Jan Brasser, staalarbeider in het gewapend verzet

Nieuws
Al het verzetswerk deed Jan Brasser op de fiets.
Al het verzetswerk deed Jan Brasser op de fiets. (Foto: Tata Steel)

REGIO - Jan Brasser (1908-1991) was tijdens de Tweede Wereldoorlog actief bij het gewapend verzet in Noord-Holland. Dit deed hij onder de schuilnaam ‘Witte Ko’. Zijn schuilnaam werd een begrip. De nazi’s maakten verbeten jacht op hem, zonder succes. Samen met de bekende verzetsstrijders Hannie Schaft en Jan Bonekamp nam hij deel aan heel wat fameuze acties. Voor de oorlog was Brasser staalarbeider bij Hoogovens in IJmuiden.

Door Roel Berghuis

Jan Brasser wordt op 2 maart 1908 geboren in Uitgeest. Hij is een jaar of 14 als hij van school gaat en begint te werken in het bollenbedrijf van zijn vader. Rooien, pellen, wieden, koppen en ook spitten. “Dan voelde je je rug wel”, vertelt hij in 1982 aan schrijver Otto Kraan. Maar Jan is sterk.

Later gaat Jan leidingen in de grond leggen. Dat levert hem zo’n 28 gulden per week op, tegenover 20 gulden bij het bollenbedrijf. Daarna werkt Jan in een betonfabriek, waar hij septic tanks maakt. En af en toe is hij werkloos.

Brasser heeft een hekel aan niks doen. Hij gaat sporen aanleggen op het traject Uitgeest - IJmuiden Oost. Met een grote hamer en spijkers rails vastslaan op de biels. Het hengsten met de hamers vindt hij prachtig werk. Daarna legt hij samen met andere grondwerkers de Provinciale weg van Limmen naar Amsterdam aan. Jan neemt het steeds meer op voor zijn collega’s en komt in opstand tegen ‘de spelletjes’ van de bazen.

Een beter bestaan

Als de jonge Jan bij de spoorwegen werkt, komt hij in contact met een syndicalist. Hij wordt lid van de Communistische Partij van Nederland (CPN) en organiseert acties tegen de werkloosheid, de steunverlaging en de werkverschaffing (verplicht werk).

De beurskrach van 1929 heeft wereldwijd catastrofale gevolgen en geldt als directe oorzaak van de crisis van de jaren ‘30. Dat heeft ook invloed in Nederland. Jan Brasser is in die periode vier jaar werkloos. Hij gaat bij het Landelijk Werklozen Comité en organiseert acties voor een beter bestaan.

Tussen 1935 tot 1937 zit Jan voor de CPN in de gemeenteraad van Uitgeest. De sfeer is in de crisistijd heftig. “Een miljoen tweehonderdduizend gulden voor een gewone koningin. En de werklozen trappen ze de verdommenis in”, zo wordt bij optochten gescandeerd.

Verzet op de fiets

In 1933 komen de eerste Duitse vluchtelingen, ze willen aan het naziregime ontkomen. Jan Brasser trekt veel op met de tegenstanders van Hitler. Er is een matig asielrecht en er worden inzamelingen gedaan voor de vluchtelingen. Als het asielrecht afgeschaft wordt, moet dat illegaal gebeuren.

Veel Duitse vluchtelingen - ook Nederlanders - gaan met de Internationale Brigade naar Spanje om te vechten tegen het fascisme en dictator Franco. Jan maakt daar propaganda voor.

De Kristalnacht van 9 november 1938 is het sein om te beginnen moorden en plunderen. Met ruw geweld zet Duitsland de eerste grote aanval in op de joden. Almaar meer stemmen roepen op tot verzet. Jan Brasser staat op de eerste rij.

Hoogovens

In 1939 gaat Jan als smelter bij Hoogovens in de Martinstaalfabriek werken: ovendeuren drukken, flikken en opruimen. De uitgevreten rand in de oven, waar het vloeibare slak op het vloeibare staal tegen de ovenwand aankomt, moet geflikt worden. Dat gaat met grote panschoppen vol met dolomiet die je tegen de rand moet gooien. Hier raakt Brasser betrokken bij het verzet. Hij verspreidt illegale kranten en pamfletten en haalt geld op voor het solidariteitsfonds. Hij speelt ook een belangrijke rol bij de organisatie van de Februaristaking van 1941 in de staalfabriek. Hij verspreidt het pamflet met de boodschap: “STAAKT!! STAAKT!! STAAKT!!”

Brasser zit in een lokale sabotagegroep van de CPN. De groep pleegt industriële sabotage in de staalfabriek en sticht brand bij Duitse legervoorraden op rangeerterreinen in Velsen en Beverwijk. Jan krijgt de leiding van de Raad van Verzet in Noord-Holland. Hij overvalt het Wormerveerse gemeentehuis om te voorkomen dat wordt ontdekt dat veel persoonsbewijzen verdonkeremaand zijn. Brasser geeft ook opdracht aan verzetsstrijders Hannie Schaft en Jan Bonekamp om de Zaanse politieagent Willem Ragut uit te schakelen. Die heeft veel Nederlanders verraden.

Jan Brasser was een harde man, zo leek het. Hij vertelde in het boek Witte Ko over het joodse meisje Roosje dat ondergedoken zat bij vrienden. Het meisje kwam maar weinig buiten en dat arme kind zag er zo akelig bleek uit, niet om aan te zien. Jan nam Roosje mee langs bunkers, stille weggetjes en tuinderijen naar een zonnige plek. Voor Roosje was het een groot feest en toen ze weer teruggingen heeft Jan een extra rijpe aardbei op haar wangen gesmeerd. Bij terugkomst schreeuwde haar vader verheugd en opgelucht dat ze weer veilig terug waren: “Kijk eens wat de zon met haar gedaan heeft!”

Wantrouwig

Na de oorlog wilde de directie van Hoogovens niets meer met oud-werknemer Brasser te maken hebben. Voor Jan uitermate pijnlijk. In het Nederland van de Koude Oorlog worden overtuigde communisten wantrouwig bekeken, ook al werden ze door koningin Willhelmina persoonlijk gedecoreerd voor hun verzetswerk. Jan Brasser is na de oorlog 27 jaar lang lid van de gemeenteraad van Krommenie voor de CPN.

In 2020 krijgt voormalig Hoogovenarbeider Jan Berghuis het archief dat Heemskerker Otto Kraan, schrijver van het boek Witte Ko en jarenlang bedrijfspersoneelschef bij Hoogovens, heeft bijgehouden over Jan Brasser en de herhaalde maar mislukte pogingen bij verschillende directies om hem te rehabiliteren. Jan Berghuis was als lid van de ondernemingsraad bij Hoogovens in de jaren ‘70 en ‘80 bij die pogingen betrokken.

Eerherstel

Pas in 2021, dertig jaar na zijn dood, krijgt Jan Brasser van Hoogovens eerherstel. Er komt een Jan Brasserplantsoen en de verzetsheld krijgt een plaquette bij het Hoogovenmonument voor gevallenen in Velsen-Noord (IJmuiden). Zo is Jan Brasser eindelijk weer terug op het oude nest.

Tekst gaat door onder de foto.


Plaquette bij het Hoogovenmonument 1940 - 1945. - Foto: Roel Berghuis

Herdenkingsplaatsen

Sinds 2007 is de Jan BrasserTunnel geopend door oud-burgemeester Ruud Vreeman van Zaanstad met een stalen monument: 1908 – 1991, Arbeider communist verzetsheld. Het plaatstaal werd geleverd door het staalbedrijf in IJmuiden maar dat mocht niet bekend worden gemaakt.

Op 4 mei 2021 werd door de Tata Steel directie bij het Hoogovenmonument 1940 - 1945 een plaquette onthuld voor Jan Brasser ‘Wegens bijzonder moedig gedrag’. Het Jan Brasserplantsoen werd tevens geopend.

In mei 2022 is op het erf van de familie Bult aan de Pagelaan in Limmen een herdenkingsplaquette onthuld. Deze herinnert aan drie verzetsstrijders tijdens de Tweede Wereldoorlog: Jan Brasser, Jan Bonekamp en Hannie Schaft. Veel joden en verzetsstrijders verbleven tijdelijk op het onderduikadres bij de familie Bult.

Op 11 mei 2023 onthulde de gemeente Uitgeest voor het gemeentehuis een plaquette voor de in Uitgeest geboren Jan Brasser.

Tekst gaat door onder de foto.


Plaquette voor het gemeentehuis in Uitgeest. - Foto: Roel Berghuis

Over Jan Brasser

Wil je meer lezen over Jan Brasser? Lees dan het boek Witte Ko van schrijver Otto Kraan (ISBN: 90 6143 1859) of het boek De onvermoeibare Brasser, dertien plaatsen uit een strijdbaar leven door Filip Bloem, uitgave Verzetsmuseum Amsterdam in samenwerking met Uitgeverij Noord Holland, Wormer. Het boek is mede tot stand gekomen door een financiële bijdrage van Tata Steel (ISBN: 978-94-92335-36-4).

Over Roel Berghuis

Roel Berghuis is voormalig vakbondsbestuurder van de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) en werkte tussen 1975 en 1992 als smelter bij Hoogovens. Van 1992 tot 2022 was hij FNV-bestuurder bij onder meer de Nederlandse Spoorwegen en Tata Steel Nederland.