Rob Sweers stopt als kapper

Algemeen
Rob en 'zijn meiden'.
Rob en 'zijn meiden'. (Foto: Aangeleverd)

OOSTZAAN - Rob Sweers, wie kent hem niet? Hij begon al op zijn dertiende jaar met kappen. Na drieënzestig jaar de mooiste dames en heren te hebben gekapt, moet hij nu stoppen met zijn kapperswerkzaamheden. Hij is nu zesenzeventig jaar, maar is het kapperswerk nog lang niet beu, integendeel. Nu hij zich gaat realiseren dat het afscheid echt nabij is, wordt hij verdrietig en pinkt hij zelfs traantjes weg. “Ik houd zielsveel van mijn klanten en zeker ook van mijn meiden die al tientallen jaren bij mij werken en die me door dik en dun hebben gesteund en die me door de moeilijke tijd hebben gesleept. Ik houd van het werk. Ik heb het vak ook echt in de vingers. Je wilt niet weten hoeveel prijzen ik gewonnen heb, te veel om op te noemen. En geloof het of niet… ik heb niet één diploma, het vak is me aangeboren!” Wel heeft hij bij vele kapperswedstrijden ook gejureerd.


door Barbara van Wijk

Als Rob eenmaal begint te praten over zijn vak, neem daar dan maar eens rustig de tijd voor, hij kan nauwelijks nog stoppen. Vol enthousiasme vertelt hij over dé kapperswedstrijd in Parijs. Dat is dé belangrijkste jaarlijkse kapperswedstrijd van de wereld, waarbij tweehonderd deelnemers om de eer strijden. Rob had hier in Nederland al zo ongeveer alle prijzen bij elkaar geharkt, dus dit was voor hem de ultieme uitdaging; die trok als een magneet, want die prijs wilde hij ook in de wacht slepen.

“Wie díe prijs wint, wordt miljonair”, zegt hij. “De afbeelding en naam van de winnaar staan op elke bus haarlak, poster, en andere spullen. Je kunt gelijk je personeelsbestand verdubbelen, want de klanten wedijveren om een plaatsje in jouw stoel!” 

Welnu, Rob ging dus oefenen in Parijs, drie maanden lang, maar hij schatte zijn kansen niet al te hoog. In al die jaren had er immers nog nooit een buitenlander iets gewonnen. Toen bedacht hij een list. Hij kocht in Parijs Franse kleding, Frans gereedschap, hij bestudeerde de Franse taal en de kapsels, hij ging helemaal op de Franse toer en op de wedstrijd zelf zwierde hij als een echte Fransoos rond de kappersstoel. Omdat hij dacht toch geen schijn van kans te hebben, stapte hij na afloop in zijn auto, richting Oostzaan. En toen? Hij hoorde op de radio, terwijl hij op de snelweg tussen Parijs en Oostzaan reed, dat hij derde was geworden. Derde! Een grotere eer kon hij zich nauwelijks bedenken. “Maar miljonair ben ik nooit geworden. Ik ben wel een goeie kapper, maar geen goeie zakenman!”

Rob Sweers zet zijn schaar liever in peentjeshaar dan in de kapsels van bijvoorbeeld de mooie Italiaanse vrouwen. “Daar heb je niet veel kennis voor nodig, die mooie lokken vallen vanzelf wel op de goeie plaats. Nee, die storm- en regenkapsels waar je geen kant mee op kan… die dagen mij uit. Het geeft mij zo’n voldoening om daar iets moois van te maken!”

Hij heeft meer glorietijden beleefd. Zeker ook bij de televisie, bij Joop van den Ende. Zo ongeveer alle bekendheden heeft Rob wel onder zijn vaardige handen gehad, te veel om op te noemen. Zo had hij van Boudewijn Buch een replica van Mick Jagger gemaakt en van Anneke Grönloh maakte hij een evenbeeld van Tina Turner. Ook heeft hij eens meegedaan met de quiz ‘Wedden dat…’ met presentator Jos Brink. Daar kwamen twintig kappers op het toneel. Rob beweerde dat hij aan de hand van de door hen gecreëerde kapsels precies kon aangeven welke kapper welk kapsel had gemaakt. “Ja hoor, voor mij een makkie! De ene kapper heeft een bepaalde stijl van vlechten, de andere kan speciale blonde lokjes maken, ze hebben allemaal iets eigens. Makkelijk zat.”

En nu op 1 juli komt er een slot op zijn deur in de Dr. Keijzerstraat. Het doek valt tot groot verdriet van Rob. Zijn lust. Zijn leven. Zijn alles. Hij heeft het er heel moeilijk mee, maar is vastberaden om er samen met zijn lieve vriendin nog een paar mooie jaren van te maken. Hij bedankt ‘zijn’ geweldige dames die hem zo lang trouw terzijde hebben gestaan en neemt met huilend hart afscheid van zijn zo geliefde klanten.