Noordkronieken

Corona 2

Algemeen
Afbeelding
(Foto: Jitske Schols)

Opeens is het weer rustig op straat. Druileriger dan in maart. Er staat een eenzame winter om de hoek. Achter de ramen zitten mensen te patiencen op hun computer. De eerste keer wisten we niet wat ons boven het hoofd hing. Het was, tenzij je direct getroffen werd, vooral spannend. Mensen kregen huidhonger of juist, in volle huishoudens, verlangen naar een momentje voor zichzelf. Iedereen was bereid om even de adem in te houden. De zomer was in aantocht. En toen ze eenmaal aanbrak voelde het alsof we haar hadden verdiend. Nu daalt de temperatuur. Noord kruipt naar binnen. Niet spannend. Depressief.

En toch: die veerkracht. De strijdbaarheid. Met mondkapjes en plastic handschoenen gedoneerde groente, aardappels en fruit sorteren voor mensen die geen geld hebben om boodschappen te doen. Protest tegen het kappen van 2150 bomen in Elzenhagen, tegen de sloop van de bejaardenwoningen aan de Fokkemast, tegen het sjoemelgroen in de Buiksloterham, tegen Rochdale die de gerenoveerde woningen in de Vogelbuurt in de verkoop zet.

Ik sorteer en protesteer ook. Ik geef me niet over aan de doem. Maar nu de coronawinter zich aankondigt jengelt er wel eens een vraagje door mijn hoofd. Is het niet te klein wat we doen? Is het niet futiel, en ook een beetje ouderwets, om alleen maar te verdedigen wat er al is: buren, bomen, huizen, Noord? En dat terwijl de pandemie en andere rampen overal ter wereld huishouden: de honger van werkloze miljoenen in India, de dreigende burgeroorlog in de VS, het geweld tegen de massademonstraties in Belarus, Inuit die treuren om het smeltende ijs.

Er bestaat een toverwoord tegen dat gejengel: verantwoordelijkheid. Die kan je afwijzen, als je vindt dat iets jouw zaak niet is. Je kan haar ook aanvaarden. En dan het liefst precies in jouw maat: zo wijd als je armen reiken, zo stevig als je voeten op de aarde staan, zo ruim als je hart en hoofd gebouwd zijn. Je kan verantwoordelijkheid nemen voor de bloemen in je voortuin of je zieke moeder. Maar ook, als je maat iets groter is, voor de sfeer in je buurt of de toekomst van het Vliegenbos. Aan de andere kant van de wereld gaan er dingen en mensen onherstelbaar kapot. Het minste wat we kunnen doen is te zorgen dat dat hier niet gebeurt. De verantwoordelijkheid nemen. De depressie te lijf. Precies wat ik nu overal om me heen in Noord zie gebeuren.

Chris Keulemans