt dat niet verlammend? 

Het is altijd spannend natuurlijk. hoe goed je het ook voorbereidt, je hebt niet alles in de hand. Er gebeuren nu eenmaal dingen die je niet kunt incalculeren. Improviseren is een belangrijk onderdeel van ons vak. Dat neemt niet weg dat goede voorbereiding het halve werk is. En een draaiboek zodat je precies weet wat er wanneer en hoe moet gebeuren, met de juiste contactpersonen voor als er toch iets mis is. Dan zucht je even, lacht vriendelijk en gaat aan de slag om het op te lossen. Dat idee van ‘ik zal je eens laten zien wat ik in huis heb’, dat geldt hier ook. Ik zeg dan: ‘ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’. En natuurlijk staat Ruud in alles naast en achter me. Hij neemt me vooral veel praktische zaken uit handen. We doen dit echt samen en vullen elkaar aan.

Wat is dan jouw rol? 

Naast de aquisitie ben ik vooral de creatieve motor. Ik bedenk iets, en Ruud is dan degene die bedenkt hoe dat praktisch uitgevoerd moet worden, Als hij een zaal inkomt ziet hij al helemaal hoe hij het in kan richten, waar de ophangpunten zitten, dat soort zaken. Wij gaan veel met klanten in gesprek over wat ze willen en bedenk dan een thema, en regel dat alles er komt. Van de inrichting tot de artiesten. We hebben zelf geen statafel in bezit, Omdat wij geen standaard bureau willen zijn en elk feest uniek willen maken. Maar we hebben hele goede toeleveranciers, dus eigenlijk is haast alles mogelijk.

Dus je gaat voor groot? 

Nee hoor, het kan ook klein en intiem. Wij vinden het vooral belangrijk dat we er ons eigen sausje overheen kunnen gieten. Dat het anders is dan anders. Wij gaan niet voor het bier en de bitterballen.


Wat maakt het nou leuk om feesten voor anderen te organiseren? 

Als je klant enthousiast is over het resultaat, dan word je vanzelf enthousiast. Het is toch leuk om te zien hoe anderen genieten? Ook voor mij is zo’n feest een bijzonder moment: je bent er maanden, soms langer mee bezig en op D-Day komt dan alles samen. Dan zie je echt gebeuren waar je al die tijd naar toe hebt gewerkt. En als ik bijvoorbeeld een personeelsfeest of personeelsweekend heb georganiseerd, dan voel ik me haast een collega.

Hoe waren de afgelopen twee coronajaren? 

Stil. In het begin werd er nog veel uitgesteld. Daar hadden we veel werk aan: kijk, een klant doet één telefoontje om het af te zeggen, maar wij moeten vervolgens veertig telefoontjes doen. Maar daarna viel het echt stil, er gebeurde niets. Financieel trokken we het wel, maar we werden soms wel een beetje depri van.

Hoe loste je dat op? 

Ik heb me teruggetrokken in een eigen creatieve bubbel. Ik maak objecten met boomzaden, schelpen, veren. Dingen die ik vind en dan weer recycle. Zonder plan, ik weet nooit waar het eindigt. Dat je jezelf verbaast. De lat ligt niet hoog, ik heb niets te bewijzen.

Wat wil je verder nog? 

Ik zou me willen ontwikkelen als fotograaf. Ik heb daar cursussen voor gedaan en heb in het verleden mooie foto’s gemaakt die ook zijn gepubliceerd. Maar toch ben ik nog wat terughoudend, merk ik. Ik wil niet op mijn bek gaan.

Dat idee van jezelf bewijzen zit er blijkbaar diep in... 

(nadenkend) Misschien wel. Het is niet zo dat ik van de blabla ben. Daar hou ik niet van. Ik ben wel trots op wat ik bereikt heb, met het bedrijf en in andere zaken, zo ben ik voorzitter geweest van de vrouwelijke businessclub Eva Westland en in het bestuur van Ladies & Swing, golfclub ladies in business Westland, ik zat in de activiteitencommissie van een businessclub en communicatieadviseur in de BIZ van Wateringen. Dat heeft mij ook verrijkt en me gevoed in de gedachte ‘ik kan het dus toch wel’. Maar misschien wil ik diep van binnen het toch die zuster betaald zetten!

Afbeelding
Afbeelding