Haarlemse Oranje-verhalen: Beer Wentink, de ‘eeuwige’ Roodbroek (1)

Oranje
In duel met Johan Cruijff.
In duel met Johan Cruijff. (Foto: Archief)

HAARLEM - Dit is het verhaal van de man die als betaald voetballer alleen voor HFC Haarlem speelde en dat in 524 duels deed. In de lijst van splers met de meeste wedstijden staat hij dan ook ver voor Piet Groeneveld, bijnaam ‘De Hinde’, die in de periode 1942-1960 408 duels voor de Roodbroeken uitkwam. Het is ook het verhaal van de schoonvader van Beer Wentink, Gé Lasschuit die in 1953 met RCH landskampioen werd. Deel 1 begint met de herinneringen van Willem Brand - de schrijver van deze geschiedenis - aan zijn tijd bij de club aan de Jan Gijzenkade.

Willem Brand

Begin jaren negentig heb ik twee jaar als sportjournalist het in de eerste divisie spelend HFC Haarlem gevolgd. Terugkijkend kan ik zeggen dat er op het veld aan de Jan Gijzenkade op de solo’s van Dries Boussata na weinig hoogstaands gebeurde. In mijn top 3 MMRM - Meest Memorabele Roodbroek-Momenten - komt dan ook geen voetbalmoment voor. Op 1 staan de tribunegesprekjes met de aimabele voorzitter Frans Bastiaanse en zijn vrouw. Vooral de lach en de uitstraling van haar staan me bij. Op 2 het geanimeerde gesprek dat twee Mokumers in de businesshome leken te hebben: de van Ajax gehuurde spits Donny Huysen - door de fans liefkozend Maradonny genoemd – en de later in ons landje wereldberoemde Heineken-ontvoerder Willem Holleeder.

‘Die carrièrestap bleek een belangrijke’

Je kunt achteraf zeggen dat het nooit meer goed gekomen is aan de Jan Gijzenkade. Op 3 mijn kennismaking met coach Hans van Doorneveld die mij in zijn hok van 1 bij 2 meter welkom heette met de woorden: “Jongen, je gaat toch geen moeilijke vragen stellen.” Op dat moment werkte Mister Haarlem Beer Wentink bij de Hoogovens. Henk Hut, die meer dan 25 jaar voorzitter zou zijn, had ‘m in het jubileumjaar (1989) getipt. Er was een vacature vrij op de afdeling accountancy waar Hut hoofd van was. Die carrièrestap bleek achteraf een hele belangrijke.

Ontmoeting

Ergens in die jaren was ik niet ver van Beer verwijderd toen onze hoogbejaarde poes Okkie na een logeerpartij definitief naar zijn dochter, een collega van mijn vrouw, verhuisde.

Pas in 2021 een week voor Valentijnsdag kruisten onze wegen elkaar. Oud-buurtgenoot Paula bleek al een flinke poos zijn vriendin. Via wederzijdse vrienden hadden Paula en Beer elkaar ontmoet. Het had geklikt.

Ik nodigde mezelf uit en een week of twee later zag ik Beer Wentink wat stijf Paula’s mooie Haarlemse appartement binnenkomen. Het gesprek vlotte, ook omdat Paula een kei bleek in het bijschenken van een heerlijk wit wijntje. Beer was nog wekelijks op de golfbaan te vinden en dubbelde ook nog wel eens op de tennisbaan. Ik was onder de indruk en naarmate de avond vorderde verdween het bedachtzame in hem en kwam de vlotte verteller in hem naar boven.

‘Ik had ’t goed bij Haarlem’

In totaal speelde Beer Wentink 524 wedstrijden voor de Roodbroeken. Beer: “Van horen zeggen begreep ik dat er wel eens interesse is geweest van Vitesse en ADO, maar ik wilde helemaal niet weg. Ik had ’t goed bij Haarlem, het was makkelijk voor mijn werk en familie.”


HBS-A

Op 23 november 1943 was Beer als Bernardus geboren. Zijn voornaam Beer kreeg hij van zijn oudere broers. Ondanks de Hongerwinter van 1944 had de peuter nog wel wat babyvet. Een Beertje dus. In Beers tienerjaren stond elke dag in het teken van de bal. Beer: “Mijn oudere broers gaven het goede voorbeeld, ze zaten ook op voetbal. Ik was altijd met een bal bezig.” Op maandag en woensdag volleybalde hij bij Die Raeckse, de club van de HBS op de Raaks waar Beer op zat en waar hij zijn latere vrouw Ans Lasschuit ontmoette. De rest van de doordeweekse avonden trainde hij bij Haarlem. In het weekeinde was de wedstrijd.

Na de HBS-A had Beer nog even economie in Amsterdam gestudeerd. Beer: “Ik had er de discipline niet voor en ben toen naar de Sportacademie gegaan. Ik zat in de klas met de latere profbokser Rudi Lubbers. De school was een kortstondige flirt want na een half jaar verkering bleek Ans zwanger. Ik was 22 en zij 19. In 1966 zijn we getrouwd en kregen we onze eerste dochter. We hadden niet eens een huis. Ineens moest je serieus worden. Je kijkt elkaar in de ogen en je gaat ervoor. Ik ben naar het Arbeidsbureau gegaan en heb gevraagd of ze een job hadden. Ze gaven me het adres van een accountantskantoor in Amsterdam.”

‘Je kijkt elkaar in de ogen en je gaat ervoor’

Gerrit Peijs, 368 keer teamgenoot: “Ik geloof dat Beer op advies van voorzitter Hut accountancy is gaan doen. We waren semi-profs, voetbal was meer een hobby. Die studie was zes jaar, dat moet buffelen zijn geweest. Andere voetballers hadden een drankhandel of waren sigarenboer, Beer was registeraccountant. In en buiten het veld gaf hij nooit op. Naar een andere club hoefde hij niet. Hij had zijn gezin, een baan in de buurt en wie weet speelde ook mee dat de club ‘m in die begintijd ook geholpen had met een huis.”

Schoonfamilie

De band met zijn schoonfamilie was vanaf het begin close. Ans was de dochter van de bekende Haarlemse voetballer Gé Lasschuit. Het toeval wilde dat de tienjarige Beer zijn latere schoonvader had zien spelen in het landskampioensteam van RCH in 1953. Beer: “Hij was van 1923, hij was toen dertig. Ik was bij RCH naar binnen geglipt, dat deed je als jongetje in die tijd. Het was stampvol.” Tegen wie RCH toen speelde, herinnert hij zich niet meer. Wel dat het een wedstrijd was tussen de kampioenen van de afdelingen West I en West II. RCH werd later landskampioen in de Kuip, de beslissingswedstrijd werd met 2-1 van Eindhoven gewonnen. Een foto van het kampioensteam staat nog steeds in het huis van zijn 94-jarige schoonmoeder Bep.

In 1946 was Gé Lasschuit in het huwelijk getreden met Elisabeth Hupkens. Hij was een schoenmakerij begonnen op de Raamgracht in navolging van zijn schoonvader die schoenmaker was in het Klein Heiligland.

Logo HFC Haarlem.
Beer Wentink.