Sion geeft haar schatten prijs

Historie
Tijdens de rondleiding kregen bezoekers een goed beeld van de verschillende gebouwen op het voormalig kloosterterrein.
Tijdens de rondleiding kregen bezoekers een goed beeld van de verschillende gebouwen op het voormalig kloosterterrein. (Foto: Robbert Roos)

Op de grens van Rijswijk met Midden-Delfland, ter hoogte van kruising Sionsweg/Middendorpweg, ligt een bijzondere, historische plek midden in de wijk RijswijkBuiten. Op deze locatie was in de middeleeuwen het voormalig Klooster Sion gevestigd. Recente opgravingen hebben bijzondere resultaten opgeleverd. Zo hebben de toekomstige bewoners altijd een goed verhaal als er visite komt.

Door Robbert Roos

Rijswijk - Het klooster Sion, waarvan de naam tot op de dag van vandaag voortleeft, en die de wijk van haar naam voorzag had een belangrijke functie. Een tijdlang diende het zelfs als hoofdklooster van de regio. Toch was er eeuwenlang maar nauwelijks iets over bekend. Om het gebied klaar te maken voor woningbouw werd in de afgelopen weken door de afdeling Archeologie van de gemeente Rijswijk, in samenwerking met ADC ArcheoProjecten en The Missing Link, archeologisch onderzoek verricht. Werk wat erg belangrijk is. De opgraving heeft meer informatie opgeleverd over de leefwijze van monniken in het klooster en op welke manieren zij in hun levensonderhoud voorzagen. Afgelopen week was er voor genodigden, buurtbewoners, en belangstellenden gelegenheid om een rondleiding op de locatie te krijgen, en de opgegraven vondsten te bekijken. Ook wethouder Marloes Borsboom liet zich er rondleiden. Borsboom studeerde Archeologie in Leiden en vindt opgravingen als dit erg belangrijk. “De gebeurtenissen uit het verleden worden hier blootgelegd. Die identiteit bepaald uiteindelijk de wijk. Het is belangrijk dat terug te laten keren in de uitvoering van het gebied.” De eerste berichten over het klooster dateren uit 1432 waarna het klooster zijn functie behoudt tot de monniken moeten vluchten tijdens de Tachtigjarige Oorlog, en de geuzen het rond 1574 afbreken.

Rondleiding
Hans Koot is gemeentearcheoloog bij gemeente Rijswijk. Ook hij is erg content met de informatie die de opgravingen hebben opgeleverd. “Kloosterarchieven werden niet bewaard. Afgezien van de bouw in 1432, de brand in 1544, en sloop in 1574 was er weinig bekend. Nu hebben we verschillende gebouwen blootgelegd.” Die zijn allemaal te zien tijdens de rondleiding. Via een zijingang betreden we het voormalig kerkgebouw wat duidelijk te herkennen is aan de vorm. Yannick Raczynski vertelt als rondleider dat hier het lichaam van een kindje en een volwassen man gevonden werden. “Dat hoeven niet per se bewoners van het klooster te zijn geweest. Het was in die tijd gebruikelijk dat ook buurtbewoners op het terrein begraven werden.” Er zijn verschillende putten blootgelegd op het terrein. Resten van twee gemetselde putten met een houten vloer duiden op de productie van perkament. Aan de andere kant van het terrein liggen de overblijfselen van een gebouw met een overkluisde waterput en een speciaal gevormde vloer. Yannick: “Waarschijnlijk lag over dit profiel een extra houten vloer. Dit treffen we wel vaker aan in gebouwen waar met voedsel werd gewerkt. Wellicht dus een keuken, of de bierbrouwerij.” Van een groot gebouw enkele meters verder, met een stevige fundering, is de functie niet bekend. “Misschien een Orangerie.” Door de hoge waterstand is veel organisch materiaal bewaard gebleven wat normaal gesproken vaak al lang verteerd is. Zo is veel origineel vlechtwerk langs de slootkanten teruggevonden. Tijdens de opgravingen komen verschillende voorwerpen tevoorschijn. De ziel van een fles, een spinklosje, spijkers, porselein, een marmeren tegel maar ook veel aardewerk. Yannick: “Aardewerk is erg belangrijk omdat we dat goed kunnen laten dateren en het ons een goed tijdsbeeld geeft. Toch zijn het niet alleen ‘schatten’ die blootgelegd worden. Zo werd aan de rand van het perceel, vlakbij het water, de fundering van een gebouw gevonden dat hoogstwaarschijnlijk te maken had met het looien van leer. “Dat leiden we af uit twee putten bij het gebouw waarin we een sediment vonden van kalk met resten van dierenharen. Dat stinkt overigens nog tot op de dag van vandaag.”


Familie Van Hogendorp
De familie Van Hogendorp was in de zeventiende eeuw een bekende en rijke familie. Veel familieleden hadden een belangrijke politieke functie. Op de plek van het voormalig klooster leggen zij een buitenplaats aan met een groot huis met indrukwekkende tuinen er omheen. In die tijd was het een van de grotere buitenplaatsen van de streek en behoorde het zelfs tot de top van buitenplaatsen in Nederland. Dankzij de opgraving is men ook over deze periode meer te weten gekomen. Later kreeg het een functie als tuinbouwgebied.

Toekomst
De delen die blootgelegd zijn worden verwijderd en indien mogelijk bewaard. Losse stenen kunnen worden gebruikt als restauratiemateriaal voor andere delen. Het overgrote deel laat men juist weer zitten. Hans Koot: “Er is een bewuste afweging gemaakt om een groot gedeelte van de overblijfselen te behouden en woningbouw alleen aan de randen toe te passen. Zo blijft het midden een groots, open gedeelte, net als de buitenplaats die de familie Van Hogendorp hier in de zeventiende heeft aangelegd. Diezelfde gedachte willen we vertalen naar de nieuwe invulling. Als de grond eventueel over pakweg 40 jaar opnieuw vrijkomt is de onderzoekstechniek bovendien veel verder dan vandaag. Dat is de reden dat we veel laten zitten. Eventuele bouwschade, bijvoorbeeld van een heipaal, is te overzien en nemen we voor lief.” De definitieve uitvoering van het middenterrein staat nog niet helemaal vast. Samen met toekomstige (buurt)bewoners, oud bewoners maar ook de Oranje Vereniging wordt gekeken naar een invulling. Hans Koot: “Het terrein heeft een duidelijke functie. Het moet een plek zijn waar mensen elkaar, net als toen, kunnen ontmoeten en waar ze kunnen ontspannen. Waar het verleden zichtbaar gemaakt is om zo het verleden, beleefbaar te maken.” En zeg nu zelf: wie wil er niet zo’n bijzonder verhaal aan zijn visite vertellen?