Familiegeschiedenis: Boerderij Geesterwijk en zijn bewoners; familie Duindam (1)

Nieuws
Fragment van de Kruikiuskaart uit 1712 met Ter Heijde - hier nog veel Westerlijker dan tegenwoordig - en Geesterwijk omcirkeld.
Fragment van de Kruikiuskaart uit 1712 met Ter Heijde - hier nog veel Westerlijker dan tegenwoordig - en Geesterwijk omcirkeld. (Foto: )

Voor veel inwoners van Monster, maar ook voor veel liefhebbers van de Westlandse historie is de naam Geesterwijk niet onbekend. In de buurt van de Monsterse molen is de Geesterwijkstraat en zo’n naam houdt meestal een verwijzing in naar een object uit het verleden. In dit geval verwijst de naam naar een boerderij die daar in de buurt heeft gestaan.

door P.J.J. Duindam

De boerderij was gelegen een paar honderd meter ten noordoosten van het huidige dorp Ter Heijde, op de plaats waar nu het Molenslag naar het strand is. De boerderij staat al afgebeeld op de kaart van het Hoogheemraadschap Delfland van Floris Balthasars uit 1611. Ook op de kaart van Kruikius uit 1712 en latere kaarten uit de 18e eeuw staat de boerderij ingetekend. In akten uit die tijd werd al geschreven ‘van ouds bekend Geesterwijk’. Het gaat dus om een zeer oude boerderij, die bovendien al heel lang de naam Geesterwijk heeft gedragen.

Geestgronden

Het is niet precies bekend door wie en wanneer Geesterwijk gebouwd is. De boerderij lag indertijd niet zo dicht bij de dorpen. Monster was toen veel kleiner, Ter Heijde lag waarschijnlijk honderden meters

verder in de richting van de zee en er was nog geen spoor van de Slaperdijk.

Het zou tegenwoordig een vreemde plaats zijn voor een boerderij, aan de zeekant van de Slaperdijk, vlak bij de plek waar nu een groot parkeerterrein is ten behoeve van de badgasten. De boerderij lag wat hoger in de duinen en de bijbehorende weilanden lagen in de richting van Monster, maar ook in de Madepolder. De naam Geesterwijk doet vermoeden, dat er een verband is met geestgronden, denk aan de Kleine en de Grote Geest in Monster en aan de Hoge Geest in Naaldwijk. Dit waren hoger gelegen zandgronden, veelal tegen de duinen.

Duindam

In 1772 kocht Cornelis Willemsz. Duijndam de boerderij Geesterwijk van zijn schoonvader Job van der Kraan voor fl. 3.000,-. Job van der Kraan zelf had Geesterwijk in 1760 gekocht op een veiling. Geesterwijk is tot ongeveer 1850 in bezit gebleven van de familie Duijndam. Cornelis was 30 jaar oud, toen hij de boerderij kocht en hij was net gehuwd met Cornelia van der Kraan, oud 18 jaar.

De familie Duijndam komt oorspronkelijk (ongeveer 1500) uit Noordwijk. De voorouders van Cornelis zijn via Voorhout en ‘s-Gravenhage in het Westland beland. Deze tak van de Duijndammen was roomskatholiek.

Net als zijn vader Willem was Cornelis Duijndam ‘Toeziender der wildernissen in de grafelijke duinen . Als boer zijn de Duijndammen waarschijnlijk niet erg welvarend geweest, gezien de vele hypotheekakten

uit die periode, waaronder zelfs een in het Frans uit de Napoleontische tijd.

Rechtzaak

Rond 1835 waren de duinen door zeeafslag en zandafgravingen verzwakt en vond het Hoogheemraadschap van Delfland, dat er een dijk moest worden aangelegd. Deze dijk ligt er nu nog en is bekend als de Slaperdijk. De aanleg van de dijk was rond 1848 gevorderd tot het land van Arij Duijndam, de toenmalige eigenaar van Geesterwijk en zoon van Cornelis. Maar met Arij had het Hoogheemraadschap van Delfland nog geen overeenstemming bereikt. Om toch door te kunnen gaan, werd in de naam der Koning een strook land onteigend en de Slaperdijk werd voltooid. Voor Arij Duijndam was dit een groot probleem. Niet alleen raakte hij land kwijt, dat hij niet wilde missen, maar de Slaperdijk scheidde ook de boerderij van het land, waar het vee graasde. Delfland wilde niet, dat er vee op of over de dijk liep, behalve over de voor de Heijenaars aangelegde weg. Dit alles leidde tot een langdurige rechtzaak met het Hoogheemraadschap. Een van de geschilpunten was, dat de deskundigen die werden aangewezen om de schade vast te stellen, een relatie met Delfland hadden en dus niet onafhankelijk waren. Een lange periode van onderhandelen, taxeren en rechtzaken volgde.

Uiteindelijk werd er vonnis gewezen in 1850 en werd een schadebedrag vastgesteld. Een flink gedeelte van dit bedrag ging naar de advocaat die Arij Duijndam had bijgestaan. Mede dankzij het nauwkeurige archiveren van het Hoogheemraadschap van Delfland en de openstelling van het Oude Archief is dus heden ten dage nog precies na te gaan, hoe een en ander indertijd verlopen is.

Lees volgende keer het tweede deel van deze familiegeschiedenis. Heeft u ook een familiegeschiedenis die het waard is om te vertellen? Mail dan naar Piet van der Valk op pamvdvalk@gmail.com.

Bronnen:

- Historisch Archief Westland.

- Oud-Archief van het Hoogheemraadschap Delfland (nr. 2117).

- Brieven van William Dundom aan zijn familie in Nederland en ander familiebescheiden. (Deze zijn in bruikleen gegeven aan het Historisch Archief Westland).