Bloemlegging bij monument langs spoorbaan luidt herdenking in

Nieuws
Ook mevrouw Van Tongeren, dochter van verzetsman Co van Tongeren, legde bloemen bij het monument.
Ook mevrouw Van Tongeren, dochter van verzetsman Co van Tongeren, legde bloemen bij het monument. (Foto: Bert Westendorp)

UITGEEST – Zoals ieder jaar op 4 mei vormde de sobere, maar altijd indrukwekkende bijeenkomst, bij het monument langs de spoorlijn bij ’t Kooghuis, de inleiding van de Dodenherdenking in Uitgeest. Op 15 december 1944 werden drie willekeurige mannen uit de Weteringschans gevangenis in Amsterdam naar Uitgeest overgebracht.

Door Bert Westendorp

G. De Boer (27) uit Rotterdam, P. Ouwerkerk (31) uit Haarlemmermeer en B. Roodenburgh (26) uit Amsterdam werden vervolgens door de Duitse bezetter gefusilleerd langs de spoorbaan als vergelding voor een in december 1943 door het Zaans verzet op die plek opgeblazen trein. Nabestaanden, burgemeester Nieuwland en wethouder Judie Kloosterman legden woensdag 4 mei bloemen bij het monument. In het weiland, pal voor het monument met de namen van de slachtoffers, vormden veteranen een erewacht.

Mevrouw Van Tongeren

Ieder jaar is ook mevrouw Bertie van Tongeren aanwezig. Haar vader was één van de verzetsmensen die de spoorlijn en trein opblies, precies op het punt waar nu het monument staat.

Schuldgevoel

“Mijn vader, Co van Tongeren, was mede verantwoordelijk voor het saboteren van de spoorlijn. Dat er als vergelding drie willekeurige mensen uit de gevangenis werden gehaald en doodgeschoten vond hij vreselijk. Op een gegeven moment wilde hij zichzelf aangeven. Maar mede-verzetsstrijder Jan Brasser zei: ’Ben je gek, Ze schieten evenzogoed drie anderen dood. Het heeft geen zin. Ja, mijn vader heeft altijd een schuldgevoel overgehouden. Hij heeft de oorlog overleefd. In 1999 is mijn vader op 82 jarige leeftijd overleden.”