column

Tasar Iskreah: ‘Het is ramp op ramp op ramp in Syrië’

Algemeen
Onze columniste Tasar Iskreah komt uit Syrië en ziet met lede ogen aan hoe de ene na de andere ramp zich in haar thuisland voltrekt.
Onze columniste Tasar Iskreah komt uit Syrië en ziet met lede ogen aan hoe de ene na de andere ramp zich in haar thuisland voltrekt. (Foto: aangeleverd)

De relatie tussen de dood en mijzelf zal nooit normaal zijn. Ik vermijd het al jaren om aan de dood te denken, of wat er na de dood is.

Verschillende oorzaken, hetzelfde gevolg: Dood!

Bij het eerste overlijden in mijn familie, mijn zwager stierf aan maagkanker, was ik (2013) in Dubai. De afstand maakte dat ik niks voor mijn zusje kon betekenen. De tweede tragedie speelde zich af in 2016, ik verloor mijn broer bij een ISIS-bombardement. Ik kon mij niet voorstellen dat er nog iets pijnlijker zou kunnen zijn. Mijn ouders ontvingen geen stoffelijk overschot van mijn broer; zijn lichaam was in de lucht in stukken uiteengereten als gevolg van de explosie. In 2017 stierf mijn vader stierf in een ziekenhuis als gevolg van een medische fout. En nogmaals moest ik de pijn, het verdriet, de tranen en de rouw alleen verdragen. Ik voelde me machteloos in Alkmaar, omdat ik helemaal niets voor mijn lieve moeder kon betekenen. 

Wij Syriërs maken nooit bezwaar tegen Gods oordeel. Sinds 2011, zijn veel Syrische mensen door de oorlog overleden. Ook weet iedereen dat vluchtende landgenoten in zee verdronken tijdens hun reis naar Europa. Bij discussies met mensen die de tocht overleefden, heeft iemand mij gezegd: ‘Ik verdrink liever of wordt liever opgegeten door een haai dan dat ik hier achterblijf en sterf van de honger. Ik wil geen wormenvoer zijn’.

In Syrië volgen verdriet en tegenslagen elkaar in snel tempo op. Alsof ons verdriet en onze naderende dood nog niet volledig genoeg is. Alsof de dood steeds om de hoek klaar staat. Het blijft me achtervolgen. Het voelt al meer dan 12 jaar een als een wreed lot.

Maandagochtend bereikte mij het trieste nieuws van de aardbeving in Syrië. De muur van het huis van mijn broer is ingestort en zo vielen ook de watertanks van mijn moeder van het dak. Volledig vernietigd. Dat was slechts materiële schade, veel triester was het nieuws dat mijn neef en zijn vrouw na meer dan tien uur onder het puin werden gevonden. Ze waren overleden. Ik heb pijn in mijn hele lijf. Shadi en Walaa werden hand in hand samen gevonden, in een bed van bloed. Ze zijn slechts 50 geworden. Hun zoon, 28 jaar oud blijft achter. 

Je zult de burgeroorlog overleefd hebben, om dan vervolgens je laatste adem uit te blazen vanwege een aardbeving. Op ‘leed’ staat geen maat in Syrië. Syrië werd in de afgelopen twaalf jaar geteisterd door burgeroorlog, IS en corona. De enorme gevolgen van de aardbevingen van deze week komen daar nog eens bij. Het is ramp op ramp op ramp in Syrië. Alsof, op een hele wrede wijze de mensheid wordt gedwongen om ons, de Syrische mensen, niet te vergeten.