De partij van de Rechtstaat

Partnerbijdrage
Mr. Evert Hoekstra.
Mr. Evert Hoekstra. (Foto: Dave Weij Fotografie)

Het zal waarschijnlijk weinig mensen zijn ontgaan dat op 22 november a.s. de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen zullen plaatsvinden. Deze verkiezingen komen in de plaats van de reguliere verkiezingen in het voorjaar van 2025. Het belooft een nek-aan-nek race te worden tussen BBB (Caroline van der Plas), NSC (Pieter Omtzigt) en VVD (Dilan Yesilgöz). 

De kranten staan de afgelopen weken natuurlijk vol met verkiezingsnieuws. Ook op de televisie komen dagelijks items voorbij. En dat levert soms interessante wetenswaardigheden op. Op Eén Vandaag bijvoorbeeld werd afgelopen week een zetelpeiling voorgeschoteld naar de achtergrondkenmerken van de kiezers. De peiling vangt aan met een interessante quote: “dé kiezer bestaat niet”. Aan de hand van een aantal kenmerken en achtergronden wordt vervolgens uiteengezet over welke achterbannen de grootste politieke partijen beschikken. Zijn het vooral mannen? Hoog opgeleiden? Of juist de oudere stemmers? Overigens is de uitkomst van deze peiling weinig verrassend: De VVD mag veel hoogopgeleiden tot haar vast kiezerskring rekenen. Verder zijn de meeste kiezers ouder dan 50 jaar, onder de jonge stemmers is de liberale partij minder populair. Daarnaast stemmen relatief veel mannen op de partij, ook al heeft de VVD voor het eerst een vrouwelijke lijsttrekker. Bij NSC liggen de verhoudingen iets anders, ook al ‘vist’ de partij van Omtzigt voor een behoorlijk deel in dezelfde ‘vijver’ als de VVD. Want deze partij is vooral populair bij oudere mannen, zelfs nog aanzienlijk ouder dan de 50-plussers van de VVD. Vooral de groep 65-plus is namelijk goed vertegenwoordigd. Opvallend is verder, dat de partij het heel goed doet bij laagopgeleiden. Bij de BBB liggen de verhoudingen weer anders. Bij de Provinciale Statenverkiezingen in maart van dit jaar boekte deze partij in alle provincies een enorme winst, waarbij de grootse winst in het noorden en oosten van het land werd bereikt. Zeg maar ‘de boerenprovincies’. Nu de stikstofdiscussie naar de achtergrond is geraakt, doet de partij het inmiddels een stuk minder goed in de peilingen. De volgers van de BBB zijn vooral laag- en middelbaar opgeleid. En vooral onder jongere en oudere keizers scoort de partij goed. Kijkend naar deze peiling zal het u weinig verrassen dat ik – een hoogopgeleide man van 54 jaar - inmiddels al jarenlang op de VVD stem. Ik was langere tijd een groot liefhebber van premier Rutte. Dat ben ik overigens nog steeds, maar de eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat de houdbaarheidsdatum van Rutte als premier inmiddels toch al wel aardig verstreken is. Het wordt tijd voor een nieuw gezicht in het torentje in Den Haag. Wie dat zal worden? De tijd zal het uiteraard leren, maar persoonlijk hoop ik dat we voor het eerst een vrouwe lijke premier mogen begroeten in de persoon van Dilan Yesilgöz. Een pittige, scherpe tante. Overigens heb ik zelf ooit overwogen om Politicologie te gaan studeren. Het ‘debat’ spreekt mij namelijk erg aan en wat dat betreft word je in de politieke arena absoluut op ‘de wenken bediend’. En vergis je niet, veel mensen praten laatdunkend over politici, maar dat is absolute topsport. De werkdagen die deze mensen maken, de metersdikke dossiers die zij steeds tot zich moeten nemen en moeten bespreken, dat is écht enorm. Het is tot op zekere hoogte te vergelijken met het vak van advocaat. Want ook dat betekent lange werkdagen en terugkerend veel lezen, overdenken en debatteren. En uiteraard kan het debat ten overstaan van de rechter niet 1-op-1 gelijk worden gesteld met een debat in de Tweede Kamer, maar de gelijkenissen zijn er absoluut. Zij het, dat je als politicus vooral het collectieve belang van jouw partij en jouw keizers vertegenwoordigt, terwijl je als advocaat meer en eerder het individuele belang van de cliënt verdedigt. En dát is juist wat voor mij het vak van advocaat zo mooi maakt. Een groot deel van het Nederlandse advocatengilde behoort overigens tot de achterban van de VVD. Het is de populairste politieke partij onder advocaten. Advocaten hechten – en dat is natuurlijk voor de hand liggend – vooral ook aan thema’s die raakvlaken hebben met het recht, zoals de rechtsstaat, gefinancierde rechtsbijstand en de toegang tot het recht. Nu zijn dit thema’s die in veel van de huidige verkiezingsprogramma’s terugkeren, net als - en dit is nog maar een willekeurige ‘greep’ - de asielproblematiek, rechtsbijstand, sociale advocatuur, rechtshulppakketten voor slachtoffers van gewelds- en zedendelicten, specialistische juridische hulp, financiering van de rechtspraak, alternatieve vormen van rechtspraak, grondwettelijke toetsing, beveiliging van de advocatuur, terrorismebestrijding, het tegengaan van radicalisering, aanpak van (cyber)criminaliteit en georganiseerde criminaliteit, verhoging van de strafmaten, preventiemaatregelen, sociale veiligheid, uitbreiding van slachtofferrechten, modernisering van het familierecht, klimaatbeleid, verschoningsrecht, etcetera. Tegelijkertijd moet worden geconstateerd – en dat is best wel curieus – dat veel verkiezingsprogramma’s voorstellen bevatten, die zich slecht verhouden tot de rechtsstatelijke minimumnormen. Sterker nog, meer dan de helft van verkiezingsprogramma’s bevat plannen die indruisen tegen de rechtsstaat! Dat blijkt uit een recent rapport van de Commissie Rechtsstatelijkheid in Verkiezingsprogramma’s, in opdracht van de Nederlandse orde van advocaten. Het is de vierde keer dat deze speciale commissie verkiezingsprogramma’s langs de meetlat van de Nederlandse rechtsstaat legt, waarbij programmaonderdelen worden gekwalificeerd met de kleuren groen (plannen die de rechtsstaat kunnen verbeteren), geel (plannen die mogelijk een risico vormen voor de rechtsstaat) en rood (plannen die regelrecht in strijd zijn met de rechtsstaat). Bij tien van de achttien onderzochte verkiezingsprogramma’s zijn ‘rode’ voorstellen aangetroffen - plannen die ‘regelrecht in strijd zijn met de rechtsstaat’, bijvoorbeeld omdat grondrechten van burgers dreigen te worden geschonden of omdat toegang tot de rechter wordt belemmerd. U leest het: zó divers, uitgebreid en soms ook ‘krom’ is het recht en wat daarmee politiek en rechtsstatelijk verweven is. En daarmee neemt dit onderwerp – en alles wat daarmee samenhangt – zo’n cruciale plaats in binnen de politiek en binnen de politieke programma’s van partijen. Het is feitelijk de ruggengraat van ons maatschappelijk en politiek bestel. De gedachte dringt zich daarom bijna automatisch op, zeker ook gezien de uitkomsten van het aangehaalde rapport: “wordt het niet eens tijd om een politieke partij op te richten die zich nog meer bezig houdt met het uitwerken van al deze juridische thema’s? Een partij die alleen maar ‘groene’ plannen in haar programma opneemt? Een partij van het recht en van de rechtsstaat”? 

Misschien is dat niet eens zo’n gekke gedachte. Misschien dat deze partij wel in één keer de allergrootste wordt! Mijn gedachten dwalen al af naar Den Haag en het torentje. Het zál toch niet….?

Meest gelezen


Lees nu de laatste editie van de digitale krant

Agenda