“Druk de lucht niet weg uit de stad!”

Algemeen
Stadsecoloog Remco Daalder over het groen in Amsterdam-Noord.
Stadsecoloog Remco Daalder over het groen in Amsterdam-Noord. ((Foto: Rob Beense))

Interview stadsecoloog Remco Daalder

NOORD - Blijft Amsterdam-Noord in de toekomst wel die befaamde ‘groene stad aan het water’, bestaande uit ‘dertien dorpen, omgeven door groen’? Als het aan voormalig stadsecoloog en ruimtelijk ordenaar Remco Daalder (60) ligt moet dat. En hij vindt dat het ook kan.

Remco Daalder won in 2014 de Jan Wolkersprijs met zijn boek ‘De gierzwaluw’ en is columnist over natuur van NRC-Handelsblad en het radioprogramma Vroege Vogels. Hij woont al decennia in Noord en staat bekend als ‘stadsecoloog’. In zijn rol als stads- en groenontwikkelaar was hij projectleider van de Amsterdamse ‘bijbel van de ruimtelijke ontwikkeling’, de Structuurvisie 2040, waaraan bouwplannen en deelvisies worden getoetst. Dit najaar verliet hij na twintig jaar de Directie Ruimte en Duurzaamheid van de gemeente Amsterdam om “meer te schrijven en meer naar buiten te gaan”.

Dichtbij huis

Onlangs nog verkende Daalder te voet een ‘klein groengebiedje’ bij Schellingwoude: “Van zulke plekjes moet je het hebben. Mensen willen graag in Amsterdam wonen en brengen steeds meer vrije tijd door dichtbij huis. Ze rijden niet meer naar de Veluwe, maar willen groen om de hoek. Het bezoek aan stadsparken en aan Landelijk Noord is in de laatste tien jaar verveelvoudigd. Daar moeten de ontwikkelaars van de nieuwe Omgevingsvisie 2050 goed rekening mee houden, door groen in de stad niet als sluitpost te gebruiken.”

Groen is kwetsbaar en gemakkelijk inwisselbaar, weet Daalder. Gebiedsontwikkelaars tellen soms alles mee als groen, tot en met kunstgrasvelden en het rode gravel van de atletiekbaan. Op de brede groenstrook tegen de A10 aan weerszijden van de Beemsterstraat (met moestuinen, grote vijvers, een kunstmatige heuvel) lieten ‘stedenbouwers’ al een begerig oog vallen: “Prachtig om te bebouwen, toch! Maar kijk nou uit dat je de lucht niet uit de stad wegdrukt. Het is daar gefrummel, half-illegaal gebied, postzegelparkjes, trapveldjes: een rijkdom die je moet koesteren”.

Grenzen aan de groei

Over de geplande ontsluitingsweg van het nieuwe Hamerkwartier naar de A10, door de rand van het Vliegenbos en het Rietland, zegt Daalder dan ook: “Dat moet je niet doen. Het Vliegenbos is misschien wel de stilste plek van heel Amsterdam, een echt bos en een parel in Noord.”

Wat woningbouw betreft is tegenwoordig het uitgangspunt ‘verdichting’ binnen de stad in plaats van uitbreiding van het stedelijk grondgebied. Maar eerst moet volgens Daalder de vraag beantwoord worden: “Waar ligt de grens voor de groei van de stad? Misschien is 800.000 inwoners wel een mooie grootte voor een kleine hoofdstad van een klein land, met de schaalvoordelen van vervoer en cultuur, maar ook met voldoende groen. Moet je op een gegeven moment niet zeggen: dan maar naar Purmerend? Als de Noord-Zuidlijn doorgetrokken wordt, ligt dat toch praktisch in de stad?”

Daalder was steeds een fervent voorvechter van het openhouden van de polders ten noorden van de stad. Waterland is het laatste agrarische platteland van Amsterdam. Hij verbaast zich dan ook over plannenmakers die nu de A10 als hinderlijke grens tussen Noord en Waterland willen doorbreken door onder andere de golfbaan te bebouwen. ,,Met een scherpe grens tussen stad en land bescherm je het buitengebied. Als je door zo’n tunnel komt en dat wijde land ligt opeens voor je: dat is toch een enorme verrassing?”

Eenheidsworst

Maar als hij door Waterland fietst of wandelt ziet hij “de natuurwaarden achteruit hollen: enorme saaie percelen Engels raaigras waar geen vogel leeft, veel ontwatering, inklinking van het veen en steeds grotere stallen”. Het gaat steeds slechter met de weidevogels en het landschap verandert niet ten goede. “Het wordt een agrarische eenheidsworst, een ontwikkeling waartoe de boeren door ons subsidiestelsel geprest worden”.

De ‘diepe polders’ van Waterland zijn volgens Daalder op den duur niet te handhaven. “Het land ligt er 5 meter onder NAP en zakt nog een halve centimeter per jaar. Het is hoog tijd te kiezen voor natte landbouw en natte natuur, zoiets als de Vechtplassen. Zolang Amsterdam de openheid van het gebied maar bewaakt, want de buurgemeenten laten het afweten met hun nieuwe bedrijventerreinen en woonwijken.”

Economisch goed

Maar het gaat niet alleen om natuur, ook om economische waarden. “Groen is essentieel voor een goede woonomgeving. Uit alle onderzoeken blijkt groen een van de voornaamste vestigingsfactoren te zijn. Vroeger volgden de mensen het werk – zo kwamen al die arbeiders van de scheepswerven hier. Nu volgt het werk de mensen. Dat MTV zich op de NDSM-werf vestigde komt doordat het personeel graag in Amsterdam wil wonen, vanwege de cultuur én ook het groen. Honderd jaar geleden al zijn het Amsterdamse Bos en het Vliegenbos, mede vanuit economische motieven aangelegd. Natuurlijk met een beroep op het belang van groen en recreatie voor arbeiders, maar ook omdat men vreesde dat de rijken anders de stad zouden verlaten.”

Door John Jansen van Galen en Tom Tossijn