Op de pijp met... Oebele-Jan de Smit

Algemeen
Afbeelding

Op de pijp met....Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken. Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. Deze keer praten we met Oebele-Jan de Smit.

Tekst: Esdor van Elten / Foto: Ton van Zeijl

Oebele-Jan de Smit is nauwelijks weg te denken bij SC Monster. Als speler, als vrijwilliger èn als columnist, al haalde hij zich soms ook kritiek op de hals: “Ik vind dat je veel mag zeggen. Het gaat erom hóe je het zegt.” Inmiddels heeft hij afscheid genomen. Oebele-Jan woont met zijn vrouw Annemarie in Monster. Ze hebben samen twee zoons, Marijn en Wouter.

Oebele-Jan... Hoe wordt je genoemd?

Dat verschilt. Annemarie zegt Oebele. Net zoals mijn ouders dat deden. Op mijn werk noemen ze me ‘Jan’. Toen ik me bij het sollicitatiegesprek bij Theo Scholtes voorstelde met Oebele-Jan was zijn reactie: “Dat is te lang. We noemen je Jan.” De meeste mensen noemen me gewoon O-J. Mijn moeder, Aly Tolsma, wilde graag een Friese naam, mijn vader, Frans de Smit, een Hollandse, dus dit was het compromis.

Je hebt dus Friese wortels?

Gronings. Mijn moeder is een boerendochter uit Grootegast. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was mijn vader ondergedoken in Groningen en zo hebben ze elkaar ontmoet. Maar ik ben geboren en getogen in Monster, samen met mijn drie broers en drie zussen. Ik zou nergens anders willen wonen. We hebben een paar jaar in ‘s-Gravenzande gewoond, maar we kwamen uiteindelijk toch weer hier terug. Mijn vader was een ‘kouwe tuinder’.

Wilde jij ook tuinder worden?

Ik heb natuurlijk veel in de tuin gewerkt, maar tuinder worden was zeker mijn ambitie niet. Een echte droom had ik ook niet en school, nou ja, dat was vanaf letterlijk dag één ook moeizaam. Onlangs vonden we een oud schoolrapport terug: ‘stond op de eerste dag in de eerste klas al in de hoek’. Er gebeurde een hoop in die schooltijd. Zo verdween mijn juf ineens. Later bleek dat ze gestalkt werd. En ergens rond mijn tiende gebeurde er op het schoolplein een ongeluk waarbij een werkman werd geëlektrocuteerd. Dat heeft veel indruk gemaakt, al heb ik er gelukkig niks aan overgehouden. Na de Gereformeerde School in de Molenstraat heb ik even mavo gedaan, hier in Monster, en vervolgens de LTS op het Veluweplein in Den Haag. De Schilderswijk was nou ook niet de plek waar ik me thuis voelde, maar het ging daar niet slecht. Maar ik was liever met meisjes en voetbal bezig.


Waarom helemaal naar Den Haag?

Omdat dat een protestantse LTS was, en die in Loosduinen was katholiek... Dat maakte indertijd echt verschil. Ook toen ik met Annemarie thuiskwam, want zij was ook katholiek. Na de LTS ging ik op mijn 16e aan het werk. Scholtes adverteerde in de Monsterse Krant en mijn vader regelde dat ie langs kwam voor een gesprek. En die Scholtesen, die konden vloeken. Dat was bij ons helemaal niet gewoon, maar dat kon mijn ouders dan weer niet zoveel schelen blijkbaar.

Dan heb je heel lang bij Scholtes gewerkt...

Bijna vijftig jaar. Eerst verwarmingsmonteur en later werd ik door mijn collega Wim Steenvoort ingewijd in de luchtmechanica. De laatste jaren ben ik werkvoorbereider geweest. Het is een mooi bedrijf waar ik met veel plezier gewerkt heb. Nadat Theo Scholtes stopte nam zijn dochter Anja het over. Bijzonder, in zo’n mannenwereldje. Maar ze deed het prima. Helaas is ze jong overleden en daar heb ik wel een tik van gekregen. Toen hebben mijn collega’s Peter en Marielle Koene het overgenomen.

Ging voetbal beter dan school?

Ik ben nooit zo’n hele goede voetballer geweest, maar wel heel gedreven en ik speel graag naar voren. Ik heb een aantal wedstrijden in het eerste speeld, met mannen als mijn beste vriend Koos Klop, Han Verkade en Niek van Zanten, die wèl goed konden voetballen. Ik ben wel tien jaar aanvoerder geweest van het tweede elftal en scoorde per seizoen zeker 10 doelpunten als middenvelder. Het was een hele mooie tijd. Elke zaterdag was een feest, mede omdat VV Monster het in die tijd goed deed: drie keer kampioen in de jaren ‘80, twee keer de Westlandcup. Toen Marijn, onze oudste, ging voetballen, werd ik jeugdleider en jeugdtrainer. Ik heb ook jarenlang de penaltybokaal voor jeugdspelers georganiseerd. In de periode dat ik dat heb gedaan hadden we een talentvolle ploeg en werden we ook Westlands kampioen, maar succes is meer dan alleen bekers winnen.

Wat dan nog meer?

Het is vooral het gevoel van samen doen. Mensen erbij betrekken, dat heb ik altijd belangrijk gevonden. Voor de moeders van onze jeugd die altijd de shirts wasten bedacht ik de ‘knijpercompetitie’. In mijn wedstrijdverslagen schreef ik niet alleen dat die naar die passte en die en die scoorden, maar er ook van alles bijhaalde; kinderen, ouders, trainers. Ik had een tijdlang een rubriek: ‘De beleving van’, waarin ik vrijwilligers, van de voorzitter tot de lijnentrekker, ondervroeg. Ook interviewde ik nieuw aangestelde hoofdtrainers en vroeg dan van alles en nog wat, wie die man was, zijn historie en waarom hij voor deze club had gekozen, zodat de leden wisten wat voor man/trainer het was. En ik had jarenlang een column: The Corner, die best bekend is geworden, en waarin ik het wel en wee van de vereniging beschreef, met een knipoog en wat humor. De slotzin van elke Corner was; het was een mooie dag.


Ook het wee... 

Ja, natuurlijk. Eerlijk moet je zijn. We hebben mindere tijden gehad, wat ook één van de redenen was voor de fusie tot SC Monster. Maar dat kon ik meestal ook prima verwoorden. Er is maar één keer een incident geweest: toen ik de ‘fluwelen lente’ van Ajax vergeleek met de ‘Fluwelen Herfst’ van de club, ging de column op zwart.

Tot zover het samen?

Mijn ervaring is dat je veel kunt zeggen, zolang je het maar op de goede manier zegt. Blijkbaar was dit voor sommigen net té. Maar dat doet niets af aan het saamhorigheidsgevoel dat ik altijd bij de club heb ervaren. Je bent er voor elkaar. Zo drinken we met een aantal kameraden iedere zaterdag koffie in ‘The Corner’ in de kantine. Die traditie begon vijftien jaar geleden door het overlijden van Abco de Smit, (mijn achterneef) en gaat nog steeds door, zelfs in coronatijd, op geheime locaties.

Corona was zwaar?

Ja, alles lag stil, en ook voorgenomen projecten, zoals de reünie voor spelers uit de jaren ‘75 en ‘85. Daar zit ik in de organisatie, met niet de minste personen van toen, maar helaas is het steeds uitgesteld. Toch is het idee niet weg; we denken er nog steeds over het te organiseren, alleen ga ik dat waarschijnlijk niet meer meemaken.

Waarom niet?

Eind maart kreeg ik te horen dat ik buikvlieskanker heb. En dat daar niets aan te doen is. Dat betekent dat het voor mij niet lang meer duurt. Ik ben dus al gestopt met werken en ik heb ook mijn andere activiteiten afgebouwd.

Dat is nogal wat...

Het is heel onwerkelijk en heel moeilijk. Een paar dagen daarna vierden Annemarie en ik ons veertigjarig huwelijksfeest in Elzenhage. We hebben er nog even over gedacht dat te cancelen want we waren niet echt in de stemming, maar uiteindelijk was het een prachtige dag en ben ik blij dat we het toch gedaan hebben.

Dus je hebt al afscheid genomen van de club?

Ja, al zie ik mijn kameraden natuurlijk nog wel. Maar naar de club gaan lukt me niet zo goed meer. Het is jammer dat we geen kampioen zijn geworden. Ik had graag nog de kampioensschaal aan aanvoerder ons Koen overhandigd. Dat was een mooie afsluiting geweest.

Maar je hebt goede herinneringen...

Zeker. En die koester ik. Zoals die keer dat ik bij de jubileumwedstrijd tussen Westlandia en Ajax (nog met Cruyff) naast Van Basten, Van ‘t Schip en Bosman zat en de jeugd van Westlandia handtekeningen kwam halen. Met een knipoogje van Van Basten lieten ze mij ook een handtekening zetten. Dus er zijn nog Westlandianen die mijn handtekening hebben. (lacht).

Wil je nog iets kwijt?

Dat het mooie jaren waren en dat ik er nu het beste van maak met mijn gezin, familie en vrienden. Ik wil ook de mensen van de club bedanken die ervoor gezorgd hebben dat ik mijn verhaal ‘op de pijp’ kon doen, en Hans Bos. En laat de mannen blijven koffiedrinken in de Corner en genieten van elkaar.