Stolpersteine niet zozeer om te struikelen als wel om nieuwe stappen te zetten

Nieuws
Initiatiefneemster Vera Bondy geeft tekst en uitleg
Initiatiefneemster Vera Bondy geeft tekst en uitleg (Foto: RodiMedia/KK)

Toen Vera Bondy indertijd in de Havikslaan kwam wonen dacht ze: ,,Zo, nu is de straat meteen niet Judenrein meer” En ze nam zich voor de herinnering levend te houden aan de Joden die er gewoond hebben maar in de oorlog door de Duitsers vermoord werden. Donderdag jl. werden op haar initiatief voor huizen aan de Havikslaan 15 nieuwe Stolpersteine ingewijd. 

Door John Jansen van Galen

Een gezelschap van een zestigtal mensen vordert te voet langzaam langs de panden aan beide zijden van de straat, eerst in de zon- dan aan de schaduwkant. Om de paar huizen maken ze halt voor een voormalige woning van weggevoerde Joden. De stralende zon vloekt met de gruwelijke oorlogsverhalen die de revue passeren. 

Om de zoveel huisnummers staan ze stil en stoere stratenmakers plaatsen en voegen de ‘struikelstenen’ zoals ze in het Nederlands genoemd worden. Stadsdeelbestuurder Esther Lagendijk  loopt mee, evenals een zestal geüniformeerden, voor de beveiliging- het is de geest van de tijd. 

Stil staan bij lot vroegere bewoners

Stolpersteine zijn ooit bedacht door de Duitse kunstenaar Gunter Demnig, om de voorbijganger als het ware te doen struikelen (stolpern) en hem daardoor te dwingen stil te staan bij het lot van de vroegere bewoners, van wie de naam op een messing plaatje staat vermeld, met de data van geboorte en dood. Er lag er al een tiental aan de Havikslaan waarvoor Vera op eigen houtje, met hulp van buurtgenoten, het geld had bijeengebracht.

Het was niet echt bevredigend, die plaatjes voor één dode per huis, want de bedoeling is juist te laten zien hoe hele families werden uitgeroeid. Daar is Bondy nu, anderhalf jaar later, toe in staat. De plaatjes op de oude stenen zijn grondig gereinigd zodat je het verschil met de vijftien nieuwe niet ziet. Nabestaanden zijn nadrukkelijk opgespoord en genodigd om de inwijding van de stenen bij te wonen. 

Ze wisten wat er met hen te gebeuren stond

Op nummer 35 staan we stil bij het huis waar de familie Grunwald-Robles een ‘volkskoophuis’ in huishoudelijke artikelen dreef. Van beide familietakken is een nazaat present. Het was een ‘succesvolle zaak’ weet een kleinzoon, maar hij weet ook dat zijn opa en oma ‘verraden en opgepakt’ zijn. Hij heeft in de Hollandsche Schouwburg nog afscheid van hen kunnen nemen. ,,Ze wisten wat er met hen te gebeuren stond. Ze zijn vernederd en vergast.’’ 

Een andere nazaat vertelt hoe je je soms met een vervalst persoonsbewijs een niet-Joodse identiteit kon verschaffen ,,Voor vrouwen was er nog een andere mogelijkheid: je baarmoeder laten verwijderen.’’ Zijn moeder deed dat en moest na de bevrijding vreselijke operaties ondergaan. 

Familiebanden

De twee mannen kennen elkaar niet, al zijn ze verre familie. Nu staan ze samen in de Havikslaan en dat is ook een van de doelstellingen van de Stichting Stolpersteine: het herstellen van familiebanden die ooit door vijandig geweld wreed verbroken zijn En wie weet ook de banden met vroegere buren, die betrokken waren bij het lot van Joodse families, misschien hen geholpen hebben door de achtertuinen te ontsnappen naar de Sijsjesstraat. Stolpersteine zijn er niet zozeer om te struikelen als wel om nieuwe stappen te zetten. 

Op de hoek van de Eksterstraat was een kapperszaak gevestigd. De zaak gold vanaf 1940 als ‘Joodsch Lokaal’: de kapper mocht alleen joodse klanten bedienen, die zelf niet naar ‘arische’ zaken mochten om geknipt en geschoren te worde. Ariërs op hun beurt mochten zich niet vertonen in zo’n Joodsch Lokaal, als ze dat gewild zouden hebben.

Aan de overkant wordt ons de etage van de zusjes Assou gewezen, Lea en Elizabeth, coupeuse en ‘correspondent’ (kantoorbediende), beiden enthousiast lid van de Nederlandse Reisvereniging voor goedkope tripjes, levenslustige jongedames, beiden in Auschwitz vermoord. En de woning van een begaafde joodse dameskleermaker, gespecialiseerd in gummi regenjassen, zodat hij in dienst trad van de Hollandia-Kattenburg waarvan dat de specialiteit was. De fabriek, van belang voor de Duitse oorlogsindustrie, bleef lang gespaard voor vervolging totdat bij een razzia op 11 november 1942 het hele personeel werd gearresteerd, de dameskleermaker en zijn dochter incluis. Beiden werden vermoord.

De beangstellenden trekken zich terug in De Meeuw. ,,Alle nabestaanden bij elkaar aan tafel,’’ suggereert Bondy. ,,Voor de onderlinge verhalen.’’ ,,Maar misschien willen ze juist verhalen delen met anderen,’’ oppert An Huizing van de Stichting Stolpersteine. Dat is immers het hele doel van deze gedenkstenen? 

,,Kom vanavond met verhalen hoe de oorlog is verdwenen,’’ dichtte Leo Vroman, ,,en herhaal ze duizend malen. Alle malen zal ik wenen.’’ De verhalen achter alle Stolpersteine in Noord zijn te vinden op joodsmonument.nl