Dichter bij de duinen (1): stil verlangen
Stil verlangen
Ik zag hem staan, Zo rond half twee.
Of hij mij ook zag, Geen idee.
Het vocht liep me al in de mond.
Zijn kop zo puur, Zijn wangen rond.
Ik ga niet vreemd, Niks te verwijten.
Alleen die drang, Ik moet hem bijten.
Maar k’ had al niets meer te vertellen.
En kon alleen nog maar bestellen.
Thuis aangekomen heel intiem,
Liet ik hem mijn tanden zien.
Toen ging ik los.
Zijn binnenkant zat bij mijn oor.
Het was genoeg.
Hier ging ik voor.
De Bosche Bol
Door A. de Koekkoek-Marsman
Woont u in gemeente Castricum en maakt u zelf gedichten? Wij publiceren ze graag in onze rubriek Dichter bij de Duinen. Mail gedichten met eventueel een passende foto naar redactie.cnb@rodi.nl