Interview met veteraan Henk van Dorp (97)

Nieuws
Henk van Dorp op 4 mei 2023 met zoon Eric Jan en kleinzoon Floris Jan bij het monument in Schipluiden.
Henk van Dorp op 4 mei 2023 met zoon Eric Jan en kleinzoon Floris Jan bij het monument in Schipluiden. (Foto: GvW-T)

Op 4 mei 2023 was Henk van Dorp (97) de laatste oude veteraan die bij de Dodenherdenking in Schipluiden was. Hij werd geflankeerd door vijf jonge veteranen. “Dat vind ik mooi, ze kwamen mij allemaal even gedag zeggen. Dat doet me goed,” zegt de krasse Schipluidenaar.

Gemma van Winden-Tetteroo

Hij wil best wel wat over zijn lange leven vertellen. Henk woont in Akkerleven. Zijn vrouw Dicky is bijna anderhalf jaar geleden overleden. Een heel gemis maar Henk gaat niet bij de pakken neerzitten. Hij werd geboren op een oude boerderij aan het begin van de Zouteveenseweg. In 1944 brandde de boerderij door onbekende oorzaak af. “Ik was met een paar kameraden naar het Bommeer. We zagen rookwolken in de verte. Siem van den Berg was er ook bij. Toen we weer richting Schiplui gingen, kwamen we een jongen van Holtkamp tegen. ‘Jullie boerderij staat in brand.’ We wisten niet of het die van ons of de naastgelegen Johannahoeve van de familie Van den Berg was.”

Boer

Er was niet veel meer van over. “Bovenland (een verder in de polder gelegen stuk grond. red.) stond een oude voetbalkeet. Die hebben we naar het erf gehaald en daar gingen we tijdelijk in wonen.” Henk komt uit een gezin van zeven kinderen. Er konden er ook een paar bij de vrijgezelle tante Alida en tante Dirkje slapen. Henk kreeg onderdak bij de familie Van den Berg. Hij was de oudste van het gezin. Uiteindelijk werd zijn broer Bram boer, kippenboer. Later emigreerde Bram naar Engeland maar nu woont hij alweer jaren in de Duifpolder.

Kameraden

Na de lagere school begon Henk als boerenknecht bij Wim van der Enden in de Oostveen. Hij was dertien jaar. Wim moest zelf in dienst en dus vroeg de boer aan vader Van Dorp of Henk beschikbaar was. Op 1 mei 1940 was zijn eerste werkdag. “We waren de wagenschuur aan het schoonmaken toen aan het begin van de oorlog de vliegtuigen overkwamen. Ik herinner me het nog goed.” Henk was nog te jong om naar Duitsland gestuurd te worden. Later werd hij melkcontroleur. Het gezin kwam de oorlog redelijk goed door. Henk werd opgeroepen voor militaire dienst. In november 1946 begon zijn opleiding. Hij herinnert zich nog een aantal namen van dorpsgenoten die ook in dienst moesten: Siem van den Berg, Maarten van der Eijk, Jaap van Leeuwen… Op 30 mei 1947 vertrok Henk als dienstplichtige naar Nederlands Indië. Hij zou er drie jaar blijven. “Je had geen keuze.” Dat hij heel wat heeft meegemaakt blijkt wel uit zijn zorgvuldig ingeplakte fotoalbum uit die periode. Gekartelde zwart-wit kiekjes van stoere jonge mannen. Maar ook een serie van een rij militairen die een lijkkist dragen. “Ik ben in die tijd twaalf kameraden van mijn compagnie verloren,” zegt Henk, “meestal waren er trekbommen in het spel.” Henk was lid van Garde Regiment Jagers. ‘Onze jongens’ moesten er vrede en orde brengen. Hij verhuisde nogal eens. “Je moest patrouille lopen en ’mijnen zwiepen’. Dat was gevaarlijk.” Daarna verkasten ze naar Oost-Java. Ook daar is veel gepasseerd. “Dat was niet best. We moesten een keer een post overnemen. Midden in de nacht. Ik was toen commandant van de mortier. We werden aangevallen. Nico Hermans werd meteen doodgeschoten. Wij, de anderen, probeerden de vijand van ons lijf te houden. We moesten Nico wegbrengen maar de brug over de kali was opgeblazen. Het hele gebeuren had een enorme impact,” zegt Henk terwijl hij zorgvuldig zijn woorden kiest. “Eén keer kwamen er vijf kameraden tegelijk om. We spraken er nauwelijks over. Schreven het ook niet naar huis. Je stopte het weg.”

Penvriendin

Een van zijn maatjes was Henk van Aalst (één van de jong-gevallenen die op het monument in Maasland staan genoemd). Die correspondeerde met Dicky, een meisje uit Alphen aan de Rijn. Dicky wilde ook best wel met Henk schrijven. Vele brieven en ontmoetingen later, werd zij zijn vrouw. “We hebben anderhalf jaar gecorrespondeerd tot ik terug was uit Indië. Toen hebben we elkaar voor het eerst ontmoet. We gingen allebei met de trein naar Leiden. “Ik heb een rode jas aan,” had ze geschreven.

Op 7 januari 1953 trouwden ze. Heel kort woonden ze in Vlaardingen maar al gauw kregen ze een huis van de zaak en gingen ze naar Delft. Daar zouden ze, weliswaar op verschillende adressen, achtenzestig jaar wonen. Op Oudejaarsdag 2020 kwamen Henk en Dicky naar Akkerleven. Dicky overleed op 16 februari 2022. Sindsdien is hij alleen. Met zijn herinneringen. Over de Indiëtijd, zijn gezin, zijn jaren in de gemeenteraad of toen hij ouderling van de kerk was. Henk leest elke dag de krant, hij kijkt een beetje tv en neemt af en toe deel aan de activiteiten beneden. Elke dag loopt hij een rondje door de tuin met zijn rollator. “Ik heb het hier goed naar mijn zin.”

Dodenherdenking

Ieder jaar gaat Henk naar de Dodenherdenking. “Dat is ook een beetje mijn plicht.” In het begin werden de slachtoffers van de Indië tijd niet herdacht. De namen van de drie omgekomen Schipluidense makkers werden pas later op het monument toegevoegd. Toen de mannen weer in Nederland terugkwamen werd er eigenlijk nooit, ook thuis niet, over die tijd gesproken. “Dat was gewoon zo. Gelukkig ben ik vrij nuchter. Natuurlijk denk ik nog wel eens aan die periode, dat wel. Ik heb nooit de behoefte gehad om mijn belevenissen op te schrijven. Ik heb mijn foto’s, dat is genoeg.” Indiëgangers, ze gingen als jongens weg en kwamen als mannen terug.