Coalitie verdeeld over vergunning windmolens

Politiek
Afbeelding
(Foto: pixabay)

De gemeenteraad van Midden-Delfland is het erover eens dat ‘kleine’ windmolens prima passen in het buitengebied en kunnen bijdragen aan de energietransitie. Toch stemden coalitiepartijen VVD en D66 dinsdag tegen een motie die het plaatsen van deze windmolens op korte termijn mogelijk moet maken. 

Marc Schapers

Het gaat om een gezamenlijke motie van OGP, Mijn Partij en coalitiegenoot CDA. De drie partijen wijzen erop dat in het bestemmingsplan ‘Buitengebied Gras’ expliciet is opgenomen dat het plaatsen van kleine windturbines bij agrarische bedrijven mogelijk moet zijn. 

Een ondernemer in Midden-Delfland echter, die een dergelijke molen wil plaatsen, kreeg weliswaar een omgevingsvergunning, maar is al geruime tijd in discussie met de gemeente over de randvoorwaarden (uit het bouwbesluit). Wethouder Wendy Renzen (VVD) zei daarover: “Wij hechten aan onze controlerende taak vanuit bouw- en woningtoezicht. Iedereen mag van ons verwachten dat als wij een vergunning afgeven voor een bouwwerk, dat iedereen van de veiligheid ervan op aan kan.”

Wel positief

OGP, CDA en Mijn Partij vragen zich af hoe het kan dat in 84 andere Nederlandse gemeenten wel vergunningen worden afgegeven en er inmiddels meer dan 500 van dit soort windturbines in bedrijf zijn. Ze vragen het college daarom op korte termijn met een aantal gemeenten, waar de molens wel onder vergunning zijn geplaatst, in gesprek te gaan om inzicht te krijgen onder welke randvoorwaarden en keuzes wel positief is besloten. En de vergunningverlening zodanig te wijzigen dat dergelijke windturbines ook in het buitengebied van Midden-Delfland kunnen worden geplaatst. 

Wethouder Renzen gaf toe dat zij zich ook afvroeg waarom het bij een aantal andere gemeenten wel kan. “Vergissen wij ons? Zien we iets over het hoofd? De vraag is hoe andere gemeenten - waar getoetst is aan het bouwbesluit - tot een andere afweging komen dan wij. Dat onderzoek loopt nog. De resultaten ervan zal ik in januari zeker delen met de raad, liever nog in december.” De motie werd aangenomen met twaalf stemmen voor en vijf tegen.