Musica maakt uitverkocht Amare enthousiast

Cultuur
Het Haagse (amateur)symfonieorkest Musica speelde voor een uitverkochte zaal in Amare.
Het Haagse (amateur)symfonieorkest Musica speelde voor een uitverkochte zaal in Amare. (Foto: pr)

Menig gerenommeerd beroepsorkest zou er blij mee zijn: een uitverkochte zaal. Het Haagse (amateur)symfonieorkest Musica kreeg het voor elkaar met Amare. Voor het winterconcert van het orkest was geen kaartje meer te koop. Dat betekent 1500 enthousiaste bezoekers voor wie hoge verwachtingen waargemaakt moeten worden.

Door Jan van Es

Om meteen maar de clou te verklappen: dat is gelukt. De zaal reageerde aan het einde uitzinnig op de verrichtingen van het orkest en applaudisseerde lustig tussen de delen van de verschillende werken door. Wie ’s avonds naar Maestro keek, kon leren dat dit in de negentiende eeuw helemaal niet ongewoon was. Dus ach, al liep degene die begon te klappen toen solist Florian Verweij zijn handen even van de toetsen afhaalde na een loopje wel erg ver voor de troepen uit.

Verrast

Wie Musica een tijdje niet gehoord had, kon verrast zijn in Amare. Onder leiding van de nieuwe dirigent Pim Cuijpers is duidelijk aan de klankcultuur van het orkest gewerkt. Klonk vorig jaar een Brucknersymfonie vaak nog wat schril en onwennig, vanaf de eerste maten van Rossini’s ouverture Il barbiere di Siviglia leek er een ander ensemble op het podium te zitten. Hier werd volwassen muziek gemaakt, met een bijbehorende klank. Dan ga je letten op de interpretatie en had, in elk geval van deze luisteraar, de ouverture wat sprankelender gemogen, lichter van toets. Maar dat is een kwestie van smaak.
Die zware toon past beter bij de twee componisten die daarna het programma vulden: Rachmaninoff en Tsjaikovsky. Florian Verweij gaf een pakkende uitvoering van Rachmaninoffs overbekende tweede pianoconcert. Mooi om te zien hoe Verweij en Cuijpers nauw contact hielden als het gevaar van ongelijk spel op de loer lag. Een pluim ook voor klarinettiste Iris van Aerde, die een lastige solo in het langzame deel blies.
De blazers kwamen sowieso tot hun recht. In Tsjaikovsky’s weinig gespeelde eerste symfonie zit zo’n wonderschone passage waarin hobo en fluit, later aangevuld met fagot en klarinet elkaar omspelen. Tijdens die symfonie bleek opnieuw dat Musica ditmaal over een warm, je zou bijna zeggen Slavisch geluid kan beschikken.

Dat de zaal aan het einde het dak van Amare eraf applaudisseerde was dus meer dan terecht en toen gingen de gedachten even van de concertzaal naar het Binnenhof, waar cultuur in toenemende mate als linkse hobby van de elite wordt afgeserveerd en waar likkebaardend het einde van subsidies wordt beleden. Nog los van de vraag of de zo gloedvol spelende amateurs en de 1500 bezoekers allemaal links en elitair zijn: zonder die subsidiëring kan ook voor dit soort concerten het licht uit.