Aan de slag met wol: lesmodules over circulairiteit

Algemeen
Twee schapen, wethouder Bekkering, Marijke Dirkson en Esther Keijser op het schoolplein.
Twee schapen, wethouder Bekkering, Marijke Dirkson en Esther Keijser op het schoolplein. (Foto: Ed Bausch)

BUCH - Je pakt wat van de wol, en maakt er een soort stapeltje van. Vervolgens water er overheen en wat (biologische!) zeep en dan ga je het masseren. Zo begonnen de kinderen van groep 7 van kindcentrum De Branding aan de eerste les ‘maakonderwijs’. Het gaat om een pilot voor onderwijs in de BUCH gemeenten.

Door: Ed Bausch

Wethouder Erik Bekkering (Bergen) had de leerlingen net gevraagd waar de wol naar toe zou gaan, wat je ervan zou kunnen maken. Met zijn team, dat werkt aan het tot stand komen van een circulair ambachtscentrum voor alle BUCH gemeenten, was hij trots om een slinger te geven aan een serie lessen, waarin het maken van iets centraal staat. “We kunnen dus niet vroeg genoeg beginnen met laten zien dat we veel zaken dingen anders kunnen organiseren om onze aarde meer eer aan te doen.”

Schaapsherder

Schaapsherder Marijke Dirkson van Rinnegom Landschapsbeheer had vlak daarvoor twee schapen uitgeladen op het schoolplein en ter plekke vertelde ze van alles over de nuttige dieren. “Dit zijn dus kanjers in het onderhouden van landschappen, het zijn geweldige grasmaaiers en ze leveren ook nog wol op.” En wol: daar kun je dus van alles mee.

 ”Kussens vullen, kleding maken”, dachten de kinderen. “Dat klopt”, zei Marijke. “Maar het gekke is dat het dan wol is uit China bijvoorbeeld. Daar gaat de Nederlandse wol eerste heen. Met vervuilende vliegtuigen en schepen. En die brengen het dan ook weer terug, bijvoorbeeld als trui. Dat moet anders kunnen. We moeten hier gaan leren dat we zelf ook de eigen wol kunnen gebruiken, dat is veel duurzamer.” 

Dat denken de gemeenten in het BUCH samenwerkingsverband ook. Daarom werken ze onder leiding van Esther Keijser aan de oprichting van een ‘circulair ambachtscentrum’. Dat is een station waar je afval kunt brengen, maar waar je het ook kunt komen ophalen als grondstof om er iets nieuws van te gaan maken. “Het is toekomstmuziek, maar een serieuze gedachte.”

“De mooiste wol draagt een schaap bij de schouder”, vertelde Marijke. “De schapen hebben een nummer, maar ze zijn voor ons zeker geen nummer en ze zijn heel vaak buiten.” De herderin werkt voor verschillende gemeenten en particulieren. “Met onze schaapskuddes en acht honden houden we 1.000 hectare bij. Je ziet ons vaak aan het werk, als we ergens een terrein afpalen, dat de schapen gaan afgrazen. En het mooie is dat ze het land bevruchten en zaden van bomen en bloemen verspreiden.”

De kinderen gingen meteen aan de slag met de uitgestalde wol. “Het lijkt wel suikerspin!” Een flinke pluk daarvan lieten ze, ruim spetterend met water, veranderen in een plat lapje. “Ik maak er matje van voor ons poesje, dat we net hebben.”

Jong geleerd is oud gedaan. Het ei is gelegd en het ‘maakonderwijs’ wordt de komende weken in verschillende klassen in de BUCH gemeenten gegeven.