Ina Broekhuizen-Slot uit Wognum gegrepen door West-Fries dialect

Algemeen
Ina Slot, kenner van West-Friese taal en gewoontes bij 't Blôtbienepad bij Aartswoud.
Ina Slot, kenner van West-Friese taal en gewoontes bij 't Blôtbienepad bij Aartswoud. (Foto:Ina Slot, kenner van West-Friese taal en gewoontes bij 't Blôtbienepad bij Aartswoud.)

Als Ina Broekhuizen-Slot niet was verhuisd naar Purmerend, was ze misschien nooit in het West-Fries gaan schrijven. Ina is geboren in Sint Maarten, een dorpje dichtbij Schagen. Daar woonde ze vlakbij de Westfriese Omringdijk. Ze was altijd al in taal geïnteresseerd, maar haar diepgaande interesse voor het West-Fries begon pas toen ze in 1979 van Purmerend terug verhuisde naar Wognum. Deze zomer legt zij wekelijks in de rubriek ‘Zuks nou maar’ West-friese uitdrukkingen uit. Vanaf september levert zij maandelijks een bijdrage.

Ina zocht iets om te doen in de streek. Net op dat moment werd door Jan Pannekeet en Nel van Laren een cursus gegeven: Wat doen we met ons Westfries? Ina was een van de jongste deelnemers.

Cursus West-Fries

“Tijdens het volgen van die cursus werd ik gegrepen door het dialect”, laat Ina enthousiast weten. “Alles binnen de Omringdijk is van oudsher West-Friesland, en overal praat men West-Fries, maar in het westen wordt minder dialect gesproken dan in bijvoorbeeld Lutjebroek of Andijk. Tijdens gesprekken kreeg ik steeds meer oor en oog voor het dialect en ik maakte er gebruik van in mijn teksten.”
Ina komt uit het onderwijs en het schrijven van verhaaltjes en toneelstukjes zat er bij haar altijd al in. “Ik heb er later ook mijn werk van gemaakt; ik schreef voor het Noordhollands Dagblad, dat was wel gewoon in het Nederlands hoor, ik was buitengewoon ambtenaar van de Burgerlijke Stand en voor de kerk schrijf ik overwegingen.”

Door de cursus ontstonden schrijfgroepen met deelnemers die teksten schreven en deze aan elkaar voorlazen. “Er zijn nog steeds vier schrijfgroepen, onder auspiciën van de stichting Creatief Westfries, waar ook het kwartaalblad Skroiven`devort onder valt. Op het hoogtepunt hadden we hiervoor zelfs 4.000 abonnees.” De groepen maakten ook de boeken ‘Zuks moet je opskroive’, die als zoete broodjes over de toonbank gingen.

“Na 2000 is het aantal lezers teruggelopen”, laat Ina weten. “Een groot deel is overleden en er kwamen niet veel nieuwe lezers voor terug. Dat zegt iets over de interesse voor het dialect.” Toch vindt ze dat er nog steeds belangstelling is voor het West-Friese dialect: mensen gebruiken West-Friese woorden om te laten zien dat ze uit dit gebied komen. Wel zijn er steeds minder mensen die het West-Fries spreken.

Naslagwerk

“Ik schrijf graag in het West-Fries en het leek me aardig om mijn teksten voor de rubriek ‘Zuks nou maar’ op te leuken met een ‘roimpie’, dat fleurt de rubriek op.” Voor deze rubriek in de Drom gebruikt Ina steeds een overkoepelend woord dat ze tegenkomt. “Ik leg het uit en geef voorbeelden via gezegdes. De gezegdes ken ik deels zelf, maar ik pak het Westfries woordenboek van Jan Pannekeet er altijd bij. Jan heeft alles al heel goed omschreven en daar maak ik graag gebruik van.” Volgens Ina is het Westfries Woordenboek een prachtig naslagwerk voor alle West-Friezen.

Cultuur

De West-Friese taal laat wat Ina betreft de West-Friese eigenheid zien. “Taal is cultuur, het hoort bij deze streek, net als de stolpboerderijen, het landschap, de verkaveling.” Ina omschrijft ‘de West-Fries’ als iemand met ‘twei biene in de prut’, die houdt van zijn gebied en een werker, een aanpakker is, die niet te veel praat. Hij houdt van zijn vrijheid, heeft de blik naar buiten en kijkt over de dijk heen. “Het is iemand met gemeenschapszin, denk maar aan de gemeenschapsveilingen. Een West-Fries is een beetje op zichzelf, maar heeft ook oog voor wat de wereld voor hem kan betekenen. Kijk maar naar de zaadteelt wereldwijd.”

Roimpies

Roimpies maakt Ina niet alleen voor haar rubriek. Op dit moment werkt ze aan een cadeauboekje met foto’s en rijmen, dat ze verwacht rond oktober af te hebben. Aanleiding tot deze publicatie is dat ze veertig jaar geleden begon met het schrijven in het dialect.

De titel wordt Uitverdan. Uitverdan gaan betekent: erop uitgaan. “Een roimpie komt bij me naar boven doordat iemand wat zegt, of door iets wat ik zie. Het kan gaan over gevoel, de interactie tussen mensen of de natuur.” Samen vormen de gedichtjes in Uitverdan een reis door West-Friesland.

Westfries of West-Fries?

Onze regio heet West-Friesland, de inwoners zijn West-Friezen en de taal is West-Fries. Dat is de formele schrijfwijze. Er zijn wel eigennamen zoals Westfriese Omringdijk, Westfries Genootschap en Westfries woordenboek. “Ik zie graag de informele schrijfwijze, zoals Westfriesland en Westfries” zegt Ina.

Ina Slot, kenner van West-Friese taal en gewoontes.