Pijlers van de samenleving - Wendy Enthoven: ‘Hoe gebruik je eigenlijk een agenda?’

Nieuws
"Wendy Enthoven: \"Onze mentoren hebben allerlei achtergronden en leeftijden.\"" (Foto: "Charles Jungschl\u00e4ger")

De overstap van de basisschool naar de middelbare school is een grote sprong. Leerlingen hebben soms een steuntje in de rug nodig. De vrijwillige mentoren van School’s cool Westland helpen leerlingen graag.

door Linda van der Klooster

Wendy Enthoven, is coördinator van School’s cool Westland. Het afgelopen jaar waren er 27 matches tussen brugklassers en mentoren. “Scholen kunnen een kind voordragen”, vertelt Wendy. “Wat wij merken is dat leerlingen vooral moeite hebben met plannen en organiseren, soms zijn er aanpassingsproblemen op het sociale vlak.”

School’s cool Westland kijkt naar de aard, de achtergrond en de omstandigheden van het kind. “Als de ouders door omstandigheden niet goed kunnen helpen, dan komt het kind in aanmerking voor een mentor. Soms zijn er veel problematieken in huis. Dan is een mentor niet genoeg, maar moet er professionele hulp komen. Daar letten wij op.”

Match

De kans van slagen is bij School’s cool Westland groot, omdat Wendy en haar vier mentorcoördinatoren de leerling en mentor uitgebreid onderzoeken om een goede match te krijgen. “Aan de leerling vraag ik wat hij wil, wat hij leuk vindt en wat hij nodig heeft. Of hij liever een man of een vrouw als mentor wil, jong of oud, duidelijk of gemoedelijk, misschien goed in wiskunde of en andere specialiteit.”

Ook de nieuwe mentor kan voor de kennismaking een huisbezoek verwachten. “Zelfs met een eventuele huisdierenallergie wordt rekening gehouden bij het maken van de match.”

Mentoren hoeven geen onderwijservaring te hebben. “Onze mentoren hebben allerlei achtergronden en leeftijden. De oudste is 74 en onze jongste mentor is nog maar 15. Waar het om gaat is dat ze elke week een tot anderhalf uur met een puber willen werken.”

Agenda

Als mentor en leerling gekoppeld zijn, komt de mentor wekelijks aan huis bij het kind. “Een van de ouders is daarbij ook aanwezig. Als het thuis niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat er veel broertjes en zusjes rondrennen, spreken mentor en leerling in overleg af op school of in de bibliotheek.”

De eerste kennismaking vindt plaats als het kind nog in groep acht zit. “In het begin is het vooral een kwestie van elkaar leren kennen en een vertrouwensband opbouwen. Spelletjes spelen, een ijsje halen.”

Maar uiteindelijk komt de agenda op tafel. “De kinderen hebben vaak geen idee hoe ze die moeten gebruiken. Met de mentor kijken ze naar het huiswerk. Wat moet wanneer af zijn en wanneer begin je dan?”

Zelfstandig

Een mentor blijft anderhalf jaar in contact met de leerling, vanaf het begin van de brugklas, tot aan de kerstvakantie in het tweede jaar. “Soms blijken we al eerder niet meer nodig te zijn. Ons doel is dat een leerling zelfstandig verder kan.”

Vijf keer per jaar komen alle mentoren bij elkaar. “Dan behandelen we een thema en worden eventuele problemen en vragen besproken. Afgelopen januari hadden we een bedankavond, met stamppotten en een dansworkshop. Ik vind daar altijd zo’n positieve vibe hangen. Daar word ik zelf ook zo blij van.”