Rijswijkse Rotary doneert voor jonge en vrouwelijke boeren
De Rijswijkse Rotary doneert in de maand mei 75 procent van de opbrengst van de tweedehands boekwinkel in Oud Rijswijk aan een door Henny van Vliet opgerichte stichting. “Wij ondersteunen jonge en vrouwelijke boeren in Ethiopië, in de provincie Tigray, bij het opstarten van een eigen boerenbedrijf en daarmee dragen we bij aan een zelfstandige toekomst”, vertelt Henny van Vliet.
Door: Robert Heijdemann
Sinds 2011 heeft Henny, na zijn werkzame leven in de IT, via vrijwilligersorganisatie PUM projecten gedaan in Ethiopië. “Ik was daar landencoördinator. Nu maak ik gebruik van de contacten die ik toen maakte”, legt Henny uit. Hij is er veel geweest, ook in het noorden in Tigray, waar in 2020 een oorlog uitbrak. “Een vreselijke oorlog, waarover we in Nederland nauwelijks iets hoorden. Tigray is een provincie met 6 miljoen inwoners, daarvan is tien procent gesneuveld in de oorlog. Alles is vernield daar. Het is geplunderd, vrouwen zijn verkracht. Het zijn de meest afgrijselijke dingen die je kan bedenken die daar zijn gebeurd. In had nog contact met lokale mensen. Eerst haalden we geld op, zodat we mensen voedsel konden geven”, horen we van Henny. Hij wordt deze week 75 jaar.
Wederopbouw
In november 2022 is die oorlog beëindigd in Tigray. “Wij wilden de mensen helpen bij die wederopbouw en hebben we de stichting opgericht. Die stichting heeft met name tot doel om jonge mensen en vrouwen te helpen om een eigen bedrijfje te starten. Wij geven ze een startkapitaaltje waarmee ze onafhankelijk worden en ze hun eigen toekomst kunnen opbouwen. Dat ondersteunt de economie en ondersteunt de werkgelegenheid en het geeft de mensen een reden om in hun eigen gebied te blijven.”
Vrijwilligers
De stichting werkt met vrijwilligers en lokale contacten. Ze investeren in lokale partners, die mensen doen het werk. Zij zorgen voor wat geld en kennis, zodat boeren werken zonder kunstmest en insectenbestrijders. “Het moet lokaal worden uitgevoerd. Lokale mensen kennen de lokale cultuur en de lokale taal. We kennen die mensen en weten dat de projecten goed uitgevoerd worden”, vult Henny aan. Ze helpen jonge en vrouwelijke boeren een bedrijfje op te zetten en leren ze compost te maken en helpen bij het zaaien en poten van tarwe, knooflook, uien, mais en paprika. “De lokale overheid stelt de grond ter beschikking. Dan zoeken we een lokale technische school die de kennis heeft en de taal spreekt. Die kan mensen trainen en begeleiden.”
Toekomst
De stichting kiest bewust voor de jeugd en de vrouwen. “Die kan je nog wat leren. Het is belangrijk dat ze een eigen leven opbouwen en geen reden hebben om te vertrekken van het platteland naar de grote steden of zelfs verder. Jonge boeren geef je een toekomst in hun eigen omgeving en ze zorgen voor een belangrijke bijdrage een de ontwikkeling van de lokale economie” aldus Henny.
