Op de pijp met... Ted van Heijningen

Algemeen
Afbeelding

Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken. Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. Deze keer praten we met: Ted van Heijningen.

Tekst: Esdor van Elten / Foto: Ton van Zeijl

Eten kan veel lekkerder zijn, vindt Ted van Heijningen (68). Zijn missie is om dat onder de aandacht te brengen van consumenten, handel èn tuinders. “Mensen staan tegenwoordig te ver af van de natuur en van de teelt.” Ted is getrouwd met Trees en woont in Wateringen. Samen hebben ze drie kinderen en vijf kleinkinderen.

Waar kom je vandaan? 

Ik ben een tuinderszoon uit Wateringen. Opgegroeid in een gezin met nog vijf broers en twee zussen. Mijn vader teelde, zoals iedereen in die tijd, aanvankelijk sla, tomaten en komkommers, maar werd later plantkweker van koude gewassen, denk aan koolgewassen, venkel, selderij en dergelijke.

En wilde jij ook tuinder worden? 

Aanvankelijk niet. Dat was me veel te hard werken. Bovendien had ik, en heb ik nog steeds, ook belangstelling voor techniek. Foor dyslexie heb ik een moeilijke schoolperiode gehad. In die tijd werd dat, voor mijn gevoel, snel vertaald met ‘dom’. Ga maar met je handen werken.’ Ik heb toen een technische opleiding gedaan in elektro en elektronica. Dat laatste stond toen nog in de kinderschoenen, dus daar ging ik niet in door. Ik heb vervolgens een paar jaar als elektricien gewerkt, onder andere bij Voskamp Vrijland Kassenbouw en Enthoven Elektro. Maar het bloed kroop waar het niet gaan kan, dus ik kwam als zij-instromer toch weer in de tuinbouw terecht. Eerst nog een tijd bij mijn vader, vervolgens hebben mijn broer en ik het bedrijf van hem overgenomen en zijn we onze eigen koers gaan varen.

Welke koers was dat? 

Wij zagen niet zoveel heil meer in de plantkwekerij. De grote jongens gingen dat door automatisering steeds meer zelf doen. Maar in die tijd was er een veelbelovend nieuw product: de paprika. Een echte groeimarkt. Hele goede jaren gehad. We werden de grootste in Nederland. Met tweeënhalf hectare. Dat kun je je nu niet meer voorstellen.

Maar goede tijden duren niet eeuwig....

Toen na een paar jaar de economische crisis van de jaren ‘80 toesloeg was het ineens helemaal niet meer zo leuk om de grootste te zijn. Maar dat is ook ondernemen: het is vallen en opstaan.


Hoe stond je weer op? 

We zochten er een gewas bij, en kwamen via via bij de Tinkerbell paprika, ontwikkeld door Bruinsma uit Honselersdijk. We hadden er een paar planten van staan en ons personeel was er gek mee. Ik nam er wel eens wat van mee als ik op bezoek ging bij andere ondernemers. Zo ook bij Cor Disselkoen. Die zette het weg in zijn kantoor. De dag erop kwam een vertegenwoordiger van Marks & Spencer bij hem langs en diens oog viel erop: ‘dat zoeken we’. Zo ontdekten we een markt: de snackgroenten. Dat zijn we verder gaan ontwikkelen. Niet alleen marketingtechnisch, ook in gewas. Het resulteerde in de stichting van Eminent Seeds, waarmee we snackgroenten teelden en veredelden. We hebben indertijd zelfs nog een productpresentatie aan toenmalig koningin Beatrix gegeven.

Inmiddels doe je andere dingen... 

Ik heb me zo’n acht jaar jaar geleden uit laten kopen. Het bedrijf was zo gegroeid dat het niet meer zo ‘eigen’ voelde. Bovendien wilde ik wat meer doen met mijn opgebouwde kennis. Ik ben toen een adviesbureau begonnen: eerst Ted-Innovatie-advies, later aangevuld met Star Seeds Westland. Voor corona heb ik veel gereisd. Veel tuinders ontmoet in binnen- en buitenland. Mijn gekste reis was tweeënhalve dag in Nieuw-Zeeland. Ik ontdekte dat ze je in het buitenland graag zien komen als ze horen dat je uit Nederland, of nog beter, uit het Westland komt. En dat ze je advies opvolgen.

Je ging ook de politiek in... 

Politiek... Eerder het bestuur. Ik was al sinds 2000 schouwmeester van het Hoogheemraadschap van Delfland.

Wat is een schouwmeester? 

Dat was iemand die rapporteerde over de staat van sloten. Inmiddels is die taak overgenomen door de ambtenaren van Delfland zelf. Toen de functie opgeheven werd heb ik gesolliciteerd voor een geborgde zetel met als specialiteit glastuinbouw. Maar ik hou nog steeds een oogje op de sloten in mijn omgeving. Verder ben ik dus één van de dertig bestuurders in Delfland. Ik heb daar ook mijn expertise kunnen inbrengen, bijvoorbeeld bij het tegengaan van dijkverdroging en momenteel met het beschikbaar stellen van schone bagger voor boeren die hun land willen ophogen. Als kostenbesparing.Maar het zit er bijna op, want bij de nieuwe verkiezingen verdwijnen de geborgde zetels in de waterschappen.

De snackpaprika bracht jou ook op het spoor van gezond eten... 

Vanwege de Tinkerbells ging ik meer nadenken over gezond en smakelijk voedsel. En andere mogelijkheden van gewas. Tijdens een symposium in Houten over de toekomst van eten lanceerde ik de term ‘functionele voeding’.

Wat houdt dat in? 

We realiseren het ons niet, maar in veel gewassen zitten stoffen waarvan onderzoek lijkt uit te wijzen die heel goed zijn voor onze gezondheid. Denk aan lycopeen, een stof die de tomaat zijn rode kleur geeft. Het is een antioxidant die de kans op het krijgen van prostaat- en baarmoederhalskanker zou kunnen verminderen en bescherming zou bieden tegen zonverbranding. Dan loont het dus de moeite om rassen te gaan ontwikkelen waar veel lycopeen inzit.

Of je maakt er een pilletje van... 

Dat hoeft dus niet, en sterker nog, het kan contraproductief werken. Neem cafeïne. Dat heeft hele gezonde eigenschappen. Maar als je er een pilletje van maakt vermindert dat drastisch. Blijkbaar zitten er in de boon allerlei hulpstoffen die de werking kunnen versterken. Hoe dan ook, het is beter gewoon gezond te eten dan dat je er een pilletje van maakt. En het is nog lekkerder ook.

Want smaak is ook een ding... 

De laatste decennia hebben we in de veredeling en de teelt de focus gelegd op productie en houdbaarheid. Precies zoals de handel dat graag wil. En daarbij hebben we de smaak uit het oog verloren. Die moeten we weer terugwinnen.

Hoe dan? 

Ik denk dat de sleutel bij de consument ligt. De keten heeft nu eenmaal andere prioriteiten. Maar dat vraagt wel een verandering van denken. Het gezondheidsaspect is niet genoeg reden voor mensen om de markt zover te krijgen zich aan te passen. Toen wij jaren geleden met ‘Thank You Nature’ probeerden mensen bewust te laten eten, werkte dat niet echt. Mensen zijn bij het eten vaak nog niet heel erg bezig met wat dat voor hun gezondheid doet. Maar lekker eten, dat wil iedereen. Als we smaaktesten doen geven mensen keer op keer aan best te willen betalen voor iets dat beter smaakt. En Looije met zijn honingtomaat heeft laten zien dat dat dus economisch ook rendabel kan zijn. Supermarkten werden haast gedwongen om het in de schappen te zetten, want de klanten eisten het. Dat kan ook op andere terreinen.

Je wil dus de klanten mobiliseren...

Ik wil dat de consumenten doorkrijgen hoe machtig ze zijn. Zij kunnen de keten dwingen andere producten te ontwikkelen. Dus is het nodig om ze te laten zien en proeven wat er allemaal ook verkrijgbaar is. Er gebeurt pas iets als er reuring is. Dat betekent dat we mensen kennis moeten laten maken met de producten èn met de manier waarop die geteeld en verhandeld worden. Mensen staan tegenwoordig te veraf van de natuur en van de teelt. Dan wordt er geroepen ‘als we geen boeren en tuinders meer hebben kopen we het toch gewoon in de supermarkt”. Dan ben je wel ver van de basis af hoor.

Laten tuinders hun oren ook niet teveel naar de handel hangen? 

Maar het is natuurlijk lastig om tegen de handel in te gaan. Het is ook de hand die je voedt. Maar er zijn zeker telers met een andere visie, en daar gaan we ook graag mee in gesprek. En ook anderen die hierover willen meepraten en denken zijn welkom. Mail me op ted@de-natuurlijkeweg.nl. Het is iets dat we met elkaar moeten doen. Misschien kunnen we daarin hier in Nederland en Westland ook weer een voorloper zijn, net zoals we dat in vroeger jaren waren in productie en houdbaarheid. Als wij de smaak weer hervinden, kunnen we dat ook weer vertalen naar onze export en economie!