Uit de Fabriek Geklapt

Grote korrels ‘AHagel’

Nieuws
Inpakken van zakjes Bongo hagelmix.
Inpakken van zakjes Bongo hagelmix. (Foto: aangeleverd)

ZAANSTREEK - Koos van der Woude kwam op 11 oktober 1965 als 20-jarige knaap als monteur in dienst bij de productiebedrijven van Albert Heijn. Het leverde hem veel mooie verhalen op, In het Nieuwsblad Zaanstad publiceren we zijn mooiste pennenvruchten.

Er was een periode dat ik veel storingen in de chocoladefabriek en met name op de hagelslagafdeling moest verhelpen. Omdat ik daar regelmatig werkte, werd deze afdeling jaren later na een renovatie mijn vaste werkplek als monteur. Dat had zo zijn voordelen. Want bij een storing kon je zonder tijd te verliezen dit verhelpen. Op deze afdeling werkten ook een aantal buitenlandse werknemers, van Kaap Verdiaaanse, Turkse en Marokkaanse afkomst. Aardige en behulpzame mensen. Ze spraken geen Nederlands, dus veel gebarentaal in het begin. Vooral bij de deegmenger, waarin verschillende grondstoffen werden gestort voor een goed deeg. Daar raakten ze wel eens de tel kwijt. Ik had op een A4tje ingekleurde zakken getekend wat er in de menger moest om de juiste samenstelling te krijgen, bruin was chocolade poeder, wit suiker en geel melkpoeder. Bij ieder gestorte zak, moesten ze er een kruis in zetten.

Maar ze hadden wel andere gewoonten, maar ook een voor ons onbekend geloof. Soms gebeurde het wel dat wanneer ik op een etage moest zijn, er een Marokkaanse of Turkse man geknield op een plaat karton in gebed was. Dan sta je wel even raar te kijken. Op een keer tijdens de Ramadan moest ik een grote plaatijzeren vierkante voorraadbak repareren. Toen ik het afdekkarton hieruit verwijderde, sprong er plots een Marokkaanse medewerker omhoog. Hij had onder het karton liggen rusten en wreef verschrikt de slaap uit zijn ogen. De Ramadan met het daarbij gehorende vasten, had veel te veel van zijn werklust gevergd.

Sommige Cabo Verdianen hielden net als wij monteurs ook wel van een slokje. Op een warme dag was ik in de koelkast aan het werk. Hierin werden lange strengen geperste chocolade gekoeld die hagelslag zou worden. Achter het deurtje zag ik een fles koud water staan, dacht ik. Omdat het een warme dorstige klus was, nam ik een flinke slok uit de fles, maar spuugde het net zo snel weer uit. De eigenaar van de fles, stond naast de deegmenger krom van het lachen. “Dat is geen water man”. Nee dat had ik ook in de gaten. Het was wel koud maar verdunde witte rum. Als afdeling monteur heb ik hem toen wel gewaarschuwd voor de gevolgen als afdelingschef Berend Vinke het zou merken. Maar ook een van zijn landgenoten was hardleers. Na werktijd fietste de man met een slok op de poort uit. Daarbij zag hij een auto met de laadklep omhoog niet staan en buitelde met fiets en al de Oostzijde in. Toen de ongelukkige zo gehavend thuis kwam, kreeg de hij er ook nog eens flink van langs van zijn robuuste echtgenote.

Een paar weken later bleef hij na werktijd met een schoonmaker nog een glaasje te drinken, in mijn werk ruimte. Toen de man wat onvast de afdeling wilde verlaten om zich te verkleden, heb ik hem op een bureaustoel gezet en hem in de badruimte zo onder de koude douche gezet.