Op de pijp met... Leo Zwinkels

Algemeen
Afbeelding
(Foto: Ton van Zeijl)

Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken. Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. Deze keer praten we met: Leo Zwinkels.

Tekst: Esdor van Elten / Foto: Ton van Zeijl

Orchideeën. Dat zijn toch tropische bloemen? Er zijn soorten die gedijen bij kou, weet Leo Zwinkels (62). Afkomstig uit een lang tuindersgeslacht staat Leo nog dagelijks met plezier in de kas. “Over tien jaar ziet de tuinbouw in Westland er heel anders uit.” Leo is getrouwd met Trees, die een belangrijke rol in het bedrijf speelt. Samen hebben ze drie kinderen en vier kleinkinderen. Ze wonen in De Lier.

Waar kom je vandaan?

Ik ben opgegroeid in De Lier, in een gezellig gezin met nog drie broers en twee zussen. De Zwinkels zijn een echt tuindersgeslacht. Mijn opa zat indertijd nog in de druiven en ik denk dat zijn vader ook al tuinder was. Mijn vader teelde onder andere tomaten en meloenen, maar had al snel zijn eerste warenhuis. Later kwam daar snijcymbidium bij.

Jij wilde zelf ook tuinder worden?

Al rond mijn twaalfde zei ik dat. Niet omdat het moest maar omdat ik het leuk vond. Na de Leonardusschool ging ik naar de Antoniusmavo in Delft. Met een heel groepje medeleerlingen op de fiets vanuit De Lier. Daarna de middelbare tuinbouwschool,. Ik had geen hekel aan leren en had best door willen studeren, maar zodra je hoger kwam, dan werd je geen tuinder meer, maar iets anders. Overigens zijn ook al mijn broers de tuinbouw in gegaan.

Jullie met elkaar, begreep ik...

In 1980 vormde ik samen met mijn vader en mijn oudste broer een firma. In de jaren daarna kwamen mijn broers erbij. Meerdere tuinen, meerdere locaties. Dat hebben we tot 1995 gedaan. Mijn vader zat vanaf 1980 in het dagelijks bestuur van veiling Westerlee en heeft dit gedaan tot zijn 63e. Toen mijn vader 65 werd is de firma ontbonden en zijn we ieder onze eigen weg gegaan. We hadden toen zowel cymbidium als tomaten en paprika’s. Zelf teelde ik tot 1995 tomaten en had toen net de eerste kas met snijcymbidium staan, Drie jaar later waren de tomaten helemaal verdwenen.

Waarom?

Tomaten hadden wel mijn hart, maar begin jaren ‘90 beseften we dat we moesten verhuizen naar de buitengebieden om met de schaalvergroting in die branche mee te doen of dat we een andere teelt moesten kiezen. Het was wel even omschakelen van tomaten, die je veel meer kan sturen, naar de cymbidiumteelt, wat niet alleen een tragere teelt is, maar waarvan we ondanks veel onderzoek nog steeds niet goed begrijpen hoe dit gewas nou precies werkt Een groot voordeel van de bloementeelt was wel dat we nu op naam geveild werden en dat extra kwaliteit beloond werd.

Uiteindelijk heb je de snijcymbidiums vaarwel gezegd...

We moesten weg van de Vreeburchlaan vanwege de woningbouw. Dan ga je nadenken over de toekomst. Wilde je in de snijcymbidium door, dan kon je eigenlijk niet om schaalvergroting heen. Maar de massa, dat trok me eigenlijk nooit aan. De verhuizing werd uitgesteld vanwege de financiële crisis van 2008. Toen het in 2017 eindelijk zover was, was ik inmiddels 57 en dan moet je gaan nadenken over doorgaan, terwijl je geen opvolging hebt. Uiteindelijk besloten Trees en ik om door te gaan met Cascade Cymbidium. Het is een niche-product die we op aan de Vreeburchlaan al hadden staan en wat prima past op de 6400 meter glas die we hadden gekocht aan de Kerklaan in De Lier. Ze worden ook wel ook wel hangcymbidium genoemd. We zijn de enige kweker ervan in Europa. Het is een potplant die we in 2002 tegenkwamen op de Floriade in Vijfhuizen. Het was een inzending uit Japan. Ik vond het een mooie plant, dus via internet heb ik er toen een paar besteld. Het bleek wel een heel ander soort product te zijn. Qua teelt, en qua handel. Je moet met potplanten naast teler ook echt handelaar zijn. Met alles wat daarbij hoort, zoals PR. Gelukkig heb ik daarbij hulp van Trees. Zij is ongelooflijk creatief. Ze doet veel van ons fotowerk, en maakte presentatiewerk voor onze beurzen, de Keukenhof, de Gondelvaart en het Varend Corso.

Als je orchideeën wilt telen heb je nu de tijd en de energieprijzen niet mee...

Sinds drie jaar zit er op onze verpakking een sticker met Cool Loving Orchids, om te benadrukken dat deze orchidee gedijt in ruimtes waar het wat koeler is. Mensen denken bij orchideeën aan de tropen. Maar Cymbidium komt uit het Himalayagebied, China, Vietnam en Taiwan. De zogenaamde ‘Cymbidiumgordel’. Ze groeien op een hoogte van 1000 tot 2200 meter en kunnen dus heel goed tegen koelte. Onze kassen zijn al wat ouder, maar met dubbele scherming en isolatie kunnen we een prima klimaat realiseren, terwijl we maar af en toe een klein beetje hoeven bij te stoken. Bij klanten thuis zeggen we drie weken bloei toe bij 23 graden en twaalf weken bloei bij 14 graden. In het voorjaar, na de bloei, kan de plant naar buiten en aan het eind van het jaar weer naar binnen. Zo’n kouperiode is nodig om de plant weer bloemknoppen te laten maken.

Dat scheelt...

Niet alleen in kosten. Wij komen natuurlijk van oorsprong uit de groenten, dus we gaan voor maximaal biologisch. Het verschilt van jaar tot jaar hoe goed dat lukt. Dit jaar lukte het heel goed. Cymbidium is gevoelig voor spint, trips en dat is met biologische middelen, beestjes dus, vaak goed te bestrijden. Belichting hebben we alleen in ons opkweekkasje van 120 meter.

Hoe werkt de teelt?

In januari en februari brengen wij scheuten in bij Floricultura. Zij vermeerderen die in hun laboratorium en na anderhalf jaar krijgen wij de plantjes weer binnen. Dan worden ze in trays opgepot. Dat vergt nog eens zeven maanden tot een jaar. Vervolgens zetten we de planten uit in de kas. Daar blijven ze dan twee jaar. Aan het eind van het tweede jaar komen ze in bloei. Bij anderhalve tak in bloei zijn ze verkoopklaar.

Je hebt ook eigen rassen...


Zelf veredelen is niet alleen interessant, maar eigenlijk ook wel noodzakelijk. Er wordt geteeld en veredeld in Japan, Australië en Californië, maar Cymbidium blijkt een plant te zijn overal weer anders reageert. Wat het goed doet in Australië, doet het hier soms helemaal niet goed. Onze eigen kruisingen zijn gemakkelijk te herkennen aan de naam. Ze hebben allemaal met vriendschap te maken. Want in Azië wordt de plant vaak aan vrienden gegeven als symbool voor vriendschap en respect.

Deze teelt vraagt aardig wat tijd...

Alles bij elkaar kost iedere verkochte plant zo’n vierenhalf jaar voorbereiding. Dat betekent dat we vijf jaar vooruit moeten denken. Nu, op mijn 62e, heb ik alweer voor vijf jaar planten, dus dat betekent dat ik minstens tot mijn 67e door moet. (lacht). Maar daar doen Trees en ik niet ingewikkeld over. We blijven dit doen zolang we het leuk vinden.

Geen veilingcarrière voor jou? Nee. Die ambitie heb ik niet. Ik zit wel in de FPC Orchideeën en heb in de Landelijke Orchideeëncommissie gezeten. Maar als ik stop met tuinen ga ik lekker golfen of zo. Ik heb net mijn golfvaardigheidsbewijs gehaald.

Hoe zie jij de toekomst van de tuinbouw in Westland?

Over tien jaar ziet de tuinbouw er in Westland heel anders uit dan nu. Net zoals er in de afgelopen tien jaar al enorm veel veranderd is. Tegelijk staat de hele branche onder druk vanwege de ontwikkelingen in energie en milieu. Dat hoeft helemaal niet verkeerd te zijn. Onder druk ontstaan vaak mooie dingen. In de jaren ‘80 was de gasprijs ook hoog en werden nieuwe dingen bedacht. Maar toen de gasprijs weer daalde vielen veel van die ontwikkelingen weer stil. Je kunt je afvragen waar we nu hadden gestaan als we volop waren doorgegaan. Aardwarmte, ondergrondse warmteopslag, led-verlichting.... De tuinbouw kan best zuiniger, maar dat vraagt om inspanning en in de eerste plaats om goede keuzes. Ook van de gemeente. We moeten hier met elkaar beslissingen gaan nemen over de toekomst. En we mogen best laten zien wat er bereikt is. Daar doe ik zelf graag aan mee. Daarom is er op 21 januari 2023 een Open Dag bij onze kas aan de Kerklaan 116 in De Lier. We vertellen je dan graag wat we hier allemaal doen!