Karter Jason Bralic als jongste van iedereen op het podium in Duitsland

“Dit voelt heel goed. Ik had het niet verwacht want de trainingen gingen niet heel goed”, zei een uitgelaten Jason na de wedstrijden op het Oost-Duitse circuit. “In de kwalificatie in de regen kon ik een goed rondje rijden (achtste tijd, red.).”

“Daarna waren de heats droog en dat vind ik een stuk fijner. Ik dacht eerst dat ik niet echt snel was, maar ik zag dat ik snel naar de rijders voor me kon rijden. Dat ik uiteindelijk het podium heb gehaald, is heel erg kicken. En erg goed voor mijn zelfvertrouwen.”

Jason liet in alle races een uitstekende snelheid zien. In de eerste twee heats werd hij achtereenvolgens derde en negende. De Superheat erna won hij zelfs, maar door een ingeklikte bumper kreeg hij vijf strafseconden. Daardoor werd hij als vijfde geklasseerd.

Dat was natuurlijk een kleine teleurstelling, maar Jason wist dat hij de snelheid had om in finale om het podium te strijden. Door het gecombineerde resultaat van de drie heats moest de snelle Maaslander die race op P9 beginnen.

Jason liet er geen gras over groeien en haalde de ene na de andere concurrent in. Op een gegeven moment lag hij zelfs op de tweede plek, maar met nog zo’n vijf ronden te gaan maakte hij een foutje waardoor hij bijna spinde. Dat zorgde ervoor dat de nummer drie hem kon inhalen.

Niettemin was de derde plaats in een prestigieus kampioenschap als het DKM een uitstekend resultaat. Zeker als je de jongste en de lichtste in de klasse bent. Jason moet door zijn geringe gewicht namelijk 25 kilo lood aan zijn kartstoel meenemen. Dat is zogenaamd ‘dood gewicht’. Daar waar andere, langere jongen hun gewicht kunnen gebruiken in een regenrace, kon Jason dat niet. Het gaf zijn prestatie nog meer cachet.

Dat hij al op dertienjarige leeftijd bij de Senioren is gedebuteerd, heeft alles te maken met zijn plannen voor volgend jaar. Dan wil hij er staan en meedoen om de kampioenschappen. “En nu kan ik al wennen aan de manier van racen”, zei Jason. Bovendien liggen de banen in Duitsland hem beter dan die in Nederland. “Duitse banen hebben iets meer grip. Zeker op technische banen zoals die van Ampfing, Kerpen en Wackersdorf.”

Het circuit van Mülsen is dat niet zozeer. Dat is meer een stop and go-circuit, wat niet Jasons voorkeur heeft. Dat hij dan zo goed presteert, was boven verwachting, bekende de jonge coureur. “We hadden geen verwachtingen, maar we hebben het goed gedaan, ondanks de wisselende omstandigheden”, refereerde hij met name aan racen op een natte baan.

Met het vergrote zelfvertrouwen keek Jason reikhalzend uit naar zijn volgende race in het DKM, op het circuit van Ampfing. “Ik denk dat ik in de andere wedstrijden ook goed kan scoren. Ik hoop daar minimaal in de top tien te rijden en hopelijk kan ik dan weer een podiumplek pakken!”