Welke Noord-Hollandse gemeente is het groenst?

Wie op zoek is naar een woning met een groen energielabel in Noord-Holland, kan het best in Purmerend rondneuzen. In deze gemeente heeft maar liefst 91 procent van de huizen namelijk energielabel C of hoger. Meer dan de helft van de woningen hebben er zelfs label A(++++). In Heemstede staan daarentegen de minste energiezuinige woningen. Dat blijkt uit onderzoek van duurzaamheidsplatform Slimster.nl, op basis van data uit de Regionale klimaatmonitor.

Westfriesland

Naast Purmerend kennen ook de gemeenten Dijk en Waard, Hoorn en Stede Broec bovengemiddeld veel energiezuinige woningen. De onderzoekers van Slimster noemen hiervoor twee verklaringen. Vooral voor Dijk en Waard en Purmerend geldt dat deze gemeenten relatief veel nieuwbouw kennen. Deze woningen voldoen daarmee automatisch aan de duurzaamheidseisen van deze tijd en krijgen energielabel A. Stede Broec en Hoorn hebben juist relatief veel woningen met energielabel B of C. Met name woningen uit de jaren 70 en jaren 80 krijgen vaak dit energielabel.

In Hoorn heeft 89,7 procent van de woningen een groen energielabel (C of hoger) en scoort daarmee het hoogste percentage van alle zeven Westfriese gemeentes. 37,4 procent daarvan heeft zelfs energielabel A (++++). Daarentegen heeft 2,9 procent van de woningen in Hoorn een rood energielabel (F of G). Van de Westfriese gemeentes scoort Enkhuizen het laagst; daar heeft 80,1 procent van de woningen een groen energielabel. 8,8 procent van de woningen in Enkhuizen heeft een rood energielabel.

Hoe bereken je jouw energielabel?

Om te bepalen welk energielabel een woning krijgt, wordt berekend hoeveel kilowattuur (kWh) energie er op jaarbasis nodig is per vierkante meter woonoppervlakte. Pascal van de Beek van Slimster legt uit hoe je zelf je energielabel kunt uitrekenen. “Neem allereerst het jaarlijkse gasverbruik in kuubs en vermenigvuldig dit met tien om het om te zetten naar kWh. Daar tel je het jaarlijkse stroomverbruik bij op. De uitkomst hiervan deel je door het aantal vierkante meters dat je woning meet.” Op de website van Slimster kun je zien binnen welk energielabel de uitkomst van deze som valt.

In bovenstaand voorbeeld wordt uitgegaan van een doorsnee huishouden met een gemiddeld energieverbruik. In de praktijk verschilt het energieverbruik uiteraard per huishouden. Dit is onder meer afhankelijk van hoe vaak je thuis bent, hoe warm je het thuis wilt hebben, hoe lang je doucht, etcetera. Bij het daadwerkelijk bepalen van het energielabel voert een deskundige nauwkeurige metingen uit. Het rekenvoorbeeld hierboven helpt je een indicatie te krijgen, hieraan zijn echter geen rechten/conclusies te ontlenen.

Isolatie heeft grootste impact

Wie het energielabel van zijn of haar woning wil opkrikken, vraagt zich misschien af waarmee te beginnen. Van de Beek rekent voor dat isolatie de meeste impact maakt. “Stel dat je de kruipruimte, het dak en de spouwmuur laat isoleren. Dan ben je daar waarschijnlijk zo’n 5500 euro aan kwijt, uitgaande van een doorsnee tussenwoning. Daarmee bespaar je al gauw 40 tot 50 procent van je gasverbruik, oftewel zo’n 600 kuub. Dat staat weer gelijk aan bijna 6000 kWh aan energiebehoefte. Ter vergelijking: voor die 5500 euro kun je ook tien zonnepanelen laten installeren, die je per jaar 3000 à 3500 kWh besparen.”

En hoe zit dat dan met een warmtepomp? “Een warmtepomp is veel efficiënter dan een cv-ketel. In de hierboven geschetste tussenwoning bespaart een lucht-waterwarmtepomp je al gauw zo’n 9000 kWh per jaar. Maar goed, dan heb je het wel over een investering van 12.000 euro of meer. Voor velen is dit dus geen logische eerste stap. Bovendien kun je door eerst goed te isoleren af met een kleinere warmtepomp met een lager vermogen. Die is weer goedkoper dan de grote warmtepomp die je in een slecht geïsoleerde woning nodig hebt.

Kijk voor de complete uitslagen van het onderzoek op www.slimster.nl