Stamboomonderzoek: ‘Waarom koop je niet gewoon een puzzelboekje?’

Algemeen
Thijs Postma bracht honderden Enkhuizer geslachten in kaart.
Thijs Postma bracht honderden Enkhuizer geslachten in kaart. (Foto: Rodi Media/IH)

ENKHUIZEN/GROOTEBROEK - Al ruim twintig jaar houdt Thijs Postma (64) zich bezig met genealogie. Opgegroeid in Enkhuizen is hij na omzwervingen neergestreken in Grootebroek, maar Enkhuizen houdt hem nog steeds bezig. Als amateur stamboomkundige heeft hij van veel bekende Enkhuizer geslachten de stamboom uitgezocht en vastgelegd. Hij beschikt over een berg aan informatie over honderden oude families uit Enkhuizen. En het einde ervan is nog niet in zicht. “Ik heb nog zoveel te onderzoeken en te beschrijven. Ik verveel me nooit.”

Het begon met het naderende vijftigjarige huwelijk van zijn ouders. “Zij hadden het altijd over neefjes en nichtjes, die en die. Hele verhalen van mensen die ik eigenlijk niet kende. Daar wilde ik meer over weten. Toen heb ik de hele stamboom uitgezocht van mijn vaders- en moeders familie. Het ging steeds verder. Ik kwam overal terecht in West-Friesland. Ik ben zelf technicus en daarbij moet je veel werken met technische tekeningen. Dit is net zoiets. Je maakt schema’s van personen die bij elkaar horen. Dat vind ik heel leuk om te doen.”

Alle grafzerken

Inmiddels is hij ruim twintig jaar verder en heeft hij alle begrafenissen achter de grafzerken van de Zuiderkerk en de Westerkerk tussen 1630 en 1830 in kaart gebracht. Het gaat om honderden families uit Enkhuizen. Postma: “Ik combineer de informatie op de grafzerken met het begrafenisregister en dan ontdek je dat soms twee eeuwenlang familieleden begraven werden onder één grafzerk. Van alle overledenen heb ik stambomen gemaakt. De eerste families beginnen rond 1550. Van sommige families heb ik meer dan twintig generaties beschreven. Je komt zoveel te weten! Ook over de stad Enkhuizen. Het zijn geen levensverhalen van wat de mensen gedaan hebben, dat haal je niet uit de data, maar soms krijg je wel extra informatie, over wat voor beroep iemand had, over waar hij woonde of diens wapen.”

Zijn uitzoekwerk stopt trouwens bij het begin van de negentiende eeuw. “Toen werd de burgerlijke stand ingevoerd en vanaf dan is de informatie voor iedereen makkelijk te vinden.”

Ging hij jaren geleden minder werken om minstens één dag in de week archieven te kunnen bezoeken, onlangs ging hij met pensioen en heeft hij nog meer tijd. “Mensen zeggen weleens tegen me: waarom koop je niet gewoon een puzzelboekje? Maar andermans puzzel oplossen vind ik niet interessant. Dat is allemaal al door een ander uitgevonden. Wat ik doe, is nog niet eerder gedaan en daarom vind ik het zo leuk. Ik ontdek steeds weer iets nieuws.”

Pelgrimstochten

Wandelen en maken van voettochten is een andere passie van Postma. Bij zijn voorbereidingen voor een voettocht van Amsterdam naar Jeruzalem kwam hij in een boek over pelgrimstochten ‘de stadsgenoot tegen die dat al bijna vier eeuwen voor mij had gedaan’, vertelt hij. “Ik kende Maelson en Wagenaar wel, en Paludanus en Paulus Potter, maar de naam Frederik Westphalen was ik nog nooit eerder tegen gekomen. Mijn belangstelling was gewekt.”

Postma dook in het leven van Westphalen en schreef een biografie over hem. “De opa van Frederik Westphalen was begin zestiende eeuw burgemeester van Enkhuizen. Hij komt uit de gegoede klassen, was een gevierd man en zat dicht tegen het regentenwereldje aan. Het maken van zo’n reis was voor de elite niet ongewoon. Het was een prestigezaak om een Kruis van Jeruzalem te verkrijgen. Door zijn reis was hij in die tijd een belangrijke informatiebron over het Oosten. Het is niet onwaarschijnlijk dat hij ook contact heeft gehad met Paludanus.”

Alles gedigitaliseerd

Postma deelt graag zijn zelfverworven kennis en heeft heel veel informatie op zijn website thijspostma.nl gezet. “Het kan van veel waarde zijn voor iedereen die in zijn Enkhuizer voorouders geïnteresseerd is. Zo heb ik alle oude brouwerijen uitgezocht, de Klok- en Kanongieterij beschreven met alle Enkhuizer gieters, en alle familiewapens van de belangrijkste regenten.”