Stadsdichter Marjolijn van Heemstra: “Glimwormen zijn magisch”

Algemeen
Stadsdichter Marjolijn van Heemstra
Stadsdichter Marjolijn van Heemstra (Foto: Rob Beense)

AMSTERDAM-NOORD - Zal je niet vaak overkomen als verslaggever: als ik Marjolijn van Heemstra bel voor een interview, stelt ze voor samen in het Vliegenbos glimwormen te gaan zoeken, na tienen ’s avonds. Helaas zijn er die dag al veel andere belangstellenden, dat praat niet gemakkelijk. We treffen elkaar later aan het Spreeuwenpark, waar ze woont met David en twee blonde krullenbollen: Eyse (7) en Otto (5).

Door John Jansen van Galen

,,Glimwormen zijn magisch,’’ zegt ze. ,,Een dier dat zelf licht geeft, een schattig lampje! En troostrijk: op zoek naar de nacht zag ik het opeens gloeien in het donker. Maar ook gruwelijk: glimwormen eten hun prooi levend op.’’ Ze moeten er vanaf juni zijn, rond de zonnewende. Helaas – misschien ligt het aan de droogte – zijn dit jaar in het Vliegenbos nog geen glimwormen gesignaleerd.

Nacht door vingers laten glippen

Haar fascinatie is de nacht, sinds ze voor de journalistieke site De Correspondent haar boek In lichtjaren heeft niemand haast… schreef. ,,We zien bijna geen sterren meer,’’ zegt ze. ,,We hebben de nacht door onze vingers laten glippen.’’ Bij de nachtwandelingen die ze onder het motto ‘De Nacht-Wacht’ begeleidt in het Vliegenbos (en inmiddels in heel Nederland) is de zaklantaarn verboden. ,,Wat ik wil laten zien is het uitzicht in het donker, de ziel van een plek.’’

Thuisbasis

Haar CV op internet laat je duizelen van een menigte aan activiteiten, poëzie, theater, podcast, proza, journalistiek, maar ze vat het allemaal onder één noemer: ,,Ik ben schrijver.’’ Ze werd geboren in Amsterdam, groeide op bij Rotterdam en keerde voor haar studie theologie terug naar de hoofdstad. Als theatermaker kreeg ze een kantoor in de Tolhuistuin. Dat werd haar ‘thuisbasis’ in Noord. ,,Shell was er net uit. Een heel bijzondere plek: de weidsheid, de pont die mij aan Rotterdam deed denken, net als de rommelige bouw met loodsen en braakliggende plekken.’’

Superleuk plein

Een jaar of tien geleden fietsten David en zij over het Spreeuwenpark en zagen een bord: Te Koop. ,,Stond niet eens op Funda, nu onvoorstelbaar. De volgende dag konden we langskomen. Was meteen raak. Superleuk plein en vooral dit rijtje is heel gezellig. Komt doordat we allemaal voortuinen hebben, daar zitten we en je maakt er met elkaar een praatje over. Zo’n tuintje is een bindmiddel.’’

Best wel chaos

Op Geen Stijl werd ze echter op de korrel genomen (,,Barones gentrificeert Amsterdamse achterbuurt’’) omdat ze er geen geheim van maakte soms de politie te bellen wegens overlast. ,,Het was toen best wel een chaos hier,’’ zegt ze. ,,Nooit stil. Een louche café waar wapens werden gevonden en dat op last van de politie dicht moest.’’ Inmiddels is de rust overwegend teruggekeerd.

Verhouden tot buurt

,,Maar ik snap best dat mensen die hier vanouds wonen zich ergeren aan de instroom van nieuwkomers. Het zijn parallelle werelden, daar ben ik mij van bewust en ik vind het daarom belangrijk dat je je als nieuwkomer verhoudt tot de buurt, en probeert een bijdrage te leveren.’’ En het moet gezegd: dat heeft ze gedaan.

Het Vliegenbos ontdekte Van Heemstra al gauw, ze waardeert de ‘gelaagdheid’ ervan en de ouderdom waardoor de bomen er nu ‘echt heel hoog zijn’, met ‘prachtige’ silhouetten in het donker en de lichtjes van Albemarle die door het bladerdek schitteren.

Zes gedichten

Vanaf het begin van dit jaar is ze stadsdichter van Amsterdam, als opvolger van onder meer Anna Enquist, F. Starik, K. Schippers en Gershwin Bonevacia. De Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam stelt de stadsdichters voor 2 jaar aan, ad 5000 euro per jaar, waarvoor je zes gedichten moet schrijven die Het Parool publiceert en enige publieke optredens geeft. ,,Dat haal ik gemakkelijk.’’

Actualiteit

Maar Van Heemstra vindt het niet gemakkelijk om poëtisch op de actualiteit in te gaan. Ze laat haar gedichten doorgaans eerst maanden, maar zouden ze niet actueel meer zijn En hoe moet ze reageren op gebeurtenissen waarover een gedicht wordt verwacht, maar die haar niks zeggen? Bijvoorbeeld: Ajax kampioen?

Cruijff 75

,,Ik kijk inderdaad nooit naar voetbal,’’ zegt ze, ,,ik heb een hekel aan topvoetbal, met al die misstanden. Maar ik heb er eerder over geschreven, toen Humberto Tan mij een gedicht vroeg voor Cruijff die 75 zou zijn geworden. Dat heb ik gedaan, want bij Cruijff kan het over taal gaan. Je moet een invalshoek weten te kiezen.’’

Ook ‘niet gemakkelijk’ vond ze het om in een gedicht de Oekraïense vluchtelingen welkom te heten. ,,Met alle respect voor hun leed en lijden: die geestdrift was zo scheef ten opzichte van alle andere vluchtelingen die veel minder welkom zijn. Ik zou iedereen willen toelaten. In mijn stadsgedicht heb ik het daar boven uit getild.’’

Weg uit Vogelbuurt

Ze gaat de Vogelbuurt verlaten. Die 95 vierkante meter werd toch wat krap met twee opgroeiende jongens. Maar ze blijft in Noord, aan het Zuideinde, bij de Oostzanerdijk. ,,Met een tuin waar een huisje in staat. Misschien kunnen we er eens iemand aan onderdak helpen.’’

Bij het afscheid raakt ze bij de voordeur prompt in gesprek met buurman Bob, die van het begin van de pandemie elke dag opnieuw de vlag met de tekst ‘Met elkaar, voor elkaar’ uitsteekt. ,,We delen de voortuin,’’ zegt Van Heemstra. ,,Echt een topbuurman.’’

Nachtwandelingen nog op 19, 23, 26 en 30/8. Verzamelen: 21.30 uur, Beeldenbos, Nieuwendammerkade 20, 

Zie: info@nachtwacht.nl