Petrus Canisius College doorbreekt taboe menstruatiearmoede

ALKMAAR - Aan het Petrus Canisius College (PCC) afdeling Oosterhout staat één van de bijna duizend menstruatieproducten uitgiftepunten (MUP) van het Armoedefonds. Samen zijn de MUP’s goed voor hulp aan meer dan 70.000 vrouwen. En die hulp is hard nodig, zo blijkt uit cijfers van het fonds. Maar liefst 1 op de 10 vrouwen heeft soms geen geld om tampons of maandverband te kopen. Hoe gaat het PCC als middelbare school om met menstruatiearmoede?
Door Roxanne Borgman
Het kastje met de menstruatieproducten staat in het kantoor van Marleen en Astrid, beiden al geruime tijd afdelingsleider. Samen zorgen zij ervoor dat leerlingen en collega’s fijn kunnen werken. Aan locatie Oosterhout wordt lesgegeven aan leerlingen van het vmbo basis, kader, gemengde leerweg en zijn er taalklassen voor nieuwkomers. Marleen en Astrid komen armoede tegen in allerlei vormen. Regelmatig zien zij leerlingen die voor de zoveelste keer een schrift of potlood zijn vergeten. Dat er geen sprake is van ‘vergeten’ is voor Astrid en Marleen snel duidelijk. Speciaal voor deze leerlingen houden zij dan ook extra schriften, potloden en mappen achter, maar soms ook fruit en brood voor jongeren in de onderbouw die geen eten bij zich hebben. Sinds een half jaar is daar het menstruatieproducten uitgiftepunt aan toegevoegd.
Uitgiftepunt verlaagt drempel
Het begon met een docent die aangaf dat er meiden waren die thuis geen geld hadden voor menstruatieproducten. Via het Armoedefonds kwam de docent in aanraking met het concept menstruatieproducten uitgiftepunt: “Kunnen we dat als school ook niet doen?” Het was niet zo dat leerlingen voor het uitgiftepunt nergens terecht konden voor menstruatieproducten. Bij de conciërge lagen al producten voor noodgevallen, maar, zo zeggen Astrid en Marleen: “We snappen ook wel dat meiden daar niet zo snel heen gaan. Ook al is menstrueren de gewoonste zaak van de wereld is de drempel toch wat hoger. Vooral voor de meiden die in de onderbouw zitten en voor het eerst ongesteld worden. Die gaan dan niet zo snel naar een man toe voor hulp.” Hun kantoor is erg laagdrempelig voor leerlingen. “Leerlingen lopen bij ons binnen voor ‘ik voel mij niet lekker’ tot ‘ik heb een nieuw vriendinnetje’ en ‘mijn konijn is dood’,” vertellen Marleen en Astrid. Het leek hun dan ook logisch om vanuit kantoor menstruatieproducten beschikbaar te stellen.
‘Bij een kastje in de gang ziet iedereen je langslopen’
Het uitgiftepunt gaat uitgebreid worden naar andere vestigingen van het PCC. Op een van de vestigingen gaan ze een kastje in het toilet plaatsen. Marleen: “Ik ben wel benieuwd of dat nog laagdrempeliger is. Dan kunnen wij overwegen of we dat ook kunnen gaan doen en of er goed mee omgegaan wordt.” Ze willen in ieder geval geen kastje in de gang plaatsen, want dan “ziet iedereen dat jij het pakt als je er met je klas langsloopt.”
Leerlingen voelen zich bezwaard
Astrid: “We hebben in de meisjestoiletten een poster hangen met: hangt bij jou de rode vlag uit en heb je geen geld voor maandverband? Kom dan naar... En daar staan dan namen van ons en andere collega’s waar ze bij terecht kunnen. Maar helaas loopt het niet zo storm als dat ik had gehoopt.” Het zijn vaak leerlingen die overvallen worden door hun menstruatie en op dat moment niets bij zich hebben die bij Marleen en Astrid aankloppen. Niet vanwege menstruatiearmoede. Tot op heden hebben ze dan ook nog geen nieuwe bestelling hoeven plaatsen bij het Armoedefonds voor producten. Dit betekent niet dat ze niet nodig zijn, weten Astrid en Marleen, maar dat er gewoonweg nog niet voldoende naar gevraagd wordt. Marleen: “Meisjes die hier komen zijn verbaasd als ze een heel pakje maandverband mee mogen nemen. Ze vragen vaak maar om één maandverbandje, terwijl ze zo drie pakken mee mogen nemen. Ze voelen zich daarin dan toch bezwaard.”
Verborgen armoede
Mentoren krijgen de actieve taak om met leerlingen in gesprek te gaan over armoede en zo de jongeren te bereiken die gebruik kunnen maken van het uitgiftepunt. “Veel kinderen willen absoluut niet dat anderen weten dat er geen geld is,” vertelt Astrid. Daarbij zijn er ook kinderen met een migratieachtergrond waar praten over menstruatie een taboe is. Juist de verborgen armoede maakt het moeilijk. Marleen: “Verborgen armoede zit in allerlei lagen van de bevolking. Je weet het niet. Mensen lopen er niet mee te koop dus ze gaan het ook niet even zeggen tegen je.” Via docenten komen zo nu en dan wel leerlingen aan het licht.
Biologiedocenten besteden tijdens seksuele voorlichting aandacht aan menstruatiearmoede. Astrid en Marleen zien dat docenten erg sociaal betrokken zijn en zich ook bezighouden met armoedebeleid. Astrid: “Wij krijgen dan zelfs de vraag of we bij bepaalde leerlingen in de gaten willen houden of zij überhaupt wel eten. Onze docenten zijn er erg mee bezig.”
Veel gevraagd van de school
Marleen: “Je weet dat leerlingen zelf hun spullen moeten aanschaffen, maar bij bepaalde leerlingen merk je toch dat het ingewikkeld is. We zien geen extra toestroom van leerlingen door de stijgende energierekening, maar we zijn er wel alerter op.” Volgens Marleen en Astrid is het veel werk om leerlingen en ouders te helpen om bijvoorbeeld een fiets of laptop aan te vragen. Marleen: “PCC-breed zijn we aan het zoeken naar mogelijkheden om op een makkelijke manier in beeld te brengen wat er allemaal mogelijk is vanuit de overheid.”
De regelingen zijn erg versplinterd, zo vinden Marleen en Astrid. Ze zijn veel tijd kwijt aan uitzoeken hoe een regeling werkt: “Het is soms best te veel gevraagd van de school om dat allemaal uit te zoeken.” De gemeente kan daarin helpen, zo stelt Astrid, door de drempel lager te maken: “Dat ouders weten: ik kan echt geen fiets betalen en dan kan ik daar terecht.” Marleen en Astrid helpen leerlingen en ouders zoveel ze kunnen, maar “het grotere plaatje, de gezinsaanpak, dat gaat onze pet te boven. Dat is ook niet onze verantwoordelijkheid.”
‘Het zou mooi zijn als je op openbare plekken menstruatieproducten kunt krijgen’
Menstruatiearmoede maatschappelijk probleem
Menstruatiearmoede blijft een probleem van de samenleving. Marleen: “Ik wens iedereen de geneugten van het leven toe, maar dat is erg lastig als je weinig geld hebt. Ga maar eens een bus haarlak kopen. Dat is hartstikke duur. Bij ons op school hoef je niet eerst te bewijzen dat je iets nodig hebt, terwijl als je weinig geld hebt je geen keuzes kunt maken tussen een duurder of goedkoper verzorgingsproduct.” Meer uitgiftepunten voor menstruatieproducten kunnen ervoor zorgen dat mensen geld overhouden zodat ze wél kunnen kiezen. “Overal waar mensen binnen kunnen lopen, gebouwen met een publieke functie zoals de gemeente, het stadhuis, de bibliotheek. Het zou mooi zijn als mensen daar menstruatieproducten kunnen krijgen,” aldus Marleen.