Wethouder Armand van de Laar over de tweede grote groeispurt van Rijswijk

Algemeen
Armand van de Laar, wethouder Ruimtelijke en economische ontwikkeling, Duurzaamheid en Stadsbeheer en 2e locoburgemeester, op het Bogaardplein.
Armand van de Laar, wethouder Ruimtelijke en economische ontwikkeling, Duurzaamheid en Stadsbeheer en 2e locoburgemeester, op het Bogaardplein. (Foto: DvE)

Rijswijk is de snelst groeiende gemeente van de Randstad. Met onder meer Ruimtelijke en economische ontwikkeling in zijn portefeuille, heeft wethouder Armand van de Laar de afgelopen vier jaar een groot aandeel gehad in de groeispurt.

Bogaard

Door Debbie van Eijk

Het is de tweede grote groeispurt sinds de jaren ’50, toen er ook woningnood heerste. In die tijd was het de geliefde burgemeester Archibald Theodoor Bogaardt die de heipalen twintig jaar lang onafgebroken liet dreunen. Het inwonertal van Rijswijk groeide toen uit van 23.000 naar 50.000.

Vergroenen door bouwen

Opnieuw groeit Rijswijk nu zo hard. “Er komen 10.000 woningen bij”, vertelt Van de Laar. De overwinning van Rijswijk bij de Groene Stad Challenge in januari was te danken aan het relatief grote aantal groene vierkante meters in de gemeente, en daar wil hij niets op inleveren. Vandaar ook de investering van 3,5 miljoen euro in de groene Landgoederenzone. 

Juist níét de Landgoederenzone of het Wilhelminapark volbouwen

“Het hele idee is juist dat we níét de Landgoederenzone of bijvoorbeeld het Wilhelminapark gaan volbouwen. Maar een gebied als de Bogaard, het Kesslerpark of het Havenkwartier ís al versteend. Juist door daar nu te bouwen kan je het ook meer vergroenen: meer bomen, groene pleintjes, spleten en kieren waar vogels en vleermuizen zich kunnen nestelen.”

   Het Bogaardplein is een mooi voorbeeld. “Die plek was versteend, kaal, leverde hittestress en wateroverlast op.” In 2021 is het plein vergroend. Van de Laar ziet dat mensen de weg ernaartoe vinden, als hij op een zonnige dag uit het raam van het stadhuis kijkt: de speelveldjes worden enthousiast gebruikt. Groepjes jongeren en ouderen kletsen met elkaar op de bankjes. “Dat geeft voldoening”, aldus Van de Laar. “De transformatie van het plein heeft een aantal keren op de nominatie gestaan om geschrapt te worden. Ik heb het met hand en tand verdedigd. Anders was het een stenen plein gebleven.”


Het uitzicht vanuit het Stadhuis op het Bogaardplein. - DvE

Van ochtenden schoffelen misschien wel het meest geleerd

Ook de rest van de Bogaard verandert de komende jaren ingrijpend. Er komen 2500 woningen bij. Het is een ontwikkeling die de burgemeester naar wie het winkelcentrum vernoemd is, waarschijnlijk zou begrijpen. De tijd vraagt erom. Dat is ook hoe Van de Laar ernaar kijkt: “Ik ga terug naar de inhoud en uiteindelijk de opgave die er voor de stad ligt.”

Schoffelen

“Ik vond het een voorrecht om wethouder te mogen zijn”, zegt Van de Laar over de afgelopen vier jaar. “Ik heb veel geleerd over het openbaar bestuur, maar ook zoveel mensen ontmoet. Om de paar weken liep ik mee met de medewerkers van de Werf. Ik ging bijvoorbeeld mee schoffelen en leerde zo over planten en onderhoud. Dat is interessant, maar we hadden het ook over het leven, hun ervaringen met kansengelijkheid en onderwijs. Van die ochtenden heb ik misschien nog wel het meest geleerd.”

Gemeentelijk niveau

Voorheen werkte hij op het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De impact zien van wat je doet is voor hem de grootste charme van werken op gemeentelijk niveau. Van het Bogaardplein tot behoud van de historische waterpomp in Oud-Rijswijk en start-ups in de Plaspoelpolder.

Rijswijk 

Waarom hij voor Rijswijk koos? “Als extern adviseur schreef ik in 2016 mee aan de stadsvisie Rijswijk 2020-2030. Zo leerde ik Rijswijk kennen als een heel interessante gemeente: een middelgrote gemeente, in een grootstedelijk gebied met allerlei grote opgaven, maar wel nog overzichtelijk en met een vriendelijk, dorps karakter. Dat is wel uniek aan Rijswijk.”

20.000 nieuwe Rijswijkers

De komende periode wordt interessant. “Er komen vijftien- tot twintigduizend nieuwe Rijswijkers bij. We moeten dus in de komende jaren bepalen: wat is Rijswijk? Dan kan je zeggen: dat zijn de gebouwen, maar Rijswijk is veel meer een gevoel. Juist het dorpse karakter, vriendelijk naar elkaar zijn en elkaar gedag zeggen, dát is de waarde van deze gemeenschap. Voor een volgende periode gaat het daarom: we moeten dat behouden en zien hoe die 20.000 nieuwe mensen Rijswijkers worden. Het sociale, menselijke is belangrijker dan het bouwen.”