Raad van State bekijkt corruptie rond bestemmingsplan Lutkemeerpolder

Nieuws
Stichting Behoud Lutkemeer geeft de strijd om Lutkemeer niet op en is naar de Raad van State gestapt.
Stichting Behoud Lutkemeer geeft de strijd om Lutkemeer niet op en is naar de Raad van State gestapt. (Foto: aangeleverd)

NIEUW-WEST - De Raad van State behandelde gisteren, donderdag 29 juni, het verzoek van Stichting Behoud Lutkemeer (SBL) om de bouwwerkzaamheden in de polder stil te leggen. Vanwege de grote belangstelling werd uitgeweken naar een grote zaal. Aanleiding is de corruptie die zou hebben plaats gevonden rond de totstandkoming van het bestemmingsplan in de Lutkemeerpolder.

Ook in algemeen juridische zin is deze zaak belangrijk. Het stelt immers de vraag wat een overheid dient te doen, indien corruptie heeft plaatsgevonden in bepaalde besluiten en/of dossiers.

Hooijmaijers

Sinds de veroordeling van voormalig gedeputeerde Hooijmaijers is veel aan het licht gekomen over diens handelen, ook met betrekking tot de Lutkemeer. Zijn invloed is tot aan de Hoge Raad vastgesteld, inclusief het aannemen van steekpenningen om bepaalde grondtransacties mogelijk te maken. Dat deze vaststelling van corruptie nooit tot een moratorium heeft geleid inzake het bestemmingsplan, is voor SBL reden om de Raad van State om een oordeel te vragen: heeft het Amsterdamse college behoorlijk gehandeld, nadat de corruptie bekend werd?


En er is een alternatief: Voedselpark Amsterdam. (Foto: aangeleverd)

Relevant is deze vraag zeker. Er staat immers vast dat Hooijmaijers recht had op de betaling van 80.000 euro die zou worden uitgekeerd bij de start van bouwproject Lutkemeren. Dat is dus nu, bij de eerste paal van de bouw van dit distributiecentrum. Hooijmaijers zou dit bedrag hebben gekregen vanwege zijn inspanningen om het mogelijk te maken.

Verdrag tegen Corruptie

De vraag blijft, waarom heeft de gemeenteraad er niets mee gedaan? Dat er lange tijd overheen is gegaan, is geen reden om op de oude voet door te gaan. Zoals ook de rechter stelde: “Je zou mogelijk de vraag moeten stellen wat nu een goede ruimtelijke ordening is”. SBL vindt het onbehoorlijk bestuur om de gevolgen van corruptie niet aan de orde te stellen. Het college had toen en nu een informatie- en onderzoeksplicht. Daarbij verwijst SBL naar de normen uit het Verdrag tegen Corruptie die de betekenis van de beginselen van behoorlijk bestuur voldoende kwalificeren om een exceptieve toets van de regels uit het bestemmingsplan te rechtvaardigen.

De zaak diende in een voorlopige voorziening. Dit betekent dat de rechter inhoudelijk op het hoger beroep kan beslissen of een voorlopige uitspraak kan doen in afwachting van de verdere inhoudelijke behandeling. De uitspraak wordt over drie weken verwacht.